Samenvatting: Nhg: Cardiovasculair Risicomanagement

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van NHG: Cardiovasculair risicomanagement

• 1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Vanaf welke percentages spreek je van hoog risico, matig risico en laag risico?

  hoog risico > 20%
  matig risico 10-20
  laag risico <10%

• Bij welke patiëntgroepen tel je 15 jaar bij de leeftijd op bij het schatten van het risico?

  - diabetes mellitus
  - reumatoïde artritis

• Wat zijn risicofactoren voor HVZ die veel te zien zijn bij nederlanders?

  - verhoogd cholesterolgehalte (>6,5 mmol/l)
  - verhoogde bloeddruk (>140/90 mmHg)
  - roken
  - overgewicht

• Vanaf wanneer stijgen de risicofactoren bij vrouwen aanzienlijk?

  menopauze

• Waardoor is er bij vrouwen risico op onderbehandeling?

  doordat de symptomen zich aspecifiek presenteren

• Wat is het doel van de behandeling van CVRM?

  Het doel van deze standaard is het bevorderen van een optimale behandeling van patiënten met een verhoogd risico op HVZ. Hierdoor kan het risico op eerste of nieuwe ziekte door HVZ en het risico op complicaties en sterfte als gevolg van HVZ worden verminderd.

• 2 Achtergrond

• 2.1 Begrippen

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt het cardiovasculair risicomanagement in?

  Cardiovasculair risicomanagement behelst de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor HVZ, inclusief leefstijladvisering en begeleiding bij patiënten met een verhoogd risico op ziekte of sterfte door HVZ.

• Welke aandoeningen vallen onder HVZ?

  HVZ worden in deze standaard door atherotrombose veroorzaakte klinische manifestaties bij volwassenen bedoeld, zoals:
  - hartinfarct,
  - angina pectoris,
  - hartfalen,
  - herseninfarct (cerebrovasculair accident, CVA),
  - transient ischaemic attack (TIA),
  - aneurysma aortae
  - perifeer arterieel vaatlijden

• 2.3 Identificatie van patiënten met een verhoogd risico op HVZ

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Bij welke patiënten dient een risicoprofiel altijd opgesteld te worden?

  - SBD > 140 mmHg
  - TC > 6,5 mmol/l
  - rokers > 50 jaar
  - antihypertensiva of statine gebruik
  - belaste familieanamnese voor HVZ: voor 65e levensjaar HVZ    
  - chronische nierschade

• 3 Richtlijnen diagnostiek

• 3.1 Opstellen van het risicoprofiel

• Welke factoren worden meegenomen in het risicoprofiel tijdens de anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek?

  1. anamnese
  - leeftijd
  - geslacht
  - roken
  - familieanamnese met HVZ
  - voeding
  - alcoholgebruik
  - lichamelijke activiteit
  
  2. lichamelijk onderzoek
  - systolische bloeddruk
  - body-mass index
  
  3. laboratoriumonderzoek
  - lipidenspectrum (TC, HDL, TC/HDL-ratio, LDL, triglyceriden)
  - glucosegehalte
  - serumcreatinegehalte met geschatte glomerulaire giltratiesnelheid (eGFR)