Inleiding Beleggingsinstellingen & pensioenen

30 belangrijke vragen over Inleiding Beleggingsinstellingen & pensioenen

Leg uit wat het verschil is tussen open (niet-transparante) en besloten (transparante)  FGR. Waar kom je welke precies tegen?

Je hebt de besloten, transparante FGR. Deze FGR wordt wel gebruikt als familiefonds, om vermogen bijeen te brengen (en zodat kinderen niet van de verkochte onderneming het geld konden opmaken)

Je hebt de open, niet-transparante FGR. Deze FGR zie je bij privacystructuren > dan schuift men een niet transparante FGR tussen concern en aandeelhouders, zodat band niet direct zichtbaar is ivm privacy en
Bij box(s)hopping > box 2 feitelijke rendement, box 3 fictief (was zo), vermogen van box 3 naar box 2 overbrengen, daar zie je de OFGR ook.

Waar zie je respectievelijk de FBI, de VBi en de FGR voorkomen?

FBI: door particulieren, kleine pensioenfondsen, vastgoed en kleinere aandelen. (equit en (listed) real estate)
VBI: fixed income: staatsobligaties, maar ook hedge funds
FGR: poolingvehicle: hoe meer vermogen je samenbrengt, hoe groter de voordelen kunnen zijn (schaalgrootte, gezamenlijk inkopen etc)

Van onder naar boven zie je belastingheffing plaatsvinden op 3 niveaus. Beschrijf wat voor heffingen en/of soorten beleggers je ziet

Beleggingsniveau: bronbelasting, ook divbel etc (denk aan Heineken, AirBus, wie dan ook)
Fondsniveau: dat is de beleggingsinstelling (VBI/FBI/FGR?)
Beleggersniveau: kan gaan om pensioenfondsen, charities, of institutionele beleggers zoals banken of verzekeraars
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In het college komen 5 verschillende typen beleggers aan bod. Welke zijn dat?

1-box 3 beleggers: particulier
2-box 2 beleggers (DGA)
3-institutionele beleggers die vpb plichtig zijn, zoals verzekeraars
4-institutionele beleggers die niet vpb-plichtig of vrijgesteld zijn, zoals pensioenfondsen en charities 
5-buitenlandse beleggers (die in NL beleggen)

T.a.v. Box 3 beleggers, hoe zit het met de dividendbelasting en met de buitenlandse (bron)belasting, en met de IB heffing?

Divbel = voorheffing
Buitenlandse (bron)belasting = onder voorwaarden verrekenbaar met je NL IB.  (voorkoming dubbele belasting)
IB = beleggingen onderdeel heffingsgrondslag box 3, tenzij vrijstelling zoals bij groene beleggingen. En let op heffingsvrij vermogen.

T.a.v. Box 2 (DGA) beleggers, hoe zit het met de dividendbelasting en met de buitenlandse (bron)belasting, en met de IB heffing?

Divbel = voorheffing
Buitenlandse (bron)belasting = onder voorwaarden verrekenbaar met je NL IB.  (voorkoming dubbele belasting)

IB = reguliere inkomsten en vervreemdingsvoordelen die belastbare inkomsten vormen. Voor vervreemdingsvoordelen: ga uit van verkrijgingsprijs. Voor reguliere inkomsten: geldt forfaitair rendeemnt.

T.a.v institutionele beleggers (wel vpb en niet vpb plichtig), hoe zit het met de divbel, buitenlandse (bron)belasting en vpb?

Institutionele beleggers wel vpb plichtig:
-Divbel = voorheffing (wordt soms doorgeschoven naar (een) volgend jaar m.i.v. Dit jaar)
-Buitenlandse (bron)belasting = verrekenbaar onder voorwaarden
-Vpb: waardering op kostprijs, kostprijs of LMW, op WIEV [g.k.g.]
Dividenden, huur en interest (rente) behoren tot (belastbare) winst

Institutionele beleggers: niet vpb plichtig/vrijgesteld:
-Divbel = teruggaaf op verzoek!!
-Buitenlandse (bron)belasting = finale heffing (eindheffing)
Je bent niet onderworpen in casu (vpb)!

T.a.v. Buitenlandse beleggers, hoe zit het met de divbel en met de (buitenlandse) belastingplicht? Noem relevante artikelen

Divbel = finale heffing, tenzij beleggingen toerekenbaar aan NL vaste inrichting

Buitenlands belastingplichtig
IB: 2.1(1)(b) IB jo 7.1 IB

Vpb: 3 vpb jo 17(3)(a) vpb jo 17a vpb

Wat zijn twee mogelijke problemen als je een extra tussenlaag tussen belegger en belegging schuift? Illustreer met voorbeeld van de buitenlandse 'non-distributing' beleggingsinstellingen

Economisch dubbele belasting of dubbele non-belasting.


Door een mismatch tussen buitenland en Nederlandse wetgeving ontstond er dubbele non-belasting. Beleggingsinkomsten bleven onbelast bij particuliere beleggers als gevolg van het oppotten. Non distributing=niet uitdelen. Men ging massaal beleggen in deze categorie. Toen zijn er maatregelen gekomen.

Wat zijn een aantal hoofddoelen van de FBI?

-Gelijke fiscale behandeling van open beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen
-Wegnemen van fiscale belemmeringen voor collectieve beleggingsvormen
-Gelijk speelveld met vergelijkbare buitenlandse fondsen

Bij de implementatie had de wetgever een aantal implementatiekeuzes. Welke zijn aan bod geweest tijdens college?

-Zelfstandige belastingplicht (fiscale transparantie is op de fiscale tekentafel perfect, maar hoe meer typen, hoe moeilijker het wordt. Alleen maar dezelfde beleggers? Dan geen problemen.)
-Verplaatsing van niveau van belastingheffing fonds naar de achterliggende beleggers;
(evenwichtige fiscale behandeling van individuele en collectieve en beleggingen)
-Heffing dmv een fictief rendement tzv belang van een Nederlandse particuliere belegger in een buitenlandse beleggingsinstelling (meer gelijke behandeling van beleggingen in binnenlandse en FBI's en buitenlandse 'non-distributing' beleggingsinstellingen)

Hoe wordt bereikt dat er effectief geen vpb verschuldigd is op fondsniveau?

Verplaatsing heffing fonds naar de achterliggers (zie dus implementatiekeuze). Effectief geen vpb verschuldigd op fonds niveau wordt bereikt door
(1) toepassing bijzonder tarief van 0%, artikel 9 BBI en (2) optioneel: dotatie van koersresultaten op effecten en vervreemdingsresultaten tzv overige beleggingen aan de herbeleggingsreserve (HBR): 1a en 4 BBI.

Let op, 1a BBI is een afwijking van hoofdregel 8 vpb.
Je haalt de koersresultaten (niet gerealiseerd en gerealiseerd) op effecten en vervreemdingsresultaten (gerealiseerd) uit de fiscale winst.

Waar vind ik de uitdelingsverplichting en inhoudingsplicht voor FBI regime?

Uitdelingsverplichting: 28-2-b vpb
Inhoudingsplicht 1-1 DB

Uitdelen is verplicht en áls je uitdeelt, dan wordt dividend ingehouden

Wat als je de voorwaarden overtreedt van 28 lid 2(FBI) Vpb)? Illustreer met voorbeeld winstuitdeling

Het op enig moment NIET voldoen aan een of meerdere voorwaarden van 28-2  vpb leidt tot statusverlies, met terugwerkende kracht. Zie ook 10 lid 3 BBI.


Stel (de voor uitdeling beschikbare) winst over 2021 niet voor 1 sept dit jaar uitgedeeld, dan is je statusverlies met ingang van het jaar waarover je had moeten uitdelen, dus 1-1-21.
Je verliest hier je status van dit jaar én het voorgaande jaar.

Is de vestigingsplaatseis in strijd met het Europese recht? Vertel meer en ook uitspraak en vertel wat een probleem is. (Ga ook in op divbel vervangende betaling).

De vestigingsplaatseis is per 2007 geschrapt > heffingslek? Neem dat ook mee in verhaal.

Hof Den Bosch 3 sept 2021: ja, in strijd met vrijheid van vestiging en kapitaal.

FBI regime lost economisch dubbele heffing op door verplaatsing heffing van (vastgoed)fonds naar achterliggende beleggers. Hof: als je de mogelijkheid aan buitenlandse en binnenlandse beleggers biedt, dan staat de coherentie van het NL belastingregime op de tocht. Want:
-Binnenlandse situaties: dividend inhouding
-Buitenlandse situaties: als geen dividend vervangende betaling wordt voldaan door de buitenlands belastingplichtige die opteert voor FBI regime, kan heffingslek ontstaan. Dus: hij moet bereid zijn tot betaling van divbelvervangende betaling (over de uitdelingsverplichting).

Kortom, dan zou je minimale heffing kunnen garanderen.

Waar zorgt de uitdelingsverplichting bij FBI's voor?

28-2-b: dient effectief de heffing over de lopende inkomsten (dividend/huur/rente, dus niet-koersresultaten) te verplaatsen van het fonds naar de achterliggende beleggers.

Er moet inhouding van divbel plaatsvinden (art. 1 DB)

In 28-2-b staat de voor uitdeling beschikbare winst. Wat zijn uitgangspunten voor deze berekening? (FBI: vpb en BBI).

Uitgangspunt is overeenkomstig g.k.g en 8 vpb. Je ziet vervolgens 1a BBI, dat is het startpunt.

-Zie 3 BBI: bijz regel voor uitreiking aandelen tlv winstreserve
-13-8 (DVS) en objectvrijstelling (15e-8) n.v.t. !!
-Herbeleggingsreserve: 4 BBI: koersresultaten op effecten en vervreemdingsresultaten tzv overige beleggingen KUNNEN worden gedoteerd aan de HBR. 1a en 4 BBI.
Let op: er vindt vermindering van evenredig gedeelte van kosten beheer plaats, lid 2 van 4 BBI.
-dotatie aan/vrijval van AR: 5 BBI: let op maximalisering en op verplichte vrijval bij negatieve winst, lid 2.

Waarom 13-8 en 15e-8 uitdrukkelijk n.v.t bij de FBI en in het BBI? Wat als je wel een deelnemingsdividend ontvangt?

De bedoeling is dat je geen cumulatie hebt van aantrekkelijke regimes. Ontvang je wel een deelnemingsdividend? Dan maakt dat onderdeel uit van de uitdelingsverplichting > want DVS n.v.t.


En bij 15e vpb, normaalgesproken bij buitenlands vastgoed de objectvrijstelling van toepassing. Anders blijft de (bv) 100 huuropbrengst buiten de uitdelingsverplichting.

Wat gebeurt er als je een negatieve uitdelingsverplichting hebt? Wanneer komt dat voor? Wat kun je doen met evt. Negatief saldo dat je overhoudt?

Stel, belastbaar bedrag -100. AR: -50. Je houdt -50 over, want -50 valt vrij, AR: art. 5 lid 2 BBI. Toevoegen aan winst.

Vervolgens kun je het negatieve saldo dat je overhoudt o.g.v 2 lid 3 en lid 4 BBI naar de volgende 8 jaar overbrengen om te verrekenen met een positief bedrag van winst.

Dit kan zich voordoen bij vastgoedfondsen. (bv veel huuropbrengsten en daartegenover staan veel afschrijvingen)

De winst moet gelijkelijk over alle aandelen (etc) verdeeld, 28 lid 2 sub b. Wat zou er anders m.b.t. De belastingheffing gebeuren?

Anders zou je de belastingheffing bij de achterliggende beleggers kunnen beïnvloeden voor de IB/vpb/divbel.

Vgl met divbel/agio: als je bij winst uitgekeerd krijgt, houd je daarop divbel in. Dus belast. Maar krijg je agio, dan is dat onder voorwaarden onbelast. Dus dat wil men absoluut niet. Geen verschillende aandelenklassen creëren.

Stel, je wilt onderscheid maken in de kostenstructuur. Immers, met meer geld als pensioenfonds 10 mln, kun je beter voorwaarden afdwingen, dan een klein fondsje met 10.000 euro. Is dat mogelijk, oftewel, is er een ontheffing vd eis van gelijke winstverdeling?

Ja, zie Besluit FBI: onderdeel 6.2: ontheffing van de eis van gelijke winstverdeling.

Wat wordt gezegd in de literatuur over het aanstellen van een commissaris?

Er wordt wel eens een commissaris aangesteld om toezicht te houden. Je zit wel dicht tegen besturen aan.


Literatuur: als dat beperkt is tot toezicht houden (en adviseren) dan moet dat kunnen.

Belastingdienst is er erg huiverig voor en terughoudend in.

Een FBI verbonden lichaam trekt zelf financiering aan. De FBI stelt zich garant. Geconsolideerd beschouwd bestaan de bezittingen voor nagenoeg uitsluitend uit onroerende zaken. Hoe wordt dit gezien?

Dit wordt gezien als beleggen. Niet meer dan normaal vermogensbeheer, 28 lid 3 sub c vpb. Het is gebruikelijk in vastgoed. Garantstellen is geen beleggen.

Normaal gesproken loop je bij de vastgoedservicedochter uit 28 lid 3 onderdeel e vpb tegen het bestuursverbod aan. Hoe werkt dat nu uit? Merk ook op dat er iets streng in de wet staat.

Je zag bij vastgoed eerder dat men steeds aanvullende dienstverlening ging implementeren. Dat is geen beleggen en dat kon daar niet onder worden geschoven. Oplossing was onderdeel e. Men heeft onder voorwaarden goedgekeurd, je vindt ze in de onderdelen 1,2,3.


T.a.v. De eis van eigen vermogen: wat als de dochter een R-C- heeft bij de moeder? Docent denkt dat het geen probleem is, maar naar de letter van de wet lijkt het streng.

Wat is het doel van de financieringseis vooral bij FBI's?

Wanneer ontstaat een probleem in de praktijk m.b.t. Deze eis?

28 lid 2 onderdeel a vpb. Dient vooral uitholling van de uitdelingsverplichting door rentelasten tegen te gaan (waardoor uiteindelijk minder divbel, aan eind wordt geheven).

Let op, je hoeft niet voor elke schuld na te gaan waar deze voor is gebruikt. Je past het mathematisch toe. Causuaal verband niet vereist.

In de praktijk ontstaat een probleem als de vastgoedmarkt weer omlaag gaat, terwijl je in hoge trend hebt gekocht. Maximaal gefinancierd en vastgoedwaarde omlaag? Dan ontstaat er dus probleem.

Wat wordt bedoeld met artikel 28 lid 2, onderdeel e vpb? Waar is precies een verbod op?

Tussenschuiven van een buitenlandse entiteit vanuit een  NL perspectief niet-transparante entiteit kan de uitdelingsverplichting frustreren (i.v.m oppotten).

Het belang bij het lichaam: daar wordt mee bedoeld de FBI.

Daarom is er een verbod op een in Nederland gevestigd lichaam die via een buitenlandse FGR of aandelenvennootschap een belang van 25% of meer heeft in een FBI.

Wat wordt bedoeld met arbitrage in hoorcollege 5 met het hebben van je eigen FBI?

Binnen je eigen concern kon je je eigen FBI hebben, dan kon je aan arbitrage doen. Winsten bij de FBI laten terechtkomen en de verliezen bij je regulier belaste NV.

Schets de achtergrond van de strengere aandeelhouderseisen die vanaf jaren 90 zijn geïntroduceerd (Beurscrash/eigen FBI)

Op het moment dat je aandelen had en je stond op verlies, dan kon je ze verkopen aan je eigen FBI. Je had dan papieren verlies, dat realiseerde je. Dat kon je winst als NV drukken.

Vervolgens m.b.t de aandelen in de FBI, beurskoers ging zich herstellen. Winst kwam onbelast bij de FBI (want tegen 0% vpb immers). Bovendien kon de FBI de koerswinst in de HBR onderbrengen.

Dit mocht allemaal niet. Dus: de regulier belaste vennootschap mag binnen concern niet zijn eigen FBI hebben.

Wat is heel kort het onderscheid tussen de onderdeel c en onderdeel d aandeelhouderseisen? [art. 28 vpb]

Onderdeel c: onder toezicht staande vennootschappen/beursgenoteerd/wel vergunning. Bij onderdeel d ontbreekt dat.

Dus: d kent strengere aandeelhouderseisen. De aandeelhouderseisen bij c worden ook wel verlichte aandeelhouderseisen genoemd.

Waar gaat het om de verlichte aandeelhouderseisen van artikel 28 lid 2 onder c vpb steeds om?

Geef ook weer wat er in normaal NL staat in ten tweede

In ten tweede staat: 'er rust een verbod op het hebben van 45% of meer aandelen bij lichamen én zijn verbonden lichamen'

Je kijkt per aandeelhouder EN zijn verbonden lichaam of het 45% of meer criterium wordt overschreden. Is het lichaam vrijgesteld maar de winst wordt belast bij achterliggers? Neem de achterliggers mee bij beoordeling!

Het gaat er hier steeds om dat je voorkomt dat je binnen concern kunt gaan arbitreren met je eigen concern FBI.

Let op: wat mag wel: een beleggingsinstelling als bedoeld in de aanhef van dit onderdeel of ICBE, in effecten,  zie 4-4 AWR.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo