Samenvatting: Onco - H5 - Apoptose En P53
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van ONCO - H5 - Apoptose en p53
-
1 Apoptose in carcinogenese en kankerbehandeling
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Waartoe leidt een verstoring van de geprogrammeerde celdood? Waartoe leidt een defect in apoptose?
1. Het is de centrale stap in de tumoraletransformatie .
2. Een defect inapoptose geeft dekankercel overlevingsvoordelen :Overleving inongunstige omstandigheden (hypoxie, lage pH).Ontsnappen aanapoptose alsveiligheidsmechanisme .Faciliteren vanmetastasering .Resistentie tegenradiotherapie enchemotherapie .
-
Toon aan adhv een voorbeeld dat de verstoring van apoptose een centrale stap is in tumorale transformatie.
Het folliculaire B-cel-non-hodgkinlymfoom- Translocatie t(14,18)
- Intacte BCL2-gen = oncogen komt onder controle van immunoglobuline-enhancer.
- BCL2-gen wordt constitutief overgeschreven in B-cellen.
- Overproductoe BCL2-eiwit.
- Inhibitie apoptose.
-
1.1 Apoptose vs necrose
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is apoptose? Wat gebeurt er bij apoptose?
=Geprogrammeerde celdood in multicellulaire organismen.
Serie van biochemische processen- Specifieke morfologische veranderingen
Uitstulpingen in het celmembraanVerlies membraansymmetrie Celinkrimping Chromosomale DNA-fragmentatie - Gecontroleerd opruimen van cellulaire débris
- Fagocytose door macrofagen
- Geen inflammatoir proces
-
Wat is necrose? Wat gebeurt er bij necrose? Wat is het gevolg van necrose?
=Niet-geprogrammeerde ,niet-gecontroleerde celbeschadiging in een groter gebied.Serie van biochemische processen:- Specifieke morfologische veranderingen
- Opzwellen van cel
- Ruptuur van membraan
- Vrijkomen kern en organellen
- Lysosomale degeneratie
> Uitlokking inflammatoire reactie.
>> Kan leiden tot irreversibel verlies van de normale weefselstructuur in de necrotische zone -
1.2 Morfologische kenmerken van apoptose
-
Welke morfologische kenmerken typeren apoptose?
Afname cel-celcontact (verlies microvilli en desmosomen)Cellen worden ronderCellen komen los van naburige cellenMembrane blebbing:plasmamembraan vormtuitstulpingen - Toename
celdensiteit : organellen plakken samen enchromatine condenseert Krimping nucleusFragmentatie nucleus
Apoptotic bodies =membraangebonden lichaampjes tgv de splitsing van de cel
-
Hoe een apoptotische cel te herkennen?
Fosfatidylserine wordt herkend door annexine 5 staining.- Normaal:
asymmetrisch verdeeld overplasmamembraan. In vroeg apoptotisch stadium: aan buitenzijde vd membraan. > Herkenning door fagocyten
- Normaal:
-
1.3 Apoptose verloopt in 3 fasen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke 3 fasen bestaat de apoptotische pathway?
- Stimulus of initiatie fase
- Regulatie fase
- Executiefase
- Stimulus of initiatie fase
-
Wat is de stimulus of initiatiefase?
= Tijdens deze fase zet een stressfactor, de apoptotische pathway in gang.- Bij de intrinsieke of mitochondriale pathway wordt apoptose geïnitieerd door een intrinsieke toxische stimulus in de cel.
- Bij de extrinsieke of death receptor pathway wordt apoptose geïnitieerd door binding van een ligand aan de death receptor.
-
Wat is de rol van p53 bij apoptose?
Functie van het tumorsuppressorgen.- Bij beperkte DNA-schade: celcylus stilleggen + herstel DNA.
- Bij ernstige DNA-schade: inductie apoptose.
> Barrière tegen maligne transformatie. -
1.4 De executiefase van apoptose
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn caspasen? Wat is hun rol bij apoptose?
1. Caspasen
= Unieke cysteïneproteasen.- Gesynthetiseerd als inactieve precursoren: procaspasen
- Constitutieve expressie
- N-terminaal pro-domein > Actief caspase na afsplitsing.
2. Functie
Klieven proteïnen specifiek na een tetrapeptide-motief met op het einde een aspartaat-residu.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden