LE 5 De rechter - Handboek

4 belangrijke vragen over LE 5 De rechter - Handboek

Stel: een Nederlandse burger voelt zich in zijn vrijheid van meningsuiting aangetast door een regeling in een wet in formele zin. Hij vraagt de Nederlandse rechter de bewuste regeling buiten toepassing te laten. Hoe zal de rechter reageren, waar het zijn toetsingsbevoegdheden betreft?

Artikel 120 Gw verbiedt de rechter de bewuste formele wet aan artikel 7 Gw te toetsen. In het voorkomende geval kan de rechter wel de formele wet aan rechtstreeks werkende verdragsbepalingen toetsen, zoals art. 10 EVRM (op grond van art. 94 Gw). Hieraan staat artikel 120 Gw niet in de weg.

Op welke wijze heeft de Hoge Raad in het Van den Bergh-Staat-arrest (1961) inhoud gegeven aan de grondwetsbepaling die momenteel correspondeert met artikel 120 Gw?

Het Van den Bergh-Staat-arrest (HR 27 januari 1961, NJ 1963/248) maakte duidelijk dat artikel 131 lid 2 Gw-oud (nu art. 120 Gw) zowel een formeel als een materieel toetsingsverbod inhield. Het verbod van toetsing geldt derhalve zowel de inhoud van een wet in formele zin als de wijze waarop een wet in formele zin tot stand is gekomen.

Welke bezwaren zijn er aan te voeren tegen het grondwettelijke toetsingsverbod?

In de eerste plaats fixeert het toetsingsverbod de eenmaal gegeven opvatting over de grondwettigheid van een wet, terwijl die opvattingen in de loop der tijd weldegelijk kan wijzigen.
In de tweede plaats is het Nederlandse grondwettelijke toetsingsverbod een anomalie, omdat met name waar het de toetsing aan grondrechten betreft, de rechter een wet in formele zin wel kan toetsen aan verdragsbepalingen, die vaak sterke overeenkomst hebben met de bepalingen in de Grondwet.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In het Harmonisatiewet-arrest (1989) stellen de studenten dat de wettelijke regeling in de Harmonisatiewet in strijd is met nog twee andere rechtsbronnen dan de Grondwet. Om welke rechtsbronnen gaat het hier?

De studenten stellen dat de Harmonisatiewet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. Dit beginsel is onder andere vastgelegd in artikel 43 Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. De studenten beroepen zich dan ook op strijd met in de eerste plaats het Statuut en in de tweede plaats het rechtsbeginsel zelf.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo