Samenvatting: Nieuwe Aanpak In Overheidscommunicatie | 9789062834853 | Bert Pol

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nieuwe aanpak in overheidscommunicatie | 9789062834853 | Bert Pol ... [et al.].

• 1 Doel en Scope

• 1.2 Waarover en waarom communiceren?

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarover kan de overheid met burgers en organisaties communiceren? Noem een viertal voorbeelden.

  -          Afremmen van ongewenst gedrag (schadelijk voor gezondheid, veiligheid of milieu)

  -          Gedrag dat maatschappelijk gewenst is te bewerkstelligen (opkomst verkiezingen)

  -          Bekendmaken nieuwe regelgeving, plannen of mogelijkheden (subsidies, centrale as)

  -          Economische overwegingen (bijvoorbeeld het toerisme in een stad of streek bevorderen, duurzaam ondernemen aan te moedigen)

• 1.3 Communicatie en andere beïnvloedingsmiddelen van de overheid: voordelen en mogelijkheden van communicatie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem een aantal maatregelen die de overheid kan nemen om het gedrag te beïnvloeden.

  Dwang (verplichting zoals btw)

  Belonen

  Straffen

  Voorbeeldgedrag

  Boetes

  Vrijheidsbeperkingen

  Financiële prikkels (hoge accijnzen op tabak)

  
  

• Wat is dan het voordeel van het middel communicatie?

  Effecten van communicatie zijn vaak duurzaam. Doel is kennis, houding en gedrag te veranderen. Bij bijvoorbeeld straffen kan het ongewenste effect meteen weer optreden als het toezicht weg is. 

• 2 Mythen en misverstanden in overheidscommunicatie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• 2.1 mythe 1: Massamediale campagnes leiden tot gedragsverandering

• Stelling: Massamediale campagnes leiden tot gedragsverandering bij grote aantallen mensen.

  Niet waar, massamediale campagnes zijn slechts in beperkte mate in staat om gedrag te veranderen. De campagnes bevestigen vooral bestaand gedrag.

• 2.2 Mythe 2: Sterke argumenten overtuigen en leiden tot verandering van houding en gedrag

• Stelling: Sterke argumenten overtuigen en leiden tot verandering van houding en gedrag

  Niet waar, het grootste gedeelte van de tijd staan we niet open voor argumenten. Niet omdat we dat niet willen, maar omdat we ons dat niet kunnen permiteren. We selecteren onbewust alleen de dingen die werkelijk van belang zijn voor ons. Alleen dan staan we open voor arguementen van anderen. In alle andere gevallen, handelen we op de automatische piloot. (dus alleen bij gepland gedrag)

• 2.3 Mythe 3: Massamedia zijn geschikt voor kennisoverdracht op de hele bevolking

• Stelling: Massamedia zijn geschikt voor kennisoverdracht op de hele bevolking

  Niet waar, lager opgeleiden zijn (bijna) niet te bereiken via massamedia. De hele boodschap wordt opzij geschoven voordat een poging tot verwerking wordt ondernomen. Dus niet geschikt voor de hele bevolking aangezien 70% lager opgeleid is.

• 2.4 Mythe 4: Met gekochte mediaruimte kun je een onderwerp op de agenda zetten

• Stelling: Met gekochte mediaruimte kun je een onderwerp op de agenda zetten

  Het effect van gekochte media is veel kleiner dan het effect van free publicity. Je kunt ook niet bepalen hoe mensen over jouw onderwerp denken, alleen dat ze erover gaan praten. (agendasetting)

• 2.5 Mythe 5: Inspraak- en informatiebijeenkomsten zijn effectieve manieren om burgers te betrekken

• Stelling: Inspraak- en informatiebijeenkomsten zijn effectieve manieren om burgers te betrekken

  Groepsprocessen tijdens bijeenkomsten zorgen gemakkelijk voor escalatie en belemmeren democratische besluitvorming. Dominante figuren bepalen al snel de toon waardoor er meningen van anderen wegvallen.

  -groeppolarisatie: de mening in de groep kan beduidend extremer zijn dan de mening van de individuele groepsleden
  -false consensus: wanneer enkele groepsleden de bijeenkomst domineren en de meerderheid van de groep zwijgt.

• 2.6 Mythe 6: Inspraak- en informatiebijeenkomsten zijn effectieve manieren om burgers te betrekken

• Stelling: Met social media bereik je tegenwoordig iedereen

  Social media is een goede manier om snel en naar veel mensen informatie te verspreiden, maar mensen moeten hiervoor wel betrokken zijn bij het onderwerp.

• 2.7 Mythe 7: Keuze voor massamediale campagne komt tot stand op basis van kennis over effectiviteit

• Stelling: Keuze voor massamediale campagne komt tot stand op basis van kennis over effectiviteit

  Vaak wordt er door te veel mensen input gegeven over wat de campagne moet doen. Wanneer er veel mensen op één campagne zitten, krijgt hij niet meer de impact en lading die hij zou moeten hebben. Te veel beslissers is niet goed.