Samenvatting: Ocp

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van OCP

• 1 OCP - week 7

  Dit is een preview. Er zijn 55 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de negatieve duty of care?

  De zorgvuldigheidsverplichting van bestuurders kan meebrengen dat bij het dienen van het vennootschapsbelang zij ervoor zorgen dat daardoor de belangen van al degenen die bij de vennootschap of haar onderneming zijn betrokken niet onnodig of onevenredig worden geschaad.

• Wat voor effect heeft het wettelijke goedkeuringsrecht van de AV bij de NV?

  De begrenzing van de bevoegdheden van het bestuur

• Welke wetsartikelen bestuursbesluiten waar altijd goedkeuring van de RvC benodigd is?

  NV: Art. 2:164 BW
  
  BV: Art. 2:274 BW

• Als een besluit in strijdt is genomen met een statutaire taakverdeling, wat is dan het gevolg?

  Nietigheid: art. 2:14 BW.

• Wat is het gevolg indien een besluit in strijd is met de taakverdeling uit een reglement?

  Vernietigbaarheid: art. 2:15 lid 1 sub a.

• Wat is de nadeel voor het opnemen van een statutaire regeling van de taakverdeling?

  Er is een AVA-besluit nodig indien het gewijzigd moet worden.

• Wat is de gedachte van art. 2:129a lid 2?

  
  De uitvoerende bestuurders nemen niet deel aan besluitvorming over de bezoldiging van uitvoerende bestuurders (ter voorkoming discussie over tegenstrijdig belang). 

• Waar kan een non-executive een beroep op doen indien hij/zij ten onrechte niet betrokken is bij bijvoorbeeld een besluit?

  Art. 2:14 BW (indien strijd met statuten) of
  
  Art. 2:15 lid 1 sub c BW (indien strijd met reglement).

• Wie zijn vertegenwoordigingsbevoegd bij een one tier board?

  Iedere bestuurder, dus ook de non-executives, zijn individueel vertegenwoordigingsbevoegd.
  
  
  In het algemeen niet wenselijk, dus: statutaire regeling opnemen!

• In het bestuursverslag wordt verantwoording afgelegd over de ExCo:

  
  i. de keuze voor het werken met een executive committee; 
  ii. de rol, taak en samenstelling van het executive committee; en 
  iii. de wijze waarop het contact tussen de raad van commissarissen en het executive committee is vormgegeven