Promotie - Reclame

het prima voor merkidentiteit. 

Het beeld dat de zender wil overbrengen als de ideeen die leven bij de ontvangers (afnemers) zijn samengebracht. Je ziet aan de linkerkant van het prima de externe factoren zoals het fysieke beeld (tangible product) , wat het product sociologisch teweeg kan brengen (relatie) en hoe het product overkomt (reflectie). Aan de rechterkant vindt je de intrinsieke factoren van een product zoals wat het zegt over de persoonlijkheid van de gebruiker , de cultuurstempel en het zelfbeeld dat het product oproept bij de afnemer.

Deze groep is breder dan de marketingdoelgroep en omvat naast de potentiele kopers ook mensen die de beslissing kunnen beinvloeden (bijv. adviseurs maar ook gebruikers)

Om de ideale doelgroeppersoon te beschrijven, zodat de boodschap en de media die gebruikt gaan worden om de boodschap over te brengen zo goed mogelijk aansluiten bij de belevingswereld van de doelgroep. (tegen wie praten we eigenlijk, wat motiveert hen, zijn ze trouw, kennen ze ons merk al, wat verwachten ze van ons product, wat is hun attitude ten opzichte van ons merk ect.

• Cognitieve aspecten: Vergroot binnen zes maanden de spontane naamsbekendheid van ons merk met 5% bij de doelgroep
• Affectieve aspecten: Zorg dat de waardering voor ons product binnen een jaar stijgt van 6,4 naar 7,9
• Conatieve aspecten: Zorg dat er binnen twee maanden 5.000 mensen een proefmonster van ons product hebben aangevraagd.

• De taakstellende methode
• De omzetpercentage methode
• De anticyclische methode
• De concurrentiegeorienteerde methode
• De sluitpost methode

• De omzetmethode. Vast percentage van de omzet van vorig jaar genomen of van de geschatte omzet voor het komende jaar
• De afzetmethode. Hierbij wordt er een vast bedrag per eenheid product gebruikt als input (producenten van duurzame productiegoederen)
• De methode waarbij je een percentage neemt van het communicatiebudget van vorig jaar

Een briefing is een instructie waarin de opdrachtgever het reclamebureau informeert over het product, de markt en de organisatie, de doelgroep, de reclamedoelstellingen, de propositie (het belangrijkste verkoopargument), richtlijnen voor de teksten, visuals, media, budget en tijdsplanning

1. De marketingbriefing. Je informeert het reclamebureau in dit deel over de achtergrond gegevens van het bedrijf, de markt, de marketingdoelstellingen, de marktaandelen, de verhoudingen en de ontwikkelingen op de markt, de afnemer en zijn wensen en behoeften
2. De reclamebriefing. Hierbij ga je in op de reclamedoelstellingen, de reclamedoelgroepen die bereikt moeten worden, de kenmerken van deze doelgroepen en eventuele speciale wensen over de reclamevoering
3. De inhoudsbriefing. Dit is de informatie over de propositie die moet worden overgebracht.

• Relevant voor de afnemer
• Specifiek voor het merk
• Consistent
• Waarneembaar in het gebruik van het product
• Geloofwaardig
• Maatschappelijk aanvaardbaar
• Uniek

Richard Vaughn heeft een matrix ontwikkeld waar de hierarchische en niet hierarchische modellen in verband worden gebracht met high en low involvement producten

Eerst word het koopmotief (appeal) bepaald, daarna komt het werkelijke concept (thema) en als laatste hoe de afnemer benaderd zal worden met het thema (approach)

copy platform

De executiefase

1. Het carry-over-effect. (Lagged Advertising Effect)
2. Het gegeven dat het effect van de reclame inspanningen tot een bepaald niveau nauwelijks merkbaar is, maar eenmaal over een bepaalde drempel heen sterk toeneemt
3. Het cross-over-effect houdt in dat jouw reclame-inspanning voor een bepaald product ook een zeker positief effect kan hebben op de producten van de concurrent