Samenvatting: (Nuray) Module 3 Thema 3 Acute Buik

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van (Nuray) Module 3 thema 3 Acute buik

• Acute buik differentiaal diagnose

  Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/03/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Benoem de latijnse benaming van de spieren in de abdomen

  M. Obliquus internus inwendige schuine buikspieren
  M. Obliquus externus uitwendige schuine buikspieren
  M. Transversus abdominis; horizontale buikspieren
  m. Rectus abdominis rechte buikspier, sixpack.

• Een sereuze membraan bestaat uit een 1lagig epitheel dat ondersteund wordt door losmazig bindweefsel. Sereuze membranen bekleden de inwendige oppervlakken van de borst-buik- en bekkenholten en hebben geen contact met de buitenwereld. Er zijn 3 sereuze membranen. Pleura, peritoneum, pericardium. Benoem welke inwendige oppervlakken ze omgeven.

  Pleura= longen,
  peritoneum= buikholte
  pericardium= pericardholte en hart.

• Chirurgie acute buik en complicaties

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/03/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een belangrijke complicatie bij een lap chol

  Gallekkage

• Wat is een closed bowel obstructie? Heb je bij ischemie pijn?

  Door verlittekening een verdraaiing in de darm. Bij ischemie geen pijnklachten.

• Inleiding urologie

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/03/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is acute urologie?

  Onherstelbare schade bij te lang wachten en veel ongemak / pijn

• Wat is oligurie, anurie, pollakisurie, nycturie?

  oligurie: minder plassen
  anurie: nier plassen 
  pollakisurie: veel plassen 
  nycturie: snachts veel plassen.

• Waar door krijg je flank- of koliekpijn?

  Flankpijn: stuwing
  Koliekpijn: door spasmes van het orgaan

• Bij 50% van de gevallen met flankpijn is er sprake van een niersteen. Benoem de bijbehorende klachten.

  Acuut, piekend, bewegingsdrang, misselijk/braken, migratie flank naar lies, urge (het idee dat je steeds moet plassen) en hematurie.

• Cultuur, ziekte en gezondheid

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/03/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen hoog en laag context cultuur?

  Hoog context: veel diverser, gaat meer over sfeer en gevoel. Start bij context en daarna de kern. Veel non verbaal. 
  Laag context: Beschrijf je exact hoe iets eruit ziet. Start bij de kern en daarna de bijzaak. Informatie is direct. Werk en prive is gescheiden. Veel letterlijk

• De basiswaardes van Hall is een soort sleutel om de deur naar andere culturen te openen. Benoem de 5 basiswaarden.

  • Laag/hoog context
    
  • monochrone/polychrone tijdsbeleving: 1 ding of meer dingen te gelijk doen. Bij monochrone word tijd ingedeeld in blokjes en bij polychrone gaat het meer om mensen en niet om tijd. Er wordt veel gepland in een bepaalde tijd het gaat er immers om dat je er bent en dan maakt de tijd niet uit. 
  • persoonlijke ruimte
  • snelle langzamere boodschappen
  • keten van handelingen: volgorde van....