Doelstelling: Visuele beperking
8 belangrijke vragen over Doelstelling: Visuele beperking
Wat zijn de pedagogische kernvragen bij een visuele beperking?
-Wat ziet het kind wel en niet?
-Wat zijn de gevolgen in de ontwikkeling hiervan?
-Wat betekent dit voor de opvoeding?
Wat is het ICF? En welke perspectieven heeft het?
-Het functioneren van het menselijke organisme,
-Het menselijk handelen en de mens als deelnemer
-Het maatschappelijke leven.
Daarnaast worden externe en persoonlijke factoren betrokken.
Welke 4 aparte classificaties heeft het ICF?
2.De anatomische eigenschappen (beide geordend vanuit orgaansystemen)
3.Activiteiten en participatie (geordend op levensgebieden)
4.Externe factoren (individuele factoren, omgeving en sociale factoren – wetten)
Deze classificaties zijn onderverdeeld in hoofdstukken en nader uitgewerkt in domeinen en categorieën en geoperationaliseerde definities.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Vanuit de ICD wordt slechtziendheid opgevat als een defect aan de ogen en verwante anatomische structuren, waardoor we de wereld om ons heen minder goed zien. Dat minder goed zien wordt meestal weergeven in 2 kernfuncties, welke?
2.Gezichtsveld: Een kleiner deel van de omgeving zien dan normaal, als we de ogen niet bewegen.
Naast gezichtsscherpte en gezichtsveld zijn nog andere visuele functies die te maken hebben met de kwaliteit van het beeld dat wat wij zien. Welke stoornissen zijn er nog meer?
-Het kleuronderscheidingsvermogen
-Het lichtadaptatievermogen (aanpassen aan systemen aan te passen aan verschillende lichtniveaus)
-De contrastgevoeligheid (wat iemand aan verschillen in helderheid kan zien tussen twee vlakken)
Overige aantastingen van de beeldkwaliteit in engere zin, zoals aangetast hoornvlies of troebele delen, vormaantasting hoornvlies, lichtflitsen, trillingen, enz.
Er kunnen stoornissen zijn in de oogbewegingen die het kijken ernstig belemmeren. Welke stoornissen kunnen dit zijn? (8)
-Accommoderen; het scherp stellen op de juiste kijkafstand door bolling ooglens;
-Con- en divergeren; richten van beide ogen op hetzelfde punt (hoe dichterbij; hoe meer naar binnen draaien (convergeren)
-Fixeren; stilhouden op een punt voor gedetailleerde visuele waarneming;
-Willekeurig richten van de blik van de ene fixatie naar de volgende gewenste plek;
-Het volgen van langzame, snelle of in snelheid veranderende bewegingen;
-Het reflexmatig compenseren van de blikrichting bij bewegingen van het hoofd en het lichaam;
-Het maken van zeer kleine cirkelbewegingen met de ogen;
-Het al dan niet goed kunnen openen en sluiten van de oogleden.
Wat is oculaire slechtziendheid?
Wat zijn de Visuele Activiteiten en Participatie schalen? Wat is het doel hiervan?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden