Grammatica Meewerkend Voorwerp - Grammatica Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord
4 belangrijke vragen over Grammatica Meewerkend Voorwerp - Grammatica Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord
Er zijn verschillende soorten voornaamwoorden, zoals het aanwijzend, het vragend en het onbepaald voornaamwoord. Deze staan in het schema.
Vragend voornaamwoord
Onbepaald voornaamwoord
deze, die, dit, dat, zulk(e), zo’n, dergelijk(e), zelf, dezelfde, hetzelfde
wie, wat, welk(e), wat voor (een)
iemand, niemand, iedereen, men, menigeen, het, (zo)iets, niets, alles, elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e)
Wat doen een aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) ?
– Die rode mountainbike zou ik eerder kopen dan zo’n zwarte.
Wat doet een vragend voornaamwoord (vr.vnw) ?
Deze staat meestal aan het begin van een vraag of aan het begin van een zin die gemaakt is van een vraag:
– Naar welke film ben je gisteren geweest?
– Monica vroeg [met wie ik gisteren naar de film ben geweest].
Let op: woorden als waar, wanneer en hoe zijn geen vragend voornaamwoord.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is een onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw) ?
Voorbeeld:
– Er was vanmiddag iemand aan de telefoon die jou iets wou vragen.
Drie lastige gevallen:
• Het woord je is onbepaald voornaamwoord als het men betekent:
– Zulke goedkope schaatsen kun je maar beter niet kopen.
• Het woordje wat is onbepaald voornaamwoord als het iets betekent:
– Heb je nog wat gekocht bij de Primark?
• Het woordje het is een onbepaald voornaamwoord als het niet naar iets verwijst, maar tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft:
– Het is vier uur en buiten is het guur.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden