Samenvatting: Nieuw Schokland Competentiegerichte Methode Burgerschapsvorming Voor Niveau 2, 3 En... | 9789076944609 | J Verwijlen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nieuw Schokland Competentiegerichte Methode Burgerschapsvorming Voor Niveau 2, 3 En 4 Van Het Mbo | 9789076944609 | J. Verwijlen

• 1 Politiek, dat gaat ons allemaal aan.

• 1.1 Inleiding

• Gaat politiek alleen over Den Haag, de regering en de Eerste en Tweede Kamer?

  Nee, politiek heeft te maken met de manier waarop we met elkaar beslissingen nemen, nadenken over problemen en je mening vormen.

• 1.3 Hoe ga je kritisch om met informatie?

• Met welke 6 punten kun je rekening houden bij het vormen van je mening op basis van informatie?

  Heeft de informatiegever belang bij een bepaalde oplossing; in hoeverre zijn de media geloofwaardig; is de bron bekend; is hoor en wederhoor toegepast; zijn de feiten juist en worden feiten en meningen gescheiden.

• 1.5.3 Lid worden van pressiegroepen.

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat voor soorten pressiegroepen zijn er?

  Pressiegroepen kun je onderverdelen in actiegroepen en belangengroepen.

• 2 Heb ik ook nog iets te zeggen?

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• 2.1 De dictatuur.

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een bijzondere vorm van een dictatuur?

  Een bijzondere vorm is de totalitaire dictatuur, hierbij wordt de samenleving totaal beheerst door de machthebber(s).

• 2.2 De democratie.

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het belangrijkste kenmerk van een democratie?

  Het belangrijkste kenmerk is dat de burger invloed heeft op het bestuur van een land. Het volk mag meedenken en meebeslissen.

• 2.3.2 Kenmerken van een rechtstaat.

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het eerste artikel in de grondwet?

  Alle burgers zijn aan elkaar gelijk, er is een verbod op discriminatie. Er mag geen onderscheid worden gemaakt omdat mensen anders denken of anders zijn.

• Welke 2 soorten grondrechten bestaan er en wat zijn per soort de belangrijkste?

  Je hebt burgerlijke vrijheidsrechten zoals:

  1. vrijheid van meningsuiting.
  2. vrijheid van vereniging en vergadering.
  3. vrijheid van godsdienst.
  4. vrijheid van onderwijs.
  5. vrijheid van drukpers.

  De andere grondrechten zijn sociale grondrechten:

  1. het recht op bestaanszekerheid.
  2. het recht op werk.
  3. het recht op huisvesting. 

• 2.4.1 De burgerlijke vrijheidsrechten.

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Mag je op basis van de vrijheid van meningsuiting alles zeggen wat je denkt?

  In principe mag je alles zeggen wat je denkt, er zijn wel grenzen. Je mag niet oproepen tot haat of mensen onnodig beledigen. Deze grenzen worden per situatie bekeken en desnoods uiteindelijk bepaald door een rechter.

• Wat zijn redenen om mensen de vrijheid van vereniging en vergadering te ontzeggen?

  Een vereniging kan worden ontbonden als de vereniging in strijd is met de openbare orde. Een vergadering kan worden verboden wanneer openbare orde, volksgezondheid of verkeersveiligheid niet gegarandeerd kan worden. Dit laatste kan ook gelden voor voetbal wedstrijden en andere grote evenementen.

• 2.4.2 Sociale grondrechten.

• Wat is de hoofdreden van sociale grondrechten?

  Om de burgers te beschermen. Met sociale grondrechten legt de overheid zichzelf de verplichting op om de leef- en werkomstandigheden van mensen te verbeteren.