Samenvatting: Normal Or Abnormal?

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Normal or Abnormal?

• 1 Probleem 1

  Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de componenten van angst?

  1. Subjectief/cognitief = gedachten -> Ik voel me angstig
  2. Fysiologisch = lichamelijk -> verhoogde hartslag
  3. Gedrag = fight or flight response -> vluchten

• Wat zijn de componenten van vrees/anxiety?

  1. Cognitief = zorgen maken over mogelijke bedreiging, gevoel geen controle te hebben
  2.  Fysiek = spanningsgevoel, klaar voor evt. Gevaar en fight or flight mode
  3.  Gedrag = situaties ontwijken

• Verschil rationele en irrationele angst?

  Rationeel = normaal bij angst, logische reactie.
  
  Irrationeel: komt meer voor bij vrees/anxiety, overdreven reactie zonder duidelijke oorzaak

• Blood-injection-injury phobia

  Angst voor naalden, bloed en ongelukken.
  

  • Unieke reacties: eerst verhoging bloeddruk en hartslag daarna dramatische daling
  • Gepaard met walging
  • Erfelijk
  • Evolutie: flauwvallen vermijdt verdere aanval. Als aanval plaatsvindt zou bloeddruk het bloedverlies minimaliseren 
    

• Prevalentie specifieke fobie

  • 12% vd populatie, waarvan 75% extreme angst
    
  • Dieren, bloed, tandarts: tijdens jeugd
  • Rijden en claustrofobie: volwassen
  • Meer bij vrouwen, varieert per fobie (vrouwen dieren, mannen injecties
    
  • Jongeren met fobie -> latere psychische problemen

• Psychologische factoren specifieke fobie?

  Psychoanalytisch: fobie representeert verdediging tegen angst die afstamt van onderdrukte impulsen van id. Angst wordt verplaatst naar extern object of situatie die symbolische relatie heeft met werkelijke object van angst
  
  Learning theory:  angstreactie wordt geconditioneerd met neutrale stimulus wanneer deze gepaard zijn met traumatische of pijnlijke gebeurtenissen -> neutrale stimulus wordt geconditioneerde stimulus. Wordt gegeneraliseerd naar gelijksoortige objecten en situaties
  ^ voor 58% vd mensen met fobie is traumtische ervaring oorzaak

• Wat is vicarious conditioning?

  Observational calssical conditioning.
  

  • Kijken naar persoon die fobie heeft en blootstelling aan specifieke stimulus kan ervoor zorgen dat iemand fobie overneemt 

• Wat voor invloed hebben individuele verschillen op het aanleren van een fobie?

  Eerdere levenservaringen, de mate van controle over de situatie en de mate van stress na de situatie bepalen of mensen een angst of fobie ontwikkelen

• Wat is het inflation effect?

  Ervaringen na het conditioneren hebben invloed op kracht en behouden van angst. 
  

  •  Verbale informatie en soortelijke gebeurtenissen
    

• Biologische factoren specifiek fobie?

  Mensen met s-allel zijn gevoeliger voor conditioneren van angst. Twinstudies bewijzen dat MZ tweelingen meer overeenkomen mbt fobieën dan DZ tweelingen
  
    Behavioural inhibition