Vertegenwoordiging en bestuurdersaansprakelijkheid - Vertegenwoordiging van de rechtspersoon - Rechtsgevolgen gebrekkige vertegenwoordiging

9 belangrijke vragen over Vertegenwoordiging en bestuurdersaansprakelijkheid - Vertegenwoordiging van de rechtspersoon - Rechtsgevolgen gebrekkige vertegenwoordiging

Situatie 1. Bestuurder handelt zonder bestuursbesluit. Bestuurder is zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd. Er is niks in statuten bepaalt en vloeit niets uit de wet voort. Er is 1 probleem; bestuurder handelt zonder dat er een bestuursbesluit is genomen. Heeft dit gevolgen voor de vertegenwoordigingshandeling die hij verricht?

Er is niets bepaald, dus kom je bij de bevoegdheid van de bestuurder  iedere bestuurder bevoegd (lid 2). Dus daar zitten we goed. Daarna kom je bij omvang van de bevoegdheid  onbeperkt en onvoorwaardelijk voor zover uit de wet niet anders voortvloeit  dat is niet zo  dus de vennootschap is gewoon gebonden. Rechtsgeldige vertegenwoordiging. Natuurlijk kan het intern gevolgen hebben, dat bijv. een bestuurder aansprakelijk gesteld kan worden. Maar extern is de vennootschap in dit geval gewoon gebonden.

Situatie 2a. Volgens statuten tweehandtekeningenstelsel, maar de bestuurder houdt zich daar niet aan en vertegenwoordigd gewoon alleen. Wat nu?

Dus één bestuurder vertegenwoordigd. Iedere bestuurder i.b. bevoegd, maar in dit geval is er sprake van een wettelijke beperking  2 handtekeningenclausule. De vennootschap is niet gebonden. Althans kan zich hierop beroepen.

Situatie 2b. Volgens statuten tweehandtekeningenstelsel, maar niet ingeschreven in het Handelsregister, één bestuurder vertegenwoordigd. Wat nu?

De stappen zijn hetzelfde maar nu is de conclusie anders. Art. 2:6  vennootschap kan geen beroep doen op die beperking omdat die niet is ingeschreven in het handelsregister. Derde kon het niet weten dat die beperking er was en hoefde dit niet te onderzoeken. Hij mocht er gewoon vanuit gaan dat de bestuurder onbeperkt en onvoorwaardelijk bevoegd is. Beperking kan niet worden ingeroepen door de vennootschap.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Situatie 3. Bestuurder handelt zonder statutair vereiste goedkeuring van de RvC. Wat nu?

Hier hebben we te maken met een interne beperking in de statuten. Bevoegdheid  i.b. iedereen bevoegd. Hier gaat het fout bij de omvang van de bevoegdheid. Het is geen wettelijke beperking dus de vennootschap kan hier geen beroep op doen in beginsel. Omdat het niet uit de wet voortvloeit. Althans, in beginsel niet. Op die regel dat de vennootschap geen beroep kan doen op interne beperkingen, bestaat een uitzondering  HR Bibolini.

Bij rechtshandelingen namens de rechtspersoon kunnen verschillende categorieën van gevallen worden onderscheiden. Welke zijn dit en kunnen deze bekrachtigd worden?

a. Rechtshandeling die buiten de wettelijke competentie valt (kan niet bekrachtigd worden);
b. Rechtshandeling waarvoor wettelijke toestemming of goedkeuring is vereist (bekrachtiging mogelijk); Niet wettelijke toestemming of goedkeuring is niet van betekenis
c. Rechtshandeling bij tegenstrijdig belang speelt alleen bij 2:47 of 2:57 lid 4 BW (geen bekrachtiging mogelijk);
d. Rechtshandeling door bestuurder zonder vertegenwoordigingsbevoegdheid (bekrachtiging mogelijk);
e. Rechtshandeling door een gevolmachtigde (bekrachtiging mogelijk);

Hoe kan een rechtshandeling ongedaan worden gemaakt?

Volgens art. 3:53 lid 2 BW kan de rechter desgevraagd aan de vernietiging van een rechtshandeling geheel of ten dele haar werking ontzeggen, indien de reeds ingetreden gevolgen van de rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt. Ik zou willen aannemen dat deze bepaling ook kan worden toegepast indien het gaat over rechtshandelingen die ingevolge bekrachtiging geldig kunnen worden.

Is inschrijving van de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid verplicht?

Voor de rechtspersonen geregeld in Boek 2 BW – behoudens voor de informele vereniging – voorziet de Handelsregisterwet 2007 en het daarop gebaseerde Handelsregisterbesluit 2008 in verplichte openbaarmaking van de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid door inschrijving in het handelsregister. Op overschrijding van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan de rechtspersoon tegenover een onkundige wederpartij in het algemeen slechts een beroep doen, indien de beperking of uitsluiting van de vertegenwoordigingsbevoegdheid ten tijde van de rechtshandeling op de door de wet voorgeschreven wijzen was openbaar gemaakt. Zie art. 2:6 lid 2 BW en art. 25 lid 1-2 Hrgw 2007.

Kan de rechtspersoon onjuistheid of onvolledigheid van in het register opgenomen gegevens inroepen tegen een wederpartij die daarvan onkundig was?

Nee. Onjuistheid of onvolledigheid van in het register opgenomen gegevens kan de rechtspersoon niet inroepen tegen een wederpartij die daarvan onkundig was. Zie art. 2:6 lid 3 BW.



Dat de rechtspersoon in een voorkomend geval geen beroep kan doen op de onbevoegdheid van zijn vertegenwoordiger op grond van de bepalingen omtrent de inschrijving van art. 2:6 lid 2-3 BW verhindert m.i. niet dat de wederpartij een beroep op die onbevoegdheid kan doen o.g.v. art. 3:69 lid 3 BW.

Kan een wederpartij zich beroepen op de onbekendheid met een feit dat op de door de wet aangegeven wijze openbaar is gemaakt?

Nee. De wederpartij van een rechtspersoon kan zich niet beroepen op onbekendheid met een feit dat op de door de wet aangegeven wijzen is openbaar gemaakt. Zie art. 2:6 lid 4 BW.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo