Grammatica Meewerkend Voorwerp - Spelling bijvoeglijk naamwoord

3 belangrijke vragen over Grammatica Meewerkend Voorwerp - Spelling bijvoeglijk naamwoord

De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm en een lange vorm (met een -e): fraai → fraaie; dom → domme; hoog → hoge.

Je zegt: Die tekening vind ik mooi. Dat is een mooie tekening.

Manieren om de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord te maken


  • Zet een -e achter het woord:
– groen → groene; recht → rechte; sober → sobere.

  • Verdubbel de laatste letter en zet een -e achter het woord:
– los → losse; hip → hippe; duf → duffe.

  • Haal een a, e, o of u weg en zet een -e achter het woord:
– laag → lage; Chinees → Chinese; bloot → blote; duur → dure.

  • Verander een -f in een -v- of een -s in een -z- en zet een -eachter het woord:
– actief → actieve; half → halve; vlekkeloos → vlekkeloze.

Wat zegt een stoffelijke bijvoeglijke naamwoord ?

Die zegt van welk materiaal (welke stof) iets is gemaakt. Ze hebben maar één vorm en eindigen meestal op -en ( stenen kruiken, blikkentrommels), maar niet altijd (een fleece bodywarmer).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo