Samenvatting: Object Georienteerd Programmereren In Java 2 | Open Universiteit
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Object georienteerd programmereren in Java 2 | Open Universiteit
-
1 LE 1 Objectgeorienteerd ontwerpen
-
1.1.1 1.1 Software ontwikkeling
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is software ontwikkeling in het klein?
Bij software ontwikkeling in het klein is er sprake van de volgende kenmerken:- Ontwikkeld door één programmeur
- Kan in een beperkte tijd worden ontwikkeld. Beperkte tijd is meer uren of dagen dan maanden of jaren.
- Er is een duidelijke productomschrijving voorhanden waaruit nauwkeurig valt op te maken wat het programma moet doen.
- Er is geen gebruikersgroep voor wie het programma per se moet worden onderhouden.
-
Geef een globaal overzicht van de ontwikkeling van een groot softwaresysteem.
Globaal gezien bestaat een dergelijk traject uit de volgende fasering :- Voortraject
- Analyse : producten zijn use case model en een domeinmodel.
- Constructie : iteraties bestaande uit ontwerp, implementatie, testen. Producten zijn ontwerpmodel, technisch ontwerp
- Afronding : producten bv prototype maar ook GAT vindt hier plaats.
- Overdracht waarna onderhoudsfase begint.
-
Waarom is een analyse fase vereist?
Om vast te stellen wat de specificaties zijn die aan het product worden gesteld en te bepalen of het systeem wel met bestaande methoden en technieken kan worden gerealiseerd en of dat binnen de randvoorwaarden kan die in het voortraject zijn gesteld. -
Geef een manier aan waarmee specificaties kunnen worden vastgesteld.
Opsporen van alle gebruiksmogelijkheden (use cases) van het systeem door opdrachtgever, toekomstige gebruiker en ontwikkelaars.
Een use case of gebruiksmogelijkheid is een soort scenario waarin een typische interactie tussen een mogelijke gebruiker en het systeem wordt weergegeven. -
Lijkt het domeinmodel eigenlijk niet op een ontwerp voor een objectgeorienteerd programma?
Nee! Er wordt namelijk helemaal geen rekening gehouden met de functionaliteit die de software moet gaan bieden. Een domeinmodel is vaak niet volledig, allerlei details worden bewust weggelaten om het geheel begrijpelijk en hanteerbaar te maken.Daarnaast worden de essentiële processen uit het domein vaak beschreven. -
Wat gebeurt er in het constructie gedeelte?
Hier wordt gefaseerd het te realiseren systeem gemaakt. In iedere fase worden dezelfde stappen doorlopen te weten: ontwerp, implementatie en testen. De basis voor de verschillende faseringen kan liggen in de lijst van gebruiksmogelijkheden die in de analysefase zijn opgesteld. -
Wat gebeurt er in de ontwerp stap van een objectgeoriënteerd systeem?
Dan wordt vastgesteld uit welke klassen het programma zal bestaan en hoe die klassen met elkaar samenhangen. Aan het van deze stap moet duidelijk zijn welke verantwoordelijkheden elke klasse in het programma zal hebben. -
Wat gebeurt er allemaal in een implementatie stap?
Op basis van een ontwerpmodel wordt een mini-ontwerpstap doorlopen waarin wordt bepaald hoe de klasse haar verantwoordelijkheden gaat realiseren. Dit kan leiden tot een separaat implementatiemodel waarin alle attributen met hun typen zijn vastgelegd en alle methoden met hun signatuur (de kop vd methode) en een beschrijving van hun werking.Daarna wordt de klasse gecodeerd. Omdat de specificatie nauwkeurig is vastgelegd kunnen nu meerdere programmeurs onafhankelijk van elkaar aan verschillende klassen werken. -
Wat gebeurt er allemaal in de stap testen in de constructie fase?
Elke klasse wordt apart getest dmv een kleine testomgeving (Junit in ons geval).Als alle klassen werken worden ze samengevoegd tot een een programma wat weer wordt getest.Een adequate teststrategie zou hierbij moeten helpen om het aantal fouten zo klein mogelijk te maken. De teststrategie is er op gericht om de set van tests dusdanig te maken dat een representatieve set van invoermogelijkheden is beschreven. -
1.1.2 1.2 Wat is een goed programma?
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke eisen kun je aan een goed programma stellen?
- Correctheid
- Robuustheid
- Begrijpelijke code
- Uitbreidbaarheid
- Herbruikbaarheid
- Efficientie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Object Georienteerd Programmereren In Java 2
-
LE 1 Objectgeorienteerd ontwerpen - Objectgeorienteerd ontwerpen - Wat is een goed programma?
-
LE 1 Objectgeorienteerd ontwerpen - UML diagrammen
-
LE 2 Overerving - Functionaliteit aan een klasse toevoegen
-
LE 2 Overerving - Toegangsspecificaties - Verbieden van subklassen en herdefinitie van methoden
-
Abstracte klassen en hierarchien - LK 1 Abstracte klassen
-
Abstracte klassen en hierarchien - Interfaces - Progammeren per contract
-
Abstracte klassen en hierarchien - Interfaces - Het concept interface
-
Generieke typen en enumeratietypen - Generieke klassen en methoden - Generieke klassen
-
Generieke typen en enumeratietypen - Generieke klassen en methoden - Begrensde typeparameters
-
LE 6 Opsporen van fouten - Oorzaken van verwerkingsfouten
-
Robuust programmeren
-
LE 8 Threads - Synchronisatieproblemen
-
LE 9 Streams - De package java.io
-
LE 10 Koppeling met databases - Architectuur
-
LE 10 Koppeling met databases - JDBC API
-
LE 10 Koppeling met databases - Ontwerpaspecten
-
LE 10 Koppeling met databases - Persistentieframeworks