Hyper/hypo Na/K
47 belangrijke vragen over Hyper/hypo Na/K
Wat is het primaire klinische verschil tussen stoornissen in de kalium, dan wel natriumconcentratie?
- stoornissen in de K concentratie geven voor neuromusculaire en cardiale problemen (want K = membraanpotentiaal)
- stoornissen in de Na concentratie veroorzaken vooral stoornissen in de hersenen, omdat Na het belangrijkste osmotische deeltje is buiten de cellen
hypo- en hyperkaliemie gaat over ritmestoornissen, terwijl hypo- en hypernatriemie over osmotische shifts gaat.
Wat is de normale serumconcentratie van Na en K?
- Na: 136-146 mmol/L.
- K: 3,8-5,0 mmol/L
chloor en bicarbonaat staan als negatieve deeltjes tegenover K en Na om het geheel ongeladen te maken. eiwitten en fosfaat zijn andere negatieve deeltjes
Welke formule gebruik je voor de schatting van de osmolaliteit (= per kg)?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de osmol gap?
Wat zijn de belangrijkste stoffen die je moet uitscheiden?
als je geen afvalstoffen hoeft uit te scheiden, heb je maar weinig water nodig en als je er veel hebt, moet je veel water uitscheiden. uiteindelijk plas je ongeveer 1,5 L en 6g zout uit.
Waarom kan je een hyponatriemie krijgen van bier drinken?
Wat heb je nodig voor wateruitscheiding, dan wel water vasthouden?
- bloed gefiltreerd worden, dus glomerulus nodig
- zout vasthouden, alleen water uitplassen
- ADH onderdrukken (anders ga je water resorberen)
- osmolen, omdat je niet verder kan verdunnen dan 40 osmol
water vasthouden:
- ADH
- nier moet gevoelig zijn voor ADH
- osmotische gradient (want water gaat passief uit de verzamelbuis), dus ook functionerende lis van Henle nodig
Als het lichaam moet kiezen tussen volume of zouthuishouding, waar kiest hij dan voor?
een pt die uitgedroogd is heeft te weinig water en zout. hij heeft dus hyponatriemie. het lichaam moet kiezen tussen volume of zouthuishouding. als hij water binnenkrijgt, gaat hij dat vasthouden en krijgt iemand hyponatriemie. dus dan kiest hij voor vocht bewaren
Wat gebeurt er op cellulair niveau bij hypernatriemie? en bij hyponatriemie?
hyponatriemie (te weinig zout/ te veel water): osmolariteit buiten de cel neemt af en water gaat de cel in: cellen gaan zwellen
Een cel kan niet voor eeuwig krimpen/zwellen. wat is een mechanisme om dit op te lossen?
andersom kan een cel deze osmolen ook afbreken bij een hyponatriemie
Wat gebeurt er dan wanneer een arts een hyponatriemie enthousiast gaat corrigeren door veel water toe te dienen?
Wat voor klachten zie je bij iemand met een hyponatriemie?
- <125: misselijkheid, malaise
- 115-120: hoofdpijn, slaperigheid, sufheid
- 110-115: coma, seizures
- <110: respiratory arrest, permanente schade, dood
dit kan heel geleidelijk gaan, bijv bij ouderem ensen
Wat is je aanpak bij een hyponatriemie klinisch beeld?
- reageert de nier wel adequaat? je wil dat de urine osmolariteit laag is (<100) bij hyponatriemie
- als de urine osmolariteit daadwerkelijk laag is, dan is het dus een input probleem en geen output probleem
- de nier laat het volume in het bloed voorgaan voor de elektrolythuishouding, dus als je maar weinig urine hebt, is je nier bezig om je vocht vast te houden. dat doe je door te kijken naar de Na concentratie in de urine. als deze laag is, dan is de nier bezig met zout vasthouden en is hij zijn volumeregulatie boven zijn osmoregulatie aan het laten gaan en is er dus een verlaagd volume (zoals bij diarree)
- verhoogd Na in urine met laag extracellulair volume? mensen slikken diuretica
Wat moet je doen bij gastro-intestinaal verlies?
Wat moet je doen bij hartfalen en hyponatriemie?
Wat zijn de therapeutische opties voor een hyponatriemie?
- acuut: kan je snel corrigeren door incomplete osmotische aanpassing
- chronischer: langzamer corrigeren. de waarde van corrigeren is bepaald. in de chronische fase 0,5 mmol/uur
Wat is er aan de hand bij een hypernatriemie?
kan eigenlijk alleen maar bestaan bij mensen die niet bij de kraan kunnen komen (in slaap worden gehouden, verward zijn, bedlegerig)
Wat is er aan de hand bij diabetes isipidus?
centrale vorm (geen ADH aangemaakt)
Wat is er aan de hand wanneer je urine Na laag is bij hypernatriemie?
Wat is er aan de hand wanneer je urine Na hoog is bij hypernatriemie en deze mensen ook hoog serum Na hebben?
Wat wil je in de urine zien bij een hypernatriemie?
- is de urine osmolariteit hoger dan plasma osmolariteit? dan moet je kijken naar urine Na (laag, dan geeft lichaam 'tekort aan circulerend volume' als signaal; door brandwonden, diarree)
- ir de urine Na hoog? en ook nog verhoogd intravasculair volume? dan kan iemand teveel zout eten, bijv door veel infuus.
- is het intravasculair volume laag? dan heeft iemand hyperaldosteronisme. dit insinueert dat iemand lisdiuretica krijgt.
Hoe behandel je mensen met diabetes insipidus?
Hoe behandel je mensen die teveel zout krijgen?
acuut: 2 mmol/uur
Wat zijn, globaal gezien, de 4 oorzaken van een hyponatriemie?
- te weinig Na bij gelijke hoeveelheid lichaamswater
- te veel lichaamswater bij gelijke Na
- tekort van zowel Na als water, maar meer Na dan water
- teveel van zowel Na als water, maar meer water dan Na
Wat kan je testen bij hyponatriemie mvt ECV?
- hypovolemie: tekort aan zowel Na als water, maar meer Na: vermingerde turgor, lage bloeddruk, droge slijmvliezen
- hypervolemie: teveel water en Na, maar meer water: oedeem, pleuravocht, verhoogd CVD, gewichtstoename
- euvolemie: wel tekort aan lichaamswater, maar klinisch niet waarneembaar
Er is sprake van zowel hyponatriemie als hypovolemie. hoe ga je verder onderscheid maken tussen oorzaken?
- Na urine <20 mmol/L: extrarenale oorzaak (diarree, braken)
- Na urine >20 mmol/L: renale oorzaak (diureticagebruik, slecht gereguleerde DM, zoutverliezende nefropathie)
Er is sprake van zowel hyponatriemie als hypervolemie. hoe ga je verder onderscheid maken tussen oorzaken?
- Na urine <20 mmol/L: nefrotisch syndroom, levercirrose, hartfalen
- Na urine >20 mmol/L: acuut/chronisch nierfalen
Wat zijn de mogelijke oorzaken van hyponatriemie icm euvolemie?
- tekort cortisol
- traagwerkende schildklier
- stress
- SSRI's
- SIADH: buiten de hypothalamus ADH aangemaakt
Wat zijn globaal gezien de 4 oorzaken van hypernatriemie?
- meestal een tekort aan totaal lichaamswater bij een gelijk gebleven Na
- te veel toediening Na (bijv infuus) bij een gelijk gebleven totaal lichaamswater
- een verhoogd circulerend volume bij een nog sterker verhoogd Na
- een verlaagd Na bij een nog sterker verlaagd circulerend volume
Er is sprake van hypernatriemie en hypervolemie. wat zijn de verschillende oorzaken?
- zouttabletten of infuus
- Cushing syndroom
- primaire hyperaldosteronisme
Er is sprake van hypernatriemie en euvolemie. wat zijn de verschillende oorzaken?
- extrarenale oorzaken, zoals respiratoire aandoeningen of via huid
- renale oorzaken: diabetes insipidus of hypodipsie
Hoeveel K neem je op een dag in?
Hoe vindt de regulatie van de kaliumbalans plaats?
- externe kaliumbalans: hoeveelheid K die wordt opgenomen vanuit onze voeding in de darm. komt in extracellulaire vloeistof en wordt door de nier uitgescheiden
- interne kaliumbalans: buiten de cel en in de cel. in de cel 140 mmol K, extracellulair 4 mmol K.
Stel dat je veel jus d'orange drinkt, dan krijg je een enorme plasmastijging van je K. dit is niet met het leven verenigbaar. hoe los je dit op?
Welke factoren bevorderen juist de uittrede van K uit de cel?
- acidose
- hyperglycemie
- beta-antagonisten
- alfa-agonisten
- toename osmolaliteit
Heeft je nier meer moeite met een verhoogde of een verlaagde K intake?
dit komt omdat je bij een verhoogde K intake heel makkelijk in de verzamelbuizen actief K excretie kan laten plaatsvinden, maar een verhoogde reabsorptie in de proximale tubulus is moeilijker
Wat is de functie van de principal cells en de intercalaire cellen?
- resorptie van NaCL en secretie van K
- dit proces wordt gestimuleerd door aldosteron
intercalaire cellen (30%)
- type A: zuur (H+) secretie
- type B: base (HCO3-) secretie
Welke factoren stimuleren de K secretie?
- hoog plasma K
- hoog plasma aldosteron
- de NA stroom in het lumen
- toegenomen waterstroomsnelheid in het lumen
- plasma H: daling van H zorgt voor verhoging secretie van K (H/K antiporter)
- ADH stimuleert K secretie
Wat kan er aan de hand zijn bij een hyperkaliemie?
- verhoogde intake
- shift (bijvoorbeeld een acidose, waarbij de K de cel uitgejaagd wordt)
- excretion (aldosteronblokker, zodat de K secretie niet kan plaatsvinden)
Welke symptomen heb je bij hyperkaliemie?
- spierzwakte/paralyse boven de 7,5 mmol/L: benen meer dan armen
- hartritmestoornissen en geleidingsstoornissen
- gevoeligheid voor hyperkaliemie versterkt bij acidose, hypocalciemie en hyponatriemie
Wat is de DD van hyperkaliemie?
shift:
- metabole acidose
- insuline deficientie
- beta-adrenerge blokkade
- alfa-adrenerge agonist
- hoge plasma osmolariteit (water de cel uit en K gaat dan passief mee)
- versterkte weefselafbraak, zoals hemolyse
- digitalis overdosering (remt Na/K/ATPase)
excretie:
- nierfalen
- volumedepletie; door afname filtratie heb je weinig zoutaanbod in lumen verzamelbuis
- hypo-aldsteronisme: minder secretie K
- K sparende diuretica: triamtereen, amilorise
- ACEremming: RAAS remming, dus minder aldosteron en minder excretie K
Wat zijn oorzaken voor pseudohyperkaliemie?
- gestuwde afname: rode bloedcellen bevatten veel K, dat komt vrij door stuwing en meet je dan in de bepaling
- bloedbeeldafwijkingen: trombocytose, leukocytose
- hemolyse
- het laat centrifugeren na de bloedafname
- monsterklontering
- hoe lager de omgevingstemperatuur van het bloedmonster, hoe hoger de gemiddelde K concentraties uitvallen
Wat voor problemen kunnen er bij hypokaliemie zijn?
shift: K de cel in:
- teveel insuline
- beta-agonisten (salbutamol, adrenaline)
- alkalose
- alfa-adrenerge blokkade
excretie (teveel uitscheiding)
- hyperaldosteronisme (primair (teveel aldosteron geproduceerd door bijnier door tumor) of secundair (nierarteriestenose))
- diuretica (lis, thiazidE), bijv bij teveel Na
- braken
Wat zijn de symptomen van een hypokaliemie?
- spierzwakte, kramp en paresthesieen: respiratoir falen, ileus/diarree
- rhabdomyolyse
- hartritmestoornissen: premature extrasystolen, sinus bradycardie, paroxysmale tachycardie, AV blok, ventriculaire tachycardie of fibrillatie
- ECG afwijkingen
- glucose intolerantie
- nierfunctiestoornissen: verminderd concentrerend vermogen: vaak polyurie, meer ammoniaproductie, meer bicarbonaat reabsorptie, veranderde K reabsorptie, nefropathie, hoge bloeddruk
Wat moet je je altijd afvragen bij een hypokaliemie?
Hoe vindt diagnostiek van hypokaliemie plaats?
medicatie?
braken/diarree?
volumestatus?
hypertensie:
aanvullend onderzoek:
- urine excretie van K, Na en Cl om te kijken of er sprake is van darm- of nierprobleem. extrarenaal verlies: Kurine <30 mmol/dag, renaal K verlies: Kurine >30 mmol/dag
- pH, HCO3 (alkalose of acidose gaande?)
- op indicatie: renine/aldosteron bepaling
Wat is de behandeling van een hypokaliemie?
- kaliumchloride (drank, tabletten, langzaam iv) geen bolus (reanimatie)
- kaliumsparende diuretica
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden