Samenvatting: Oefening 12
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Oefening 12
-
1 Oefening 12
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Op stilstaand water ontmoeten een sleep en een gewoon motorschip elkaar. De sleep gaat rechtdoor en het motorschip gaat linksaf een nevenvaarwater in. Hoe is dit geregeld in het BPR?
De sleep en het motorschip zetten gezamenlijk een blauw bord uit en ze passeren elkaar stuurboord op stuurboord. -
Afvarend op de Gelderse IJssel komt een sleep. Opvarend vaart een ander motorschip. Hoe is deze situatie geregeld in het BPR?
De opvaart laat een weg vrij voor de afvaart in dit geval de sleepboot. -
Wat is juist ten aanzien van een brug of een stuw?
Elke doorvaartopening waar niet voldoende ruimte is voor het gelijktijdig doorvaren van twee schepen is een engte. -
Een schip ligt tegenstrooms afgemeerd langs een bunkerstation. Het wil vertrekken. Er is op- en afvaart. Hoe is dit geregeld?
Het vertrekkende schip kondigt zijn vertrek op tijd aan en vraagt om medewerking aan op- en afvaart. -
Voor welke situaties schrijft het RPR vaarregels voor?
Voor oplopende en tegengestelde koersen. -
Bij een vaarwater krijgt men te maken met bord B9. Wat betekent dit?
Dat het schip uit het nevenvaarwater voorrang moet verlenen aan het hoofdvaarwater. -
Een sleepboot sleept 2 schepen tegelijkertijd zonder motor aan. Wie zet het blauwe bord uit?
Het blauwe bord wordt uitgezet door de schipper waar men op vaart. Dit is de schipper van de sleepboot. -
Wat is het formaat van een bovenmaats zeeschip?
Het formaat van een bovenmaats zeeschip wordt bepaald door het vaarwater waar het zich in bevind. -
Welk geluidssein moet een schip geven als het stilligt in slecht zicht op het Noordzeekanaal en een ander schip waarneemt?
Een reeks klokslagen. Ligt het schip stil dan behoort men kort- lang- kort door te geven. -
Wat is er bepaald ten aanzien van de reglementen?
Als de situatie hierom vraagt moet men afwijken van de reglementen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden