Samenvatting: Nutheorie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nutheorie
-
1 Veilig rijden met het voertuig en reageren op nood situaties
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
De personenauto is voorin uitgerust met twee airbags. Op welke zitplaatsen moet de gordel gedragen worden? A. Alleen de zitplaatsen voorin? B. Alleen de zit plaatsen achterin? C. Op de zitplaatsen voor- en achterin?
ANTWOORD = C
Degordel moet altijd door alleaanwezige passagiers in deauto gedragen worden, zowel voor- alsachterin hetvoertuig . -
Moet je bij het achteruit inparkeren de gordel dragen? Ja of Nee?
ANTWOORD = JA
Je moet degordel altijd dragen wanneer jedeelneemt aan hetverkeer , dus ook bij hetinparkeren . -
Je staat stil bij een verkeerslicht. Mag je de gordel losmaken om je jas uit te trekken? Ja of Nee?
ANTWOORD = NEE
Je mag de gordel nooit losmaken wanneer je deelneemt aan het verkeer, dus ook niet als je even stilstaat bij rood verkeerslicht. Hier kan bijvoorbeeld iemand die van achteren aan komt rijden, de situatie verkeerd inschatten en tegen je aanrijden. Als je dan je gordel niet om hebt, maak je een klap tegen het stuur en/of de voorruit. -
Vanaf welke lengte moet je de gordel dragen? 80 cm, 1,10m, 1,35m
ANTWOORD = 1,35
Iedereen boven de 1,35 meter is verplicht een gordel te dragen. Onder de 1,35 meter moet een kind in een kinderzitje. -
Hoeveel personen boven 1,35m mag je op deze achterbank voeren? 2, 3, of 4?
ANTWOORD = 3
Alle zitplaatsen moeten voorzien zijn van een driepuntsgordel. Er zijn drie gordels, dus je mag maar drie personen vervoeren. -
Voor wie is het belangrijk dat de hoofdsteun goed is afgesteld? A. Alle Inzittenden, B. alleen de bestuurder, C. alleen de bestuurder en de passagier naast hem
ANTWOORD = A. Alle inzittenden
Voor de veiligheid is het belangrijk dat iedereen de hoofdsteun goed afstelt. Deze vangt namelijk grotendeels de klap op bij een ongeval. -
Hoe groot moet de afstand tussen het hoofd en de hoofdsteun zijn? A. Zo klein mogelijk of C. Zo groot mogelijk.
ANTWOORD = A. Zo klein mogelijk
De afstand tussen het achterhoofd en de steun moet zo klein mogelijk zijn, want dan ben je het beste beschermd tegen nekletsel en de gevolgen van de klap bij een ongeval. -
In welke situatie is de hoofdsteun goed afgesteld? Situatie 1 Of situatie 2
ANTWOORD = Situatie 1
In situatie 1 staat de hoofdsteun dichtbij en op dezelfde hoogte als het achterhoofd. Bij situatie 2 staat de hoofdsteun ook dichtbij, maar staat hij te laag. In dat geval klapt het hoofd bij ongeluk over de hoofdsteun. Dat zorgt voor een enorm krachtige klap op de nekspieren en veroorzaakt nekletsel. -
Je vervoert een kind van 90 cm zonder een goedgekeurd kinderzitje. Mag dat? Ja of Nee?
ANTWOORD = NEE
Wanneer een kind kleiner is dan 1,35m, dan moet deze altijd in een goedgekeurde kinderzitje worden vervoerd. -
Wanneer mag je een kind vervoeren zonder een geschikt kinderzitje? A. Nooit. B. Als hij/zij langer is dan 1,35m. C. Altijd.
ANTWOORD = B. Als hij/zij langer is dan 1,35m.
Wanneer een kind nog geen 1,35 meter is, moet hij/zij verplicht in een goedgekeurd kinderzitje vervoerd worden. Wanneer het kind 1,35 meter of langer is, hoeft dat niet meer. Het kind moet dan wel gordel dragen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden