Grammatica Meewerkend Voorwerp - Spelling - Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
3 belangrijke vragen over Grammatica Meewerkend Voorwerp - Spelling - Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord (bn) maken.
Soms moet je dan een -e achter het woord zetten. Spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort en eenvoudig mogelijk:
- teleurstellen
- teleurgesteld (vd)
- een teleurgesteld (bn) mens
- een teleurgestelde (bn) coach
-teleurstellend (od)
- een teleurstellend (bn) resultaat
- een teleurstellende (bn) uitslag
- verwoesten
- verwoest (vd)
- een verwoest (bn) huis
- het verwoeste (bn) huis (niet: verwoestte)
- verwoestend (od)
- een verwoestend (bn) vuur
- een verwoestende (bn) orkaan
Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord (bn) maken.
Soms moet je voor de uitspraak -tt- of -dd- schrijven:
- bekladden
- beklad (vd)
- de bekladde (bn) muur (niet: beklade)
- bezetten
- bezet (vd)
- een bezette (bn) stad (niet bezete)
Let op: voltooide deelwoorden die op -en eindigen, veranderen niet als je ze als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. De -n blijft dus staan:
verliezen
- verloren (vd)
- de verloren (bn) zoon
- het verloren (bn) portemonneetje
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden