Samenvatting: Observeren Registreren Rapporteren En Interpreteren | 9789024417889 | Petra de Bil
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Observeren registreren rapporteren en interpreteren | 9789024417889 | Petra de Bil.
-
1 Observeren
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.2 Soorten observaties
Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een dagelijkse observatie?
Een observatie zonder structuur van de dagelijkse situaties. -
Wat wordt er verstaan onder een dagelijkse observatie?
Alle gedragingen en gebeurtenissen die we tijdens een dienst zien. Er is niets afgesproken over waarop gelet gaat worden en er zijn geen observatieformulieren gemaakt. Beleving van de observator staat centraal, daardoor tamelijk subjectief. -
Wat wordt er verstaan onder een systematische observatie?
Bewust en doelgericht waarnemen, waarbij duidelijk is gemaakt wie er geobserveerd gaat worden, wanneer, hoe lang en op welke gedragingen gelet gaat worden. Deze gegevens worden in een bepaald systeem gezet waarbij er geturfd of gemeten kan worden. -
Wat wordt er verstaan onder een participerende observatie?
Bij een participerende observatie neemt de observator deel aan de situatie die hij observeert. -
1.3 Doelstelling van de observatie
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vragen stel je jezelf om doelgericht te observeren?
1) Wat is het doel (onderzoeksvraag) van de observatie?
2) Wat zijn de vraagstellingen van de observatie? (Doel wordt omgezet in concrete vraagstelling, deelvragen)
3) Welke gedragingen worden geobserveerd? (Vraagstelling uiteenrafelen in concrete gedragingen)
4) Is er een 0-meting? (Beginsituatie)
5) Hoe brengen we de observatie in kaart? (Observatieformulier)
6) Welke taal gebruiken we? (Afspraken maken over de betekenis van bepaalde woorden) -
Wat zijn de vraagstellingen van de observatie?
Een concrete vraagstelling is eenduidig. Vaak wordt het observatiedoel opgedeeld in deelvragen.
-
Welke gedragingen worden geobserveerd?
De vraagstellingen ga je vervolgens uiteenrafelen in concrete gedragingen. Hierbij kan vakliteratuur ook helpen, zodat er een duidelijke afbakening van de te observeerde situatie kan komen.
-
Hoe brengen we de observatie in kaart?
Om te voorkomen dat iedere hulpverlener op zijn eigen manier observaties vastlegt is het goed om een formulier te gebruiken. Er zijn bestaande formulieren, maar vaak zal je een eigen ontwerp moeten maken vanwegen de specifieke eigenschappen van de observatie. -
2 Waarnemen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.1 Waarnemen via de zintuigen
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke zintuigen worden gebruikt bij waarnemen?
1) gezichtsvermogen (zien)
2) gehoor (horen)
3) tastzin (voelen)
4) reukvermogen (ruiken)
5) smaak (proeven) -
Waar start een waarneming mee?
Met een stimulus (prikkel).
Aandacht en gevoeligheid bepalen mede of we de prikkel krijgen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden