Belastingheffing ter zake van leveringen en diensten

10 belangrijke vragen over Belastingheffing ter zake van leveringen en diensten

Op welke punten in de OB speelt het verschil tussen een levering en een dienst een rol?

1. De plaatsbepaling van de activiteit voor heffing
2. Op het gebied van onroerende zaken
3. Bij de beantwoording of iemand een ondernemer is
4. Tarief

Moet bij de levering a art 3 lid 1 sub a OB ook de juridische eigendom van het goed over te gaan?

Nee. UITSPRAAK SAFE. Overdacht of overgang van de macht over het goed WEL.

Wat bepaalde de UITSPRAAK CENTRALAN?

Bij een en het zelfde goed is het mogelijk om twee leveringen te krijgen. Bv ene partij heeft het blote eigendom en de ander het zakelijke eigendom.

of

ene partij heeft het juridische eigendom en de ander het economische eigendom
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar is huurkoop geregeld? En welke bijzonderheden?

Art 3 lid 1 onderdeel b OB j. Art 14 lid 2 onderdeel b BTW Richtlijn
De BTW richtlijn gaat voor de nationale wet. Dus de levering vindt reeds bij de afgifte van het goed plaats. Om die reden is dus ook de TOTALE omzetbelasting al bij de afgifte van het goed verschuldigd.

Hoe worden operational lease en financial lease behandeld?

Operational lease: als verhuur

financial lease: investeringsverstrekker (de termijnen van financial lease benaderen in totaal de som van het goed) 

Voor de OB wordt ook financial lease als verhuur gezien, omdat het eigendom aan het einde van het contract niet automatisch over gaat.

Waar gaat het bij ´oplevering´ van art 3 lid 1 sub c OB om?

De opdrachtgever stelt grondstoffen, materialen en dergelijke ter beschikking aan de opdrachtnemer.

Essentieel:
De goederen op het moment waarop zij worden opgeleverd NIET in eigendom van de opdrachtnemer zijn. (anders was er een levering).

Wat hoeft bij art 14 lid 2 sub a BTW RIchtlijn niet getoetst te worden in vergelijking met art 14 lid 1?

De machtsvraag hoeft niet bekeken te worden.

Wanneer is is het KUHNE UITSPRAAK van toepassing?

Art 3 lid 3 onder a OB jo art 16 BTW RIchtlijn.

UITSPRAAK bepaalde dat levering is:
I: als de ondernemer bij aanschaf van het goed al geen recht op aftrek had (bv vrijgestelde prestatie, dus geen recht op aftrek)    

II: ondernemer het goed eerder uit prive naar bedrijfsvermogen heeft gebracht (was geen recht op aftrek)

III: Ondernemer het goed van een particulier heeft gekocht (geen recht op aftrek)

Wanneer is er wel sprake van óverkill in de heffing?

Indien de ondernemer gedeeltelijk recht had op aftrek zal de onttrekking op grond van art 3 lid 3 onderdeel a WEL een belaste levering opleveren.

Wat blijkt uit de uitspraak KUWAIT PETROLEUM?

Dat presetaties 'om niet' ook zakelijke prestaties 'om niet' omvatten.

Let op uitzondering van art 3 lid 8 OB en art 16 tweede alinea BTW Richtlijn.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo