Samenvatting: Nutrition Behaviour
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nutrition Behaviour
-
1 College 1
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Je kunt het model van Rozin en Sobal uitleggen
Food- Beschikbaarheid
- Tradities
- Typen van items etc
Situatie
--> Er is een taxonomie van verwerping en een taxonomie van acceptatie. Model combineert food, person en situation. -
Je kunt categorieën van acceptatie/verwerping van Rozin toelichten, inclusief de "law of contagion"
Taxonomieën van verwerping
1. Sensory affective: Distaste--- good taste
2. Anticipated consequences: danger--- beneficial
3. Ideational: inappropiate--- appropiate
4. Contaminent: disgust--- transvalued
Law of contagion: Wanneer twee objecten fysiek contact hebben, vindt er een overdracht van eigenschappen plaats. Zo kan het ene object ‘besmet’ raken door het andere object.
Zo vinden we ons voedsel direct onsmakelijk als het in contact is geweest met bijvoorbeeld een haar, insect of de
grond terwijl dit niet persé het geval hoeft te zijn. Het komt door ons eigen idee dat we iets vies vinden. -
Wat is de betekenis van hersenstam, limbische systeem en hersencortex voor eetgedrag?
Eetgedrag is het resultaat van 3 hersenstructuren:- Hersenstam: klassieke conditionering. Zoet- bitter. De basis voorkeuren
- Limbische systeem: instrumentele conditionering: je voelt je ziek nadat je iets gegeten hebt--> voedselaversie, duurt gemiddeld 11 jaar, zijn vaak high- protein foods. 80% ervaart misselijkheid en niet door een allergie!
- Hersencortex: cognitie--> rationeel gedrag--> gezond versus ongezond.
-
Wat is the theory of planned behaviour?
- Gedrag is rationeel
- Er zijn geen onbewuste motieven en wensen
- Gedrag wordt voorafgegaan door intentie tot bepaald gedrag
- Intentie om bepaalde gedrag te vertonen wordt bepaald door attitude, sociale norm en ingeschatte efficacy om het gedrag te realiseren
- Attitude, sociale norm en efficacy zijn bepaald door de ingeschatte voordelen en nadelen
- Effecten van externe variabelen lopen door het componentenmodel
- Gedrag is rationeel
-
2 College 2
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Je kunt begrijpen en benoemen dat sensorische en metabole aspecten betrokken zijn bij voedselkeuze en voedselinname
In de hersenen wordt het eetgedrag gevormd. Dit wordt gevormd door sensorische aspecten (lekker eten--> variatie. Als je steeds hetzelfde eet gaat dat je vervelen en daardoor eet je gevarieerd) en metabole aspecten (door energie wordt honger omgezet in verzadiging)--> Dit samen maakt het voedingspatroon.
Je leert sensorische signalen te combineren met metabole aspecten, dan weet je wat er gebeurt wanneer je iets eet. -
Je kunt begrijpen en benoemen dat sensorische signalen en metabole gevolgen van voedsel in de hersenen worden geïntegreerd en zo leiden tot een bepaald voedingspatroon
Sensorische signalen en metabole gevolgen van voedsel worden in de hersenen geïntegreerd en leiden zo tot een bepaald voedingspatroon- Sensorische signalen: sensorische prikkel (proeft zoet) --> waarneming (chocola) --> evaluatie (goed) --> sensorische verzadiging (te veel chocola, slechtere evaluatie) -->variatie
- Metabole gevolgen: lege maag --> honger (rekreceptoren, hoog ghreline en dalend glucose) --> start maaltijd --> toename verzadiging (rekreceptoren, CCK, GLP-1, insuline, nutriënten in bloed, nutriënten in lever, PYY) --> einde maaltijd --> afname verzadiging
-
Je kunt uitleggen en benoemen het satiety cascade model van Blundell, dwz onderscheid maken tussen "satiation" en "satiety", en het achtereenvolgens benoemen van sensorische, cognitieve, post-ingestieve en post-absorptieve factoren bij de totstandkoming van verzadiging;
Satiation = het proces dat bepaalt wanneer we stoppen met eten (verzadiging )- binnen een
maaltijd - de grootte van de
maaltijd . sensorische en vroegepre-absorptieve signalen- Het gaat voornamelijk om
cognitieve ensensorische voedseleigenschappen Geur en smaak hebben invloed (bij satiety niet!)
Satiety = het proces dat de interne drive om te etenonderdrukt (verzadigheid )- tussen
maaltijden - bepaalt het
interval tussenmaaltijden - Er zijn late
pre-absorptieve enpost-absorptieve signalen nutrionele eigenschappen
- binnen een
-
Benoem de hierarchie in verzadigende werking van micronutrienten
De verzadigende werking heeft te maken met de energiedichtheid (SI index). Eiwitten-->koolhydraten --> vetten-->alcohol .Eiwitten zijnverzadigend , vetten niet. Komt door de structuur. Alcohol heeft eeneetlust stimulerend effect. Ook water hoogverzadigend effect. Koolhydraten geencorrelatie .Onderzoek toont aan dat mensen niet erggevoelig zijn voor energydensity van voedsel. Ze zijn niet erg precies inreguleren vanvoedselinname .
Wanneer je praat over nutrionele eigenschappen heb je het over:- Macronutrienten
- Energiewaarde/ dichtheid
- Vezelgehalte
-
Wat is de rol van het gewicht/ volume van voedsel en de energiedichtheid bij de verzadigende werking van voedingsmiddelen?
Gewicht en volume spelen een belangrijke rol. Mensen die veel eiwitten eten -
Benoem de hoge verzadigende werking van vezels
Vezels hebben een hoge verzadigende werking. Ze zijn lastig/ niet te verteren en doen er lang over om door het maag- darm kanaal te gaan.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden