Samenvatting: Oefenvragen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Oefenvragen
-
Hoofdstuk 1
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/02/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Uit een Amerikaans onderzoek bleek, dat oudere mensen veel minder vaak in hun leven depressief waren geweest dan jongere mensen. Als je op dit verschijnsel het bio psychosociaal model toepast, welke van de 3 factoren moet dan de meeste nadruk krijgen om dit onderzoeksresultaat te verklaren?
De sociale factor -
Stel dat een jongere last heeft van een raadselachtige paniekaanvallen. Opeens zijn ze er en opeens zijn ze ook weer voorbij. Een psychotherapeut kan proberen de jongere wat rustiger te maken door ontspanningsoefeningen aan te leren, waardoor de paniekaanvallen minder heftiger worden. Op welke methoden is deze interventie gebaseerd?
Verklaren -
Een psychotherapeut heeft een man in therapie die zich maar moeilijk kan binden. Elke keer als hij een relatie heeft, zorgt hij er (onbewust) voor dat het nooit wat wordt. De therapeut zegt tijdens een gesprek dat hij de indruk heeft dat dit gedrag veroorzaakt wordt doordat de man als kind ongewenst was en zich nooit goed gehecht heeft aan zijn moeder. Welk verklaringsmodel gebruikt de therapeut hier?
Het lineair causale verklaringsmodel. -
Tot een jaar of 3 is het voor kinderen moeilijk om een geheim te bearen. Het kan alsnog verklapt worden. Als het kind ouder wordt, lukt het hem wel om een geheim te bewaren. Hij snapt nu beter wat de essentie van geheim bewaren inhoudt. Anders geformuleerd: zijn verstandelijke (cognitieve) vermogens zijn gegroeid. Met welk mensbeeld kun je het beste naar dit verschijnsel kijken?
Het organistisch mensbeeld -
In onze huidige maatschappij is het voorschrijven en innemen van psychofarma (medicatie om psychische stoornissen te behandelen) enorm toegenomen. De meeste psychofarma stimuleren of remmen de productie van bepaalde hersenstofjes. Welk (impliciet) mensbeeld ligt ten grondslag aan deze behandeling?
Het mechanistisch mensbeeld -
Een leerkracht werkt met lastige pubers. Op een cursus heeft hij een nieuwe lesmethode geleerd waarmee hij goed de orde kan handhaven in zijn groep. Tijdens een teamvergadering worden nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs besproken. Hierbij valt ook het begrip 'evidence based' (bewezen effectief). De leerkracht verteld zijn ervaringen met de nieuwe lesmethoden aan zijn collega's en beweert deze bewijzen dat zijn lesmethode 'bewezen effectief is'. Heeft de leerkracht gelijk?
Nee, de leerkracht heeft geen gelijk. Of iets bewezen effectief is wordt niet bepaald door individuele ervaringen -
Een meisje van 8jaar oud blijkt grote aanleg te hebben voor zwemmen. Haar ouders worden gebeld door haar jeugdtrainer. Hun dochter blijkt grote aanleg te hebben en de trainer voorspelt een grote toekomst. Er is alleen meer nodig. Om te slagen heb je doorzettingsvermogen nodig, steun van ouders en van school. Hij wil daar met de ouders over praten. Als je het biopsychosociaal model toepast op dit voorbeeld, wat is dan van toepassing?
De aanleg van het meisje is een voorbeeld van biologisch aspect, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld van een psychisch aspect en de steun van haar ouders/school zijn voorbeelden van sociale aspecten. -
De 3 mensbeelden gaan verschillend om met het wel/niet gebruikmaken van inzichten uit experimenten met of observaties van dieren. Welk mensbeeld maakt principieel geen gebruik van dierenkennis?
Het personalistische mensbeeld -
In het hoofdstuk wordt aanbevolen om in de hulpverlening en opvoedingspraktijk van alle verschillende mensbeelden en stromingen gebruik te maken. Daarbij maakt de schrijver de vergelijking met de 'bril'. Wat wordt daarmee duidelijk gemaakt?
De inzichten uit de verschillende stromingen leveren uiteenlopende zienswijzen op. Een andere bril levert een andere 'kijk' op. -
Hoofdstuk 2
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 05/02/2016
Laat hier meer flashcards zien -
In de psychoanalystische theorie wordt mede uitgegaan van het conflictmodel. Waartussen speelt dit conflict zich af?
Tussen (onbewuste) wensen en het verbod om deze te verwezenlijken
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden