Samenvatting: Oefenexamens
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Oefenexamens
-
1 Set 1
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat staat er in de Wet op de Medische Keuringen (WMK)?A Dat er nooit mag worden gekeurd bij pensioen- en inkomensverzekeringen.B Dat werknemers niet mogen worden gekeurd bij pensioen- en inkomensverzekeringen die ze via hun werkgever afsluiten.C Dat een Directeur Groot Aandeelhouder niet mag worden gekeurd bij pensioen- en inkomensverzekeringen.
Antwoord B.
De WMK is met name van toepassing op werknemers. Zij moeten namelijk in staat zijn een arbeidsovereenkomst aan te gaan en via de werkgever bepaalde (collectieve) verzekeringen aan te gaan zonder te worden gekeurd. DGA’s vallen buiten deze wetgeving. Overigens zijn aanstellingskeuringen wel toegestaan. -
Wie van de volgende personen heeft recht op een ANW-uitkering?A Marieke die door een ongeval voor meer dan 45% arbeidsongeschikt is.B Erwin waarvan de ex-vrouw is overleden en aan wie hij partner- en kinderalimentatie betaalde.C Gert-Jan die een zoon van 19 heeft welke studeert aan de universiteit.
Antwoord A.
Om in aanmerking te komen voor een ANW-uitkering moet je aan één van de volgende eisen voldoen:
- je verzorgt kinderen onder de 18 jaar;
- je bent zwanger op de datum van overlijden;
- je bent voor meer dan 45% arbeidsongeschikt;
- je bent vóór 1 januari 1950 geboren.
De halfwezenuitkering is in 2013 gefaseerd komen te vervallen. Iemand heeft recht op de wezenuitkering als hij jonger is dan 16 jaar. De uitkering kan worden verlengd tot 21 jaar als er een opleiding wordt gevolgd, waarbij wordt voldaan aan de startkwalificatie of een poging daartoe doet. -
Wat is het nut van het boxensysteem in het belastingstelsel?A Hierdoor kunnen verschillende vormen van inkomen tegen verschillende tarieven worden belast.B Hierdoor kan de overheid beter controleren of alle inkomsten worden opgegeven.C Hierdoor is het simpeler geworden, waardoor iedereen zelf zijn belastingaangifte kan doen.
Antwoord A
Per 1 januari 2001 is het belastingstelsel veranderd, waarmee de overheid de volgende doelstellingen heeft nagestreefd:
• verbreding en versterking van de belastinggrondslag;
• bevordering van de werkgelegenheid en de economische structuur, versterking van de concurrentiekracht van Nederland;
• verlaging van de lastendruk op arbeid;
• bevordering van een duurzame economische ontwikkeling (“vergroening”);
• een evenwichtige en rechtvaardige belastingdruk;
• bevordering van emancipatie en economische zelfstandigheid;
• vereenvoudiging van het belastingstelsel. In het oude systeem werden alle bestanddelen van het fiscale inkomen samengevoegd tot één belastbaar inkomen. -
2 Set 2
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Onder welke voorwaarde is financiële dienstverlening met betrekking tot beleggingsobjecten vrijgesteld van de Wft-vergunningsplicht?AntwoordA Als de beleggingsobjecten aan meer dan honderd consumenten worden aangeboden.B Als de beleggingsobjecten onderdeel zijn van een serie, die uit meer dan 20 beleggingsobjecten bestaat.C Als het beleggingsobjecten betreft waarvan de waarde niet kan worden achterhaald.
Antwoord C
Voor de volgende zaken is geen vergunning nodig:- Beleggingsobjecten die aan minder dan honderd consumenten worden aangeboden
- Beleggingsobjecten die onderdeel zijn van een serie. Die serie moet uit minder dan 20 beleggingsobjecten bestaan. Een serie heeft beleggingsobjecten met dezelfde kenmerken.
- Beleggingsobjecten waarvan de waarde niet kan worden bepaald.
- Beleggingsobjecten die aangeboden worden waarbij de minimale inleg tenminste €100.000 is.
-
Wat is een vorm van niet-direct opneembaar spaargeld?AntwoordA Kwartaal internetspaarrekeningB SpaarloonrekeningC Termijndeposito
Antwoord C
Termijndeposito: dit een deposito met een looptijd variërend van 1 tot en met 12 maanden. Het geld kan niet zondermeer tussentijds worden opgenomen.
Kwartaal internetspaarrekening: de spaarder opent een spaarrekening waarop hij alleen via het internet geld kan storten of afschrijven. Over het algemeen zijn er geen opname beperkingen. Wel krijgt de klant een hogere rente vergoeding als het geld minimaal een kwartaal op de rekening staat.
Spaarloonregeling: was een spaarregeling waarbij geld via het salaris kon worden gespaard. De regeling is per 1 januari 2012 komen te vervallen en sindsdien is het geld vrij opneembaar. -
Paul en Marlies (beiden 67 jaar) hebben hun onderneming verkocht. De netto verkoopopbrengst van € 500.000 hebben ze nodig om van te leven. Het bedrijf is het pensioen. Ze hebben door deze filosofie alleen een AOW-uitkering.Wat is het meest waarschijnlijke risicoprofiel van Paul en Marlies?AntwoordA Defensief, gezien het vermogensdoel met objectieve prioriteit.B Neutraal, gezien de beleggingshorizon in relatie tot statistische levensverwachting.C Neutraal, gezien de rendementseis om tot een aanvullend inkomen te komen.
Antwoord A
Het doel is objectief, omdat het de primaire levensbehoefte betreft (inkomen voor de oudedag). Daar kan dus geen risico mee worden gelopen met een defensief profiel als gevolg. De horizon is zeer kort en dat zou tevens wijzen op een defensief profiel en niet neutraal. De rendementseis wordt niet benoemd en kan dus niet de aanleiding zijn, om neutraal te gaan beleggen. -
Wat wordt er belast in box 2 op het moment dat Eric zijn bedrijf beëindigt.AntwoordA De stakingswinst verminderd met de stakingsvrijstelling.B De koerswinst van zijn aandelen.C De gerealiseerde stille reserves.
Antwoord B
Op het moment dat een BV gestaakt of verkocht wordt, wordt de waarde van het bedrijf vastgesteld. Bij een BV is er geen sprake van eigen vermogen, maar van een aandelenkapitaal. De waarde van de aandelen bestaat dan uit het bedrag dat op de balans staat en de stille reserves. De aanmerkelijkbelangeigenaar (Eric) dient vervolgens belasting te betalen over de waardestijging van zijn aandelen. Oftewel de waarde op het moment van verkoop -/- de aankoop waarde van de aandelen. -
Wat is een nadeel van beleggen in fondsen?AntwoordA Ondoorzichtigheid kostenB Toegankelijkheid van bepaalde beleggingenC Risicoreductie
Antwoord A
Voor de belegger is het vaak lastig goed in te schatten wat de de kosten zijn die de fondsbeheerder (Total Expense Ratio of TER) in rekening brengt. De toegankelijkheid is juist een voordeel van fondsbeleggen. Veel beleggingen kennen allerlei kapitaalrestricties, waardoor individuele beleggers de kans wordt ontnomen daarin te beleggen. Fondsen hebben wel de benodigde draagkracht. Een ander voordeel van fondsbeleggen is risicoreductie. De fondsbeheerder zal de beleggingen zoveel mogelijk spreiden, waardoor de deelnemer minder risico loopt. -
3 Set 3
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke belegger heeft een goed inzicht in het neerwaartse risico en de beleggingshorizon?AntwoordA Chantal die als defensieve belegger met een lange beleggingshorizon in aandelen belegt.B Edwin die als offensieve belegger met een korte beleggingshorizon in aandelen belegt.C Ruben die als defensieve belegger met een korte beleggingshorizon in obligaties belegt.
Antwoord C -
Luuk (32) en Anja (33) wonen samen en hebben samen een dochtertje Eveline (3). Beiden werken in loondienst. Hun financiële situatie ziet er als volgt uit:Inkomen Luuk: € 45.360Inkomen Anja: € 23.240WOZ-waarde woning: € 220.000Eigenwoningforfait: € 1.440Hypotheek: € 180.000Rente hypotheek: €8.500SEW: € 16.000Spaarrekening: € 5.000Beleggingsrekening: € 23.000Levenslooprekening: € 8.000Wat is de vermogenspositie van Luuk en Anja?
Antwoord € 92.000,-
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden