Samenvatting: Nieuw Nederlands [Tweede Fase] | 9789001900502 | Willem Steenbergen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nieuw Nederlands [tweede fase] | 9789001900502 | Willem Steenbergen
-
1 basis
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van onderwerp?
Een woord dat, of eenwoordgroep dieaangeeft waarover de tekst gaat; het is geen zin. Bijvoorbeeld: Boekverfilmingen of Boekverfilmingen van boeken van Harry Mulisch. -
Wat zijn de twee functies van de inleiding van een tekst?
1. De aandacht van het publiek trekken.
2. Het onderwerp van de tekst introduceren. -
1.1.1 Onderwerp en hoofdgedachte
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een hoofdgedachten ( in een tekst ).
Is een mededeling in een zin ( dus geen vraag! ), die het belangrijkste weer geeft waar een tekst over gaat. -
Wat is een onderwerp ( in een tekst ) .
Is een woord of een groep van woorden die aangeeft waar de tekst overgaat. -
Welke aanwijzingen geeft een hoofdgedachten aan ( 2 opties )
- De hoofdgedachte is een constatering: het tekst doel is informeren of opiniëren.
-
1.1.1.1 Tekstdoel
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houdt activeren bij een tekstdoel in
Mensen in actie laten komen om iets wel of niet te doen. -
1.2.1 Inleiding: de aandacht trekken
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar moet de inleiding aanvoldoen?
De aandacht trekken en aantrekkelijk zijn. -
5 manieren om een inleiding aantrekkelijker word gemaakt.
- Een intrigerende vraag: waarom denkt men- waarschijnlijk ook hier in de zaal - dat wiskunde heel moeilijk is.
- 'Schokkende' of opvallende cijfers
- Een paradox: ( schijnbare tegenstelling )
- Een prikkelende citaat
- Een suggestieve of raadselachtige opsomming: een geweer, een koe een boom en een vrouw.
- Een intrigerende vraag: waarom denkt men- waarschijnlijk ook hier in de zaal - dat wiskunde heel moeilijk is.
-
1.2.1.1 Inleiding: het onderwerp van de tekst introduceren
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
In welk deel van de tekst worden de vragen beantwoord van de inleiding?
In het middenstuk en de argumenten bij het standpunt gegeven of verklaard, of gegeven en- of oplossingen van het probleem. -
1.2.1.1.1 Slot
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt de hoofdgedachten in een slot aangegeven?
Vaak met een signaal(woord ) bijvoorbeeld: Zoals, kortom, al met al, we hebben dus gezien dat..., ik rond nu af met.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden