Doelstelling Theorieën over de psychosociale ontwikkeling, Erikson en Marcia
16 belangrijke vragen over Doelstelling Theorieën over de psychosociale ontwikkeling, Erikson en Marcia
.Epstein Artikel Carver en Scheier doelstelling 4: vraag over manier van onderzoek doen.
Cross-sectioneel à gedrag wordt onderzocht in verschillende situaties op hetzelfde moment of met kleine interval (hier en daar) à gedrag is niet stabiel
Longitudinaal à gedrag wordt onderzocht door de tijd heen met een langere interval (toen en nu) à gedrag is stabiel
Binet intelligentietest welke 2 onderdelen testte hij
Binet maakte gebruik van complexe mentale processen. Met een empirisch uitgangspunt en introduceerde een totaalscore van intelligentie niveau. à van internet
Psychometrische benadering, mentale leeftijd delen door werkelijke leeftijd. Eerste die testte met opdrachten die aansloten bij het intelligentie begrip. Test ontwikkelen om zwakbegaafdheid aan te tonen. Testte sensorisch en perceptueel maar wel verbaal. à uit samenvatting
Activity level vigor/tempo
Vigor = de intensiteit van gedrag
Tempo = speed/ snelheid
Mensen met een hoog activiteitsniveau , willen hoge intensiteit en hoge speed. Dus hoge vigor en hoge tempo.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Early onset, vroege puberteit voor wie ongunstiger/positief
- Jongens voor jongens positiever
- Meisjes voor meisjes negatiever
Welke persoonlijkheidsfacoren vallen onder Beta
BETA à Extraversie en openess
ALFA à Agreeableness, Conscientieusheid en neuroticisme
Neurotisisme en extraversie zijn het belangrijkste om dingen te voorspellen of verklaren.
Wat houdt volgens Freud het afweermechanisme reactieformatie in?
- Het omgekeerde doen van je impuls
Gegeven: Volgens het interactionisme zijn er individuele verschillen in hoe consistent het gedrag is van mensen over verschillende situaties heen. Gijs bijvoorbeeld gedraagt zich in elke situatie hetzelfde, terwijl Jacob zijn gedrag aanpast aan de situatie waarin hij zich bevindt.
a Gijs heeft een sterke persoonlijkheid en Jacob vertoont lage makte van self-monitoring
b Gijs heeft een sterkte persoonlijkheid en Jacob vertoont een hoge mate van self-monitoring
c Gijs vertoont een hoge mate van self-monitoring en Jacob heeft een sterkte persoonlijkheid.
Welke stelling is juist
Stelling b
Volgens Wentholt bestaat sociale identiteit uit drie componenten. De interventie van Jane Elliot uit de jaren 60 illustreert de vorming van sociale identiteit in termen van de drie componenten van Wentholt. Haar interventie bestond uit drie delen:
-Deel 1 Elliot maakte tijdens haar interventie in de klas onderscheid tussen blauwogige kinderen en bruinogige kinderen.
- Deel 2 Vervolgens behandelde zij een van de twee groepen alsof ze minderwaardig waren.
- Deel 3 Uiteindelijke gingen de kinderen de labels gebruiken om zichzelf en andere te beschrijven.
Welke component van Wentholt illustreert deel 2 van de interventie
Het IQ debat is reeds terug te zoeken in de geschiedenis van de Westerse filosofie namelijk, de tegenstelling tussen het empirisme en het nativisme.
Wat beweren empiristen en nativisten.
Een vrouw is homozygoot zwart harig (AA) Een man is homozygoot roodharig (aa) Wat is de kans dat een kind van dit koppel zwart haar zal hebben?
Wanneer een kind een nieuw object interpreteert in termen van informatie dat het al heeft vertoont het kind:
Langstudeerders kosten de overheid jaarlijks veel geld. Door een langstudeer-boete in te stellen hoopt de overheid deze mensen te stimuleren om sneller af te studeren. De logica van welk stadium van morele ontwikkeling past daar het beste bij?
Waar zijn mannen volgens Kimura beter in dan vrouwen
Volgens sommige wetenschappers kan pedagogiek benaderd worden als empirische wetenschap naar natuurwetenschap model. Waar richt de empirische wetenschap zich op binnen dit natuurwetenschappelijk model
Belangrijk verschil in de oorsprong van pedagogiek en psychologie is dat pedagogiek vooral een
Soof komt bij een orthopedagoog omdat ze zo bang is voor spinnen dat ze ’s avonds niet meer durft te gaan slapen. De orthopedagoog concludeert dat Soof iedere confrontatie met spinnen vermijdt, waardoor ze niet leert dat haar angst irreëel is en de angst blijft bestaan. De ouders van Soof lijken mee te gaan in haar vermijdingsgedrag. Wat voor soort behandeling zal de orthopedagoog in gaan zetten?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden