Vertegenwoordiging en bestuurdersaansprakelijkheid - Vertegenwoordiging van de rechtspersoon - Rechtsgevolgen gebrekkige vertegenwoordiging
9 belangrijke vragen over Vertegenwoordiging en bestuurdersaansprakelijkheid - Vertegenwoordiging van de rechtspersoon - Rechtsgevolgen gebrekkige vertegenwoordiging
Situatie 1. Bestuurder handelt zonder bestuursbesluit. Bestuurder is zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd. Er is niks in statuten bepaalt en vloeit niets uit de wet voort. Er is 1 probleem; bestuurder handelt zonder dat er een bestuursbesluit is genomen. Heeft dit gevolgen voor de vertegenwoordigingshandeling die hij verricht?
Situatie 2a. Volgens statuten tweehandtekeningenstelsel, maar de bestuurder houdt zich daar niet aan en vertegenwoordigd gewoon alleen. Wat nu?
Situatie 2b. Volgens statuten tweehandtekeningenstelsel, maar niet ingeschreven in het Handelsregister, één bestuurder vertegenwoordigd. Wat nu?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Situatie 3. Bestuurder handelt zonder statutair vereiste goedkeuring van de RvC. Wat nu?
Bij rechtshandelingen namens de rechtspersoon kunnen verschillende categorieën van gevallen worden onderscheiden. Welke zijn dit en kunnen deze bekrachtigd worden?
b. Rechtshandeling waarvoor wettelijke toestemming of goedkeuring is vereist (bekrachtiging mogelijk); Niet wettelijke toestemming of goedkeuring is niet van betekenis
c. Rechtshandeling bij tegenstrijdig belang speelt alleen bij 2:47 of 2:57 lid 4 BW (geen bekrachtiging mogelijk);
d. Rechtshandeling door bestuurder zonder vertegenwoordigingsbevoegdheid (bekrachtiging mogelijk);
e. Rechtshandeling door een gevolmachtigde (bekrachtiging mogelijk);
Hoe kan een rechtshandeling ongedaan worden gemaakt?
Is inschrijving van de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid verplicht?
Kan de rechtspersoon onjuistheid of onvolledigheid van in het register opgenomen gegevens inroepen tegen een wederpartij die daarvan onkundig was?
Dat de rechtspersoon in een voorkomend geval geen beroep kan doen op de onbevoegdheid van zijn vertegenwoordiger op grond van de bepalingen omtrent de inschrijving van art. 2:6 lid 2-3 BW verhindert m.i. niet dat de wederpartij een beroep op die onbevoegdheid kan doen o.g.v. art. 3:69 lid 3 BW.
Kan een wederpartij zich beroepen op de onbekendheid met een feit dat op de door de wet aangegeven wijze openbaar is gemaakt?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden