Samenvatting: Nt2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van NT2
-
1) Onderkenning van lees- en spellingsproblemen dyslexie
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 26/12/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Bij welk vak moet je coderen en bij welk vak moet je decoderen?
Spellen = coderen, technisch lezen = decoderen -
Wat is een spellende leesstrategie? En wat is een radende leesstrategie?
Spellend lezen: letter voor letter verklanken van een woord. Blijft een leerling hierop hangen dan leidt dit tot een laag leestempo en vaak ook een beperkte accuratesse (nauwkeurigheid).
Radend lezen: leest niet precies wat er staat, maar probeert te gissen naar het woord door voorkennis, illustraties en de context van het verhaal. -
Als een leerling een spellingprobleem heeft in groep 3, waar heeft hij dan moeite mee?
Meestal bij een zwak fonemisch bewustzijn (moeite met hakken of zwakke auditieve analyse) en problemen bij klank-letterkoppeling -
Hoe is het zichtbaar dat er een spellingprobleem is bij leerlingen in groep 4 t/m 8?
Door:- spontane schrijfactiviteiten
- beperkte kennis van spellingregels (niet onthouden) - automatiseringstekort
- onvoldoende inslijping van schrijfwijzen (ei, ij of ou, au)
- corrigeren zichzelf niet
- niet herkennen van regelmatigheden in het spellingsysteem (geen kennis van moedertaal) --> gevolg: voorkomen dat een bepaald woord op meerdere malen gelezen wordt.
- schrijven onleesbaar en maken veel doorhalingen
- wel leesbaar schrijven: trage schrijftempo opvallend
-
Hoeveel procent wordt gezien als dyslexie leerling?
Ongeveer 4% -
Wanneer is er sprake van met een leerling van dyslexie?
Er is sprake van een ernstige lees-/spellingsachterstand, die blijkt uit een onvolledige en/of moeizame automatisering van het lees-/spellingsproces, ondanks goed onderwijs.
De snelheid van decoderen is het kernprobleem. -
2) Kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 05/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is voordeel van convergente differentiatie?
De leerlingen die extra zorg nodig hebben, kunnen met de groepslessen mee blijven doen. -
Wat is het nadeel van divergente differentiatie?
Zwakke lezers zitten in een ander groepje dan de sterke lezers. Daarom blijven zij zwakke leerlingen. -
3) Signaleren van lees- en spellingachterstanden
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Welke soort spellingfouten zijn er?
- Luisterfouten: fouten die worden veroorzaakt door op basis van wat je hoort een verkeerde beslissing te nemen over de spelling van een woord of woorddeel. Fonetische fouten vallen hier ook onder! werksteur, dieuw, dijeet
- Regelfouten: fouten die worden veroorzaakt door het niet of onjuist toepassen van een spellingregel. Apels, brant of hij berekend
- Inprentingsfouten: fouten die worden veroorzaakt door haperingen in de visuele inprenting van woorden of woorddelen. Vlugtig of tweifelen.
Inprentingsfouten zijn het gevolg van onvoldoende parate kennis over de schrijfwijze van woorden. - Luisterfouten: fouten die worden veroorzaakt door op basis van wat je hoort een verkeerde beslissing te nemen over de spelling van een woord of woorddeel. Fonetische fouten vallen hier ook onder! werksteur, dieuw, dijeet
-
4) Begeleiding bij lees- en spellingproblemen
Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 07/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Waar heeft een leerling met een zwak fonemisch bewustzijn moeite mee?
Doorzien van de klankstructuur van woorden en zinnen.
Moeite met rijmen of rijm herkennen, zinnen verdelen in woorden of woorden verdelen in lettergrepen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden