Samenvatting: Nova 3 Vwo Gymnasium Natuurkunde | 9789402065138 | F Alkemade

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van nova 3 vwo gymnasium natuurkunde | 9789402065138 | F.Alkemade

• 3 Energie

• 3.1 Energiebronnen

  Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• noem zes energiebronnen die in Nederland worden gebruikt

  1 Fossiele brandstof (91,4%)
  
  2 biomassa (4,5%)
  
  3 Wind (1,7%)
  
  4 Kernsplijting (1,4%)
  
  5 de zon (0,6%)
  
  6 aardwarmte (0,2%)

• Waar worden fossiele brandstoffen voor gebruikt?

  - Aardgas wordt gebruikt voor verwarmen van gebouwen
  - Steenkool wordt in Nederland in enkele elektriciteitscentrales      gebruikt
  - Aardolieproducten worden op grote schaal in het transport gebruikt

• Hoe wordt wind omgezet in energie?

  De wieken van een windmolen of windturbine worden in beweging gebracht door de wind, daardoor wordt een generator aangedreven die in de molen is ingebouwd.
  
  Zo wordt de  bewegingsenergie van de wind omgezet in elektrische energie

• Hoe wordt de zon omgezet in energie?

  De zon is een vorm van stralingsenergie.
  
  1. een zonnecollector zet de stralingsenergie om in warmte waarmee water wordt verhit.
  2. zonnecellen onderdeel van zonnepanelen zetten stralingsenergie om in elektrische energie

• Hoe wordt aardwarmte omgezet in energie?

  Aardwarmte = warmte die uit diepe aarlagen afkomstig is. Hoe dieper je in de aarde komt des te hoger de temperatuur.
  
  Het is mogelijk om deze warmte naar het oppervlakte te halen dmv twee putten.
  
  1. heet grondwater uit de diepte omhoog gepompt. Het hete water wordt door een warmtewisselaar geleid naar waar het een deel van zijn warmte aan koud water afgeeft
  2. daarna wordt het grondwater (koud) via de tweede put weer terug gepompt in de aarde

• Wat is de ideale energiebron?

  - onuitputtelijk
  - altijd beschikbaar
  - milieuvriendelijk en
  - goedkoop

• Benoem de vier kenmerken van een energietransitie

  1. duurzame energiebronnen: vb wind, zon, biomassa, warmtepompen, aardwarmte, restwarmte
  
  2.  efficiënt energiemanagement: isolatie van gebouwen, efficiente apparaten (vb letlampen), zuinig met energie om gaan (minder lang douchen)
  
  3. grootschalige energieopslag: grote accu's op in de vorm van waterstofgas
  
  4.  lokale productie van energie: zonnepanelen op daken, kleine windturbines

• 3.2 Verwarmen

  Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Warmte versus elektrische energie (geconcentreerde energie)?

  Warmte is een vorm van energie met lagere kwaliteit dan chemische of elektrische energie, omdat warmte zich over de omgeving verspreid.

• Hoeveel warmte is nodig voor de stijging x graden van x gram

  E = P X t
  
  E =   hoeveelheid warmte productie in joule
  P =   electriciteit in Wat
  t   =  tijd in seconden
  
  Oefeningen maken p. 135, 138 t/m 141

• Hoeveel joule is nodig om 1 g water 1 graad C te laten stijgen?

  4,2 joule
  
  C water = 4,2J/(g ℃)