Reactiemechanismen - Nucleofiele substitutiereacties

7 belangrijke vragen over Reactiemechanismen - Nucleofiele substitutiereacties

Wanneer is er sprake van een racemisch mengsel?

Als beidse spiegelbeeld isomeren van een Sn1-reactie dezelfde chemische eigenschappen hebben dan krijg je D of L

Wat gebeurd er bij de walden inversie?

Dit is bij Sn2, hierbij blijft de chiraliteit behouden en ontstaat er geen racemisch mengsel

Wat gebeurd er bij nucleofiele substitutie?

Een necleofiel valt aan op een elektrofiel koolstof atoam. Het nucleofiel gebruikt zijn elektronenoverschot om een binding met het C-atoom te maken waardoor er een andere groep vertrekt
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarvan is de snelheid van een substitutiereactie afhanklijk?

Van de beginstoffen

Waar hangt de reactiesnelheid van een Sn2-reactie vanaf?

Die hangt van beide beginstoffen af. Het nucleofiel (sterke base) valt aan de ene kant aan terwijl er aan de andere kant een groep afvalt (zwakke base)
Er is sprake van een overgangstoestand dus hij bestaat niet echt

Hoezo zijn Sn2 reacties langzamer in een oplosmiddel met OH of NH groepen?

Het nucleofiel moet zich eerst door het oplosmiddel zien heen te komen door de waterstofbruggen dit is moeilijker dan wanneer er geen oplosmiddel is. Dit oplosmiddel moet wel polair zijn

Waar wordt de stabiliteit van een koolstofatoom door beinvloedt?

Hoe stabieler de atoom hoe sneller de Sn1 reactie is. Dit word bepaald door het aantal en de lengte van de omringde zij-ketens. Hoe meer zij-ketens hoe groter de stabiliteit

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo