Chemie van het leven - Voeding

10 belangrijke vragen over Chemie van het leven - Voeding

Koolhydraten, eiwitten en vetten vormen een belangrijk deel van de voeding.
Noem 3 functies van koolhydraten?

  1. leveren van energie
  2. opslag van energie in de vorm van glycogeen
  3. leveren van vetzuren voor de vetsynthese

Waarom lost vitamine C goed op in water en vitamine A niet?

Een molecuul vitamine A bevat geen OH-groepen en kan dus met de watermoleculen geen H-bruggen vormen. De moleculen zijn apolair, daardoor zal vitamine A vetoplosbaar zijn.

Een molecuul vitamine C bevat 4 OH-groepen die met de watermoleculen H-bruggen kunnen vormen. Dus vitamine C zal wateroplosbaar zijn.

Noem nog 3 functionele voedingsmiddelen en leg uit waarom deze zijn ontwikkeld.

  1. Foliumzuur voor zwangere vrouwen om open ruggetjes tegen te gaan
  2. Vitamine D voor jonge kinderen om de bottengroei te bevorderen
  3. ‘Ijzer’ bij bloedarmoede
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De voedingsstoffen die een mens nodig heeft zijn afhankelijk van een aantal factoren, zoals leeftijd en inspanning.

Leg uit waarom kinderen in de groei relatief meer eiwitten nodig hebben dan volwassenen?

Een kind moet nog flink groeien, het heeft dus veel bouwstoffen nodig. Een volwassene is uitgegroeid.

Leg uit welk soort voedingsmiddelen een marathonloper extra nodig heeft?

Een marathonloper heeft vooral veel direct bruikbare energie nodig, dus veel koolhydraten (snelle suikers).

Mensen die aan krachtsport doen nemen vaak supplementen met extra eiwitten in. Leg uit waarom zij dit doen?

Extra eiwitten zet aan tot meer spieren.

Omega-3-vetzuren is een verzamelnaam.
Verklaar deze naam?

De overeenkomst is dat bij alle omega-3-vetzuren de eerste C=C-binding begint bij het derde C-atoom, geteld vanaf het uiteinde van de staart, dus niet vanaf −COOH.

Kijk naar som 7d.
In de structuurformule van ALA in het artikel staat een fout. Vergelijk de structuurformule met Binas tabel 67G2 en leg uit wat fout is?

Alfa-linoleenzuur heeft volgens Binas in totaal 18 C-atomen en geen 20 C-atomen.

Men spreekt in het artikel naast omega-3-vetzuren ook over omega-6-vetzuren.
Welke 2 omega-6-vetzuren worden vermeld?

Linolzuur en arachidonzuur.

In het artikel worden 2 theorieën beschreven die gaan over het effect van omega-3-vetzuren in je lichaam.
Geef beide theorieën kort in je eigen woorden weer?

Theorie I: ze werken in op de ionkanalen in de celwanden.
Theorie II: ze worden ingebouwd in de celmembranen en geven extra flexibiliteit.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo