Fysiologie - Homeostase - Osmolariteit

4 belangrijke vragen over Fysiologie - Homeostase - Osmolariteit

Tegenstroomprincipe
  • Permeabiliteit delen lis van Henle (water/Na+)
  • Werking

Permeabiliteit delen lis van Henle
Dunne dalende deel
  • Wel: water
  • Niet: Na+
Dikke stijgende deel
  • Wel: Na+
  • Niet: water

Werking: Stroming versterkt elke stap
Stijgende deel eind
1. Actief terugresorptie van Na+
  • Door: Na+/K+ pomp
  • Gevolg: Verhoogd osmolariteit interstitium

Dalende deel
2. Diffusie van H2O    
  • Door: Hogere osmolariteit interstitium
  • Gevolg: Verhoogd osmolariteit voorurine

Stijgende deel begin
3. Passief terugresorptie van Na+
  • Door: stroming, schuift voorurine met hoge concentratie richting stijgende deel
  • Gevolgd: Afname osmolariteit richting distale tubulus

EZ: Permeabel = doorlaatbaarheid

Terugresorptie van ureum
  • = ?
  • Wat gebeurt ermee
  • Functie
  • Onder invloed van

= ureum gaat vanuit verzamelbuis naar interstitiële ruimte
  • Deel blijft daar (verhoogd osmolariteit)
  • Deel wordt weer uitgescheiden in dunnen deel lis van Henle (= ureum recirculatie)

Functie
  • Verhoogd osmolariteit onderin de lus

Onder invloed van: ADH

Uit hoeveel procent water bestaat het lichaam?
  • Man
  • Vrouw
  • Baby

Watergehalte soorten weefsels:
  • Spierweefsel (80%)
  • Vetweefsel (10%)

Man = 60% van gewicht
  • Minder vetweefsel

Vrouw = 50% gewicht
  • Oestrogeen > zorgt voor vrouwelijke curves > meer vetweefsel

Baby = 75% gewicht
Dehydratie is gevaarlijk!!:
  1. Lichaam bestaat voor groot deel uit water
  2. Kunnen niet om water vragen en zijn afhankelijk van moeder
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Verdeling lichaamswater over soorten compartimenten (%)
  • Intracellulair
  • Extracellulair (interstitieel, intravasculair, transcellulair)

60% Totale lichaamswater

40% Intracellulair = zit in je cellen

20 % Extracellulair
  • 15% Interstitieel = tussen cel en bloedvat
  • 5% Intravasculair = bloedplasma
  • Transcellulair = lichaamsholten

Interstitiële ruimte bevat meer water
  • Dient als waterreservoir bij bloedverlies
  • Bloeden = waterverlies uit intravasculaire ruimt

Lichaamsholten met transcellulair vocht
  • Hersenen: liquor cerebrospinalis
  • Oog: kamerwater, watterrijke glasachtigelichaam
  • Borst- en buikholte
  • Gewricht: synoviaal vloeistof  

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo