Doelstelling: Gedragsproblemen
20 belangrijke vragen over Doelstelling: Gedragsproblemen
Welke 4 criteria dragen bij tot meer kennis bij gedragsstoornissen?
Omvang: Met omvang bedoelen we aan te geven of het negatieve gedrag zich beperkt tot één situatie of dat dit in meerdere situaties voorkomt.
Gevolgen: De consequenties kunnen betrekking hebben op de omgeving, maar ook op de betrokkene zelf. Gedragsproblemen verwijzen vrijwel altijd naar onderliggende disfunctionerende psychische processen enerzijds en een problematische (gezins)omgeving anderzijds.
Jahoda noemt 6 criteria als belangrijke kenmerken van geestelijke gezondheid, welke?
-Een positieve houding tegenover jezelf
-In staat tot ontwikkeling en zelfactualisering
-Een harmonieuze integratie in de samenleving
-Een zelfstandig, onafhankelijk en autonoom optreden
-Een accurate perceptie van de externe omgeving
-Een adequate omgang met de directe omgeving
Waaruit bestaat de piramide van Maslow?
-De fysiologische behoefte (honger, dorst)
-De behoefte aan veiligheid (zekerheid, rust)
-De behoefte om ergens bij te horen (liefde, identificatie)
-De behoefte aan waardering
-De behoefte aan zelfverwerkelijking.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Er zijn een aantal aspecten die een centrale rol worden toegedacht in de beoordeling van het doen en laten van mensen. Welke 6 zijn dat?
-Lijden: sleutelkenmerk van veel psychische problemen.
-Disfunctioneren
-Onvoorspelbaar gedrag
-Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
-Onconventioneel gedrag
-Aantasting van de geldende moraal
Gedrag wordt intern gestuurd door biologische processen. Wanneer zich hier fouten in voortdoen, ontstaan problemen. Gedrag wordt gezien als iets dat in zeer grote mate kan worden verklaard door biologische constellatie van het individu. Er worden naar 4 verklaringen gekeken als het om gedragsproblemen gaat, welke 4?
-Gedragsgenetica: in hoeverre zijn gedragsproblemen erfelijk. Tweeling/adoptiestudies. Ook heeft men aandacht voor de identificatie van specifieke (sets van) genen die betrokken zijn bij de problemen. Risicogenen. Echter: zeer complex, vaak meerdere genen betrokken, expressie hangt van veel factoren af.
-Neuroanatomie: gedragsproblemen verklaren vanuit disfuncties op het niveau van de structuur van de hersenen. Uitzoeken welke hersenstructuren verantwoordelijk zijn voor welke gedragingen.
-Neurofunctie: gedragsproblemen verklaren in termen van niet-optimale activatie van hersenregio’s.
-Neurochemsich: relatie tussen chemische processen en gedrag.
Wat is de klassieke conditionering?
oOnvoorwaardelijke Prikkel (OP): vaste reactie (pesten – pijn)
ooorwaardelijke Prikkel (VP): neutraal, nog niets over geleerd.
oAls kind leert dat OP vaak gebeurt op school (VP), zal het kind op den duur bij confrontatie met school anticiperen dat het zich verdrietig zal voelen.
Wat is de operante conditionering?
Psychoanalytische en psychodynamische visie op de behandeling van gedragsstoornissen? Wat is de kritiek hierop?
Kritiek: therapie is zeer intensief, langdurig en duur. Weinig rekening gehouden met veranderen van omgevingsfactoren. Effect is te weinig aangetoond.
Wat is het CGT behandelingsmodel bij de behandeling van gedragsstoornissen?
Meer nadruk op wat het kind denkt en voelt.
Gebaseerd op leertheorie van Bandura; cognitieve en omgevingsinvloeden integreren.
Wat is de systeem- of gezinstherapeutische benadering bij de behandeling van gedragsstoornissen? Wat is de kritiek hierop?
Kritiek: te weinig aandacht voor individuele kind, teveel problemen herdefiniëren als partnerrelatieproblemen en daardoor andere oorzaken veronachtzamen.
Wat is de orthopedagogische benadering bij de behandeling van gedragsstoornissen?
Loeber (driehoek) heeft 3 ontwikkelingspaden van antisociale jongens, welke zijn dit? En wat houden ze in?
-Open pad: begint met agressie op jonge leeftijd en eindigt met gewelddadige criminaliteit op oudere leeftijd
-Gesloten pad: begint met vergrijpen als winkeldiefstal, liegen en vandalisme en eindigt met serieuze delinquentie als fraude, inbraak en ernstige diefstal
-Autoriteit-conflict pad: begint met tegendraadsheid in de vroege kindertijd en leidt –via gedrag als weglopen en spijbelen- al op jonge leeftijd tot delinquent gedrag.
Wat is het doel van classificeren van probleemgedragingen?
Welke twee benaderingen zijn er te onderscheiden om tot een classificatie van probleemgedrag te komen?
- Empirische aanpak
Wat houdt de klinische aanpak/benadering in?
Wat is het nadeel van de klinische benadering?
Ook vinden critici dat er meer naar gestandaardiseerde classificatiesystemen gestreefd moet worden, die gebaseerd zijn op empirisch onderzoek en niet slechts geënt op te vage en abstracte theoretische concepten.
Wat houdt de empirische benadering in?
Wat houden broad-band en narrow-band dimensie in?
Narrow-band dimensie: Bestaat uit een groter aantal dimensies en heeft dikwijls betrekking op een specifieke populatie.
Aan welke criteria moeten goede vragenlijst zich voldoen?
-Breed toepasbaar zijn
-Meerdere informatiebronnen
-Betrouwbaarheid en validiteit bezitten
Wat zijn de belangrijkste structurele wijziging in de DSM-5? (3)
- Het verdwijnen van het meerassensysteem
- meer dimensionale benadering met de mogelijkheid om de mate van de ernst van een stoornis aan te geven
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden