Samenvatting: Omzetbelasting

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Omzetbelasting

• 1 Wet op de omzetbelasting

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat was het eerste soort BTW-systeem?

  Dit was tijdens de Spaanse bezetting door Alva, er was een tien penning heffing.

• Het huidige stelsel heeft nog 1 voorname overeenkomst met het oude cummulatieve cascadestelsel, wat is dit?

  Dit is het meermalig heffingsstelsel, elke schakel moet er weer volledig worden geheven.

• Wat wordt bedoeld met voorbelasting, voordruk en vooraftrek genoemd?

  Voordruk/voorbelasting: de BTW die wordt geind en in rekening gebracht bij een verkoop.
  
  Vooraftrek: de aftrek van de BTW

• Welke gevolgen heeft de eenwording van de EG (Europese Gemeenschap) voor een gevolgen gehad voor de BTW?

  Er is geen belastbaar feit bij een intracommunautaire levering.

• 1.1 Belastbare feiten

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer is er in de basis sprake van een belastbaar feit m.b.t. de BTW?

  Op het moment dat er een levering van een goed of dienst is.

• Welke onderscheid kan er worden gemaakt in de soort leveringen?

  1. Binnenlandse levereingen
  2. Leveringen waar de NL grens wordt overschreven. Hierin zijn ook weer 2 onderscheiden:
  
  2a. Levering tussen EG-lidstaat en NL
  2b. Levering tussen niet EG-lidstaat en NL

• Welke ondernemingen mogen geen vooraftrek toepassen?

  Ondernemers die niet BTW-plichtig zijn, zoals een huisarts. Voor hun is de BTW onderdeel van de kostprijs

• Welke 4 voorwaarden zijn voor 1. Leveringen van goederen en dienst in NL? Welke gevolgen heeft dit

  1. Er is sprake van een levering van een goed of dienst
  2. De levering is door een ondernemer
  3. Levering is in het kader van de uitoefening van hun onderneming
  4. De levering is in Nederland.
  
  bv. Een consument die een goed levert --> geen BTW
  
  bv. Een ondernemer die een goed levert diet niet tot zijn ondernemingsvermogen hoort --> geen BTW

• Welke toevoeging kan worden gemaakt bij de voorwaarde 3. levering is in het kader van de de uitoefening van hun onderneming?

  Een onderneming kan soms nevenactiviteiten ondernemen die dusdanig gaan lijken op een onderneming dat deze nevenactiviteiten als dusdanig worden beoordeeld en mogelijk worden gezien als uitvoering van een onderneming.

• Wat voor een soort diensten/goederen zijn vrijgesteld van belasting? Art. 11 Wet OB

  1. Zorg (art/ziekenhuis)
  2. Onderwijs
  3. Politieke organisaties, kerk, goede doel, werknemers- en werkgeversorganisaties, 
  4. Lijkbezorgers
  
  Wet OB 1/2 – Algemene bepalingen (art. 1 t/m 17)