Innovatiebox/Mismatches/bankenbelasting/fusies etc

24 belangrijke vragen over Innovatiebox/Mismatches/bankenbelasting/fusies etc

Wat wordt door auteurs Wegwijs als immaterieel actief verstaan?

'een pakket samenhangende (unieke) technologische kennis die vatbaar is voor overdracht en is te onderscheiden van de overige kennis'

Hoe vaak pas je de omzettoets bij belastingplichtige toe? (om te zien of je kleine of grote belastingplichtige bent in de zin van 12ba e.v. Vpb, voor de innovatiebox?)

Op basis van voorbeeld uit parlementaire geschiedenis kan worden aangenomen dat voor elk jaar steeds de omzetcijfers worden gehanteerd die zien op de situatie waarin de belastingplichtige in dat jaar verkeert.

Wat als een belastingplichtige niet voldoet aan het voordeel- en/of het omzetcriterium? (innovatiebox)

Dan is hij een grotere belastingplichtige. Voor een immaterieel actief dat is voortgevloeid uit werkzaamheden waarvoor een S&O verklaring is afgegeven, komt hij dan alleen in aanmerking voor de innovatiebox als hij m.b.t dat actief naast de S&O verklaring, een juridsich toegangsticket heeft. 12ba lid 1 onderdeel b vpb.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat geldt als moment of aan juridisch ticket voor grotere belastingplichtigen voor toepassing innovatiebox wordt voldaan?

Bijzondere is hier dat: in het verleden was het zo dat voor wat betreft jur ticket, het pas gold op moment dat octrooi/kwekersrecht pas werd verleend. Tegenwoordig is het zo, als je voor uitvinding dat aanvraagt, dan is dat al voldoende. Dus je hebt dan gedurende de aanvraag al te maken met een immaterieel actief waarvoor je een juridisch ticket hebt en dat kan kwalificeren als kwalificerende activa voor de innovatiebox.

Wat is de formule die je toepast in 12bb vpb en waar staat elke waarde voor, om de kwalificerende voordelen te berekenen?

Kwalificerende voordelen = K/T x voordelen uit het immaterieel actief, verminderd met de drempel.

K = kwalificerende uitgaven voor het actief x 1,3 [uitgaven voor door de belastingplichtige zelf verricht S&O en aan derden uitbesteed S&O voor het immaterieel actief]

T = totale uitgaven voor het actief [alle uitgaven voor S&O i.v.m. Immaterieel actief, tenzij het gaat om 12bb lid 8 vpb]

Wat valt niet onder 12bb, de kwalificerende voordelen als het gaat om uitbesteed werk door een belastingplichtige?

Wat er dus niet onder valt en dus niet kwalificerend: uitgaven die zijn gedaan voor S&O werk, die zijn uitbesteed aan gelieerde  partijen. (binnen concernverhoudingen)

Uitbesteed aan derden, niet-gelieerd, wel kwalificerende uitgaven.

Waarom is de mismatch nagenoeg alleen aan de orde in internationale context?

Vrijwel nooit in nationale verhoudingen, want dan corresponderende aanpassingen. BNB 1978/252

Waar zijn 8ba en 8bd tegen gericht?

Gericht tegen mismatches met heffingslek, als gevolg van toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in Nederland omdat het betrokken buitenland de door de partijen overeengekomen voorwaarden volgt.

Waar gaat het in alle gevallen om bij 8bb 8bc en 8bd vpb?

In alle gevallen 8bb 8bc en 8bd gaat het erom dat er een bepaalde prijs is overeengekomen is die niet zakelijk is, aanleiding kan geven tot te weinig belaste winst in NL, omdat er in het buitenland NIET wordt gecorrigeerd.

Art. 8bb / Voorbeeld 1 - werk uit


M Co. leent aan haar dochter D in Nederland tegen 1% rente. Een zakelijke rente zou 6% hebben bedragen.

- aftrek van 6% bij D op basis van het zakelijkheidsbeginsel (art. 8, lid 1)

- art. 8bb, lid 2: neerwaartse winstaanpassing bij D is 5% op basis van het zakelijkheidsbeginsel

- art. 8bb, lid 1: geen neerwaartse winstaanpassing als geen sprake is van een corresponderende opwaartse aanpassing bij M Co.

Lid 1 is niet van toepassing indien belastingplichtige (D) kan aantonen dat sprake is van een corresponderende opwaartse winstaanpassing die wordt betrokken in een winstbelasting bij M Co.

Art. 8bb / Voorbeeld 2 - werk uit


M, in Nederland, leent aan haar dochter D Co. in het buitenland tegen 10% rente. Een zakelijke rente zou 6% hebben bedragen.

- 6% belast op basis van het zakelijkheidsbeginsel bij M (art. 8, lid 1)

- art. 8bb, lid 2: neerwaartse winstaanpassing op basis van het zakelijkheidsbeginsel bij M is 4%

- art. 8bb, lid 1: geen neerwaartse winstaanpassing indien geen sprake is van een corresponderende opwaartse winstaanpassing bij D Co. (aan te tonen door de belastingplichtige (M))

- geen uitdeling bij toepassing van art. 8bb, lid 1

Art. 8bb/ Voorbeeld 3

A Co., niet gevestigd in Nederland, gaat met een derde een dienstverleningscontract aan waarvan de kosten voor rekening van A Co. komen, maar de voordelen worden genoten door o.a. een Nederlandse deelneming van A Co. (D) die daarvoor niet betaalt. De waarde van deze diensten is € 500.000. Indien A Co. dit bedrag kan aftrekken heeft D in Nederland niet ook recht op aftrek (hoewel dit op basis van het zakelijkheidsbeginsel wel zou moeten). Zie art. 8bb, lid 1.

Dit is het voorbeeld.

Y leent tegen 0% van X HE. Een zakelijke rente is 5%. X HE is een naar het land van vestiging transparant lichaam, maar naar Nederlands recht een niet-transparante entiteit. (oftewel: een hybride lichaam)
Art. 8bb, lid 1 is in principe van toepassing omdat X HE niet wordt belast. Op basis van art. 8bb, lid 3, Wet VPB 1969 blijft een bijtelling toch achterwege voor zover de deelgenoten tegen een zakelijke rentevergoeding (5%) worden belast.

Dit is het voorbeeld

Art. 8bc, lid 1 / Voorbeeld


X Co., gevestigd in X-land, levert aan haar dochter Y in Nederland een machine voor € 5 miljoen. Een zakelijke prijs zou € 15 miljoen hebben bedragen. De machine wordt bij Y gewaardeerd tegen € 5 miljoen (ondanks aanwezigheid van een storting van informeel kapitaal), tenzij Y kan aantonen dat bij X Co. in X-land voor de winstbelasting ook wordt uitgegaan van een overdrachtsprijs van € 15 miljoen.

Dit is het voorbeeld

Art. 8bc, lid 2 / voorbeeld

A BV neemt een schuld over van X Co. X Co betaalt € 10 mln. voor de overname van de schuld aan A BV. Een zakelijke vergoeding zou € 7 mln. zijn. De schuld wordt alleen voor € 7 mln. te boek gesteld indien het verschil in het land van X Co in een belasting naar de winst wordt betrokken.

Dit is het voorbeeld

  • Art. 8bd
    Kapitaalstorting, uitdeling, terugbetaling van kapitaal en liquidatie-uitkering in natura. Waardering van vermogensbestanddelen moet in grensoverschrijdende situaties gelijk opgaan.

  • Voorbeeld
    De in de VS gevestigde M Co. ‘brengt’ een machine in als informeel kapitaal in haar Nederlandse dochter. In de VS wordt de machine op € 500.000 gewaardeerd. In Nederland op € 800.000. Indien in de VS niet wordt gecorrigeerd, gaat Nederland ook € 500.000 als boekwaarde aanhouden. 

Dit is het voorbeeld

Wat zijn 4 punten die gelden voor alle artikelen (8ba 8bb 8bc 8bd) m.b.t. De mismatches bij het zakelijkheidsbeginsel?

    • Voor alle artikelen:
      • percentage naar de winst geheven belasting doet niet ter zake
      • aanpassingen werken ook door naar andere bepalingen in de vennootschapsbelasting
      • de mismatches bij het zakelijkheidsbeginsel-regelgeving werkt niet door naar de dividend- en bronbelasting
      • ingangsdatum 1 januari 2022

Wat is de essentie van belastingplicht overheidslichamen in de vpb?

Overheidslichamen die een onderneming uitoefenen zijn belastingplichtig tenzij een subjectieve of objectieve vrijstelling van toepassing is.
Subjectieve belastingplicht (2 en 3), subjectieve vrijstellingen 5 t/m 6b, objectieve vrijstellingen o.a. 8e, 8f, 8g.

Wat als er meerdere ondernemingen zijn en het gaat om overheidsondernemingen?

Dan gelden deze als 1 geheel. Zie  werkgroep. En artikel: 2 lid 2 vpb.

Hoe moet grondexploitatie gekwalificeerd, als dat door de gemeente wordt uitgeoefend?

Als ondernemingsactiviteit. Een van de belangrijkste activiteiten door de gemeente. (Dus: ontwikkeling bouwkavels waar huizen op worden gebouwd etc). Oftewel. Mogelijk belastbare activiteit in de vpb.

Waar wordt het ondernemingsbegrip van 2 en 3 uitgebreid? Licht kort toe

  • Ondernemingsbegrip art. 2 en 3
    • uitbreiding van art. 4:
      a. (in potentie) in concurrentie treden i.p.v. winststreven
      b. verzekeren van pensioenen enz.
      c. het zijn van medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming niet voortvloeiend uit effectenbezit (commanditair in een besloten CV)


    Waar wordt het ondernemingsbegrip van 2 en 3 uitgebreid? Licht kort toe

  • Ondernemingsbegrip art. 2 en 3
    • uitbreiding van art. 4:
      a. (in potentie) in concurrentie treden i.p.v. winststreven
      b. verzekeren van pensioenen enz.
      c. het zijn van medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming niet voortvloeiend uit effectenbezit (commanditair in een besloten CV)


    Als je over de grens gaat van 90%, oftewel meer dan 10% als nevenactiviteiten hebt als ziekenhuis (zie 5 en 6b vpb), wat dan?

    Dan kun je wel voor de vrijgestelde activiteiten een objectvrijstelling (i.h.b. 8e, 8f, 8f) krijgen. Maar geen subjectieve vrijstelling!

    Objectvrijstelling 8e vpb. Maak onderscheid tussen de volgende situaties. Gemeente Groningen richt BV op. Als zij activiteiten verricht voor haar eigen BV, waar valt dat onder? (wettelijke bepaling) Wat is daar weer een uitzondering op?

    8e lid 1 sub a ten tweede. Dan zijn de voordelen behaald met die activiteit ook weer vrijgesteld.

    Immers> de BV is een privaatrechtelijk overheidslichaam van het lichaam, het lichaam is de gemeente.

    Uitzondering is lid 10, de TBS.

    De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

    • Een unieke studie- en oefentool
    • Nooit meer iets twee keer studeren
    • Haal de cijfers waar je op hoopt
    • 100% zeker alles onthouden
    Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
    Trustpilot-logo