Samenvatting: Nieuw Nederlands 4E Editie 4/5 H | 9789001704384 | Willem Steenbergen, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nieuw Nederlands 4e editie 4/5 H | 9789001704384 | Willem Steenbergen [et al. ; fotogr. Stijntje de Olde].
-
1 Cursus Lezen
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat doe je bij orieënterend lezen zoal?
Titel lezen, plaatjes kijken, auteur
-
1.1 leesstrategieën
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke zes leestrategieen zijn er?
oriënterend lezen ,globaal lezen, intensief lezen, kritisch lezen, studerend lezen ,zoekend lezen
-
Wat houdt oriënterend lezen in en hoe doe je dat.
Bij oriënterend lezen stel je snel vast of een tekst voor jou bruikbaar of interessant is.
Bij een boek bekijk je de titel, flaptekst, inhoudsopgave, voorwoord en wie het geschreven heeft.
Bij een artikel bekijk je de titel, lead, 1ste alinea, tussenkoppen, laatste alinea, auteur en publicatieplaats
-
1.3 tekstopbouw
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welk tekstdoel hoort bij informeren?
Uiteenzetting,
Handeling, gebruiksaanwijzing, instructie, studieboek ect. -
Welk tekstdoel hoort bij activeren?
Reclamefolder, brochure, direct mail ect. -
2 Cursus schrijven
-
2.1 De inleiding
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de inhoudelijke kenmerken van de inleiding en het doel ervan? (7)
- Aanleiding - Begin met actualiteit (niet het onderwerp)
- Geschiedenis - Beschrijving van verleden in vergelijking met nu
- Anekdote - Beetje grappig
- Voorbeeld - Voorbeeld geven over onderwerp
- Belang - Wat is de voordeel van de lezer
- Hoofdgedachte/ stelling/vraagstelling - Stelling die schrijver verdedigd
- Opbouw - Aangekondigd welke deelonderwerpen. -
Door welke inhoudelijke kenmerken herken je het slot? (5)
- Conclusie van het verhaal
- Samenvatting - Niks nieuws
- Aansporing - voor-/ nadelen
- Toekomstverwachting
- Signaalwoord: kortom, ten slotte, al met al, dus. -
Door welk typografisch kenmerk herken je het slot?
- Het slot is herkenbaar aan een (extra) witregel na het middenstuk -
2.3 De alinea
-
Wat/wie behandeld een alinea? (3)
- 1 deelonderwerp
- Laat het zien (Inspringen, witregel, cijfertje)
- Elke alinea heeft een kernzin (vooraan, laatste zin of 2e zin. Rest van de alinea is toelichting, verklaring, uitwerking, voorbeeld van die kernzin) -
4 argumenteren
Dit is een preview. Er zijn 51 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
wat is het belang van meningen en argumenten
in discussies, debatten en betogende teksten moet je meningen en argumenten kunnen formuleren en herkennen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden