Samenvatting: O Of Clinical Rehabilitation 2E:fl | 9780199550524 | Anthony B Ward, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van O Of Clinical Rehabilitation 2E:Fl | 9780199550524 | Anthony B. Ward; Michael P. Barnes; Sandra C. Stark; Sarah Ryan
-
20 Revalidatiegeneeskunde
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn verschillen tussen stoornis, beperking en arbeids(on)geschiktheid?
Stoornis: afwijking in functie of structuur- op orgaanniveau
-Beperking: verminderde mogelijkheid tot het uivoeren van activiteiten nodig voor het dagelijks functioneren
-Participatieprobleem: verminderde mogelijkheid tot het deelnemen aan maatschappelijke activiteiten
Vb. Vrouw met tenniselleboog. Deze vrouw heeft een stoornis in het gebruik van de arm. Die beperkt haar vaardigheden om te duwen en te trekken met die arm. Daardoor is ze niet in staat om vleeswaren te snijden. Als deze toestand lang blijft duren en er geen alternatieve functies beschikbaar zijn, loopt ze een risico op langdurige arbeidsongeschiktheid.
-
Wanneer heeft een werkgever het recht een arbeidsongeschikte medewerker te ontslaan?
Na twee jaar arbeidsongeschiktheid heeft de werkgever het recht om iemand te ontslaan, waardoor betrokkenen hun werk kwijtraken. Er zijn dan geen prikkels meer voor werkgevers om hen weer in dienst te nemen.
-
Noem minimaal drie niet-medische factoren die een hersteld melding bij de werkgever bepalen
1. tevredenheid over het werk p. 55
2. regels in een bedrijf
3. binding met het bedrijf
4. ziektegedrag en opvattingen van de patiënt
-
Wat is 'graded activity' als interventie bij een patiënt met aspecifieke lage rugklachten?
Het langzaam opvoeren van de belasting, onafhankelijk van de pijn. Dus bijvoorbeeld elke dag een uurtje langer werken. Of afspraken maken als: in de eerste week 30% werken en alleen administratief werk, daarna 60% en daarna weer fulltime.
-
Wanneer kan men rugklachten als een beroepsziekte beschouwen?
Om de werkgebondenheid bij rugklachten vast te stellen wordt door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten aanbevolen om aan de hand van een checklist eerst te beoordelen of er in het werk sprake is van overschrijding van blootstellingsgrenzen voor de risicofactoren ‘handmatig hanteren van lasten’, ‘veelvuldig buigen en/of draaien van de romp’ en ‘lichaamstrillingen.’ Vervolgens is er een tabel waarin afgelezen kan worden hoe groot de kans is dat de klachten zijn toe te schrijven aan de combinatie van risicofactoren in het werk. Als de kans groter dan 50% is, dienen de rugklachten als beroepsziekte te worden gemeld.
-
20.2 ICF en revalidatie Clinical rehabilitation
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt in het kader van de ICF verstaan onder participatie?
De participatie betreft iemands deelname aan het maatschappelijk leven. Voorbeelden zijn: Deelname aan het verkeer, een eigen huishouden hebben, deelnemen aan sportactiviteiten of het hebben van een betaalde baan. Door veranderingen in de functies en anatomisch eigenschappen kunnen de veranderingen in het uitvoeren van activiteiten direct gevolg hebben op de participatie. Door bv. een femurfractuur kun je tijdelijk niet voor jezelf zorgen en kun je niet deelnemen aan gewenste sportactiviteiten. Maar ook: het niet van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken vanwege de ontoegankelijkheid en daarnaast het tijdelijk arbeidsongeschikt zijn.
-
Benoem een aantal persoonlijke (minimaal 3) en een aantal externe factoren (minimaal 3) die van invloed kunnen zijn op het functioneren van een patiënt na het optreden van een letsel
Persoonlijke factoren: leeftijd, geslacht, nevendiagnosen, copingstijl, sociale achtergrond, opleiding, beroep, ervaringen, karakter, levensstijl.
Externe factoren: toegankelijkheid van gebouwen, wetten en regels of sociale waarden, cultuur, producten en technologie, persoonlijke omgeving, sociale normen, politieke omgeving, natuur
-
Beschrijf welke items behoren tot het domein: Body function and Structures?
Physiologische functies van lichaamssystemen en anatomische onderdelen van het lichaam zoals een orgaan of ledemaat -
Beschrijf welke items behoren tot het domein: Activities
De uitvoering van een taak of opdracht door een individu -
Beschrijf welke items behoren tot het domein: Participation
betrokkenheid in een dagelijkse situatie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden