Toetsvragen Les

6 belangrijke vragen over Toetsvragen Les

Hier zie je bloed afgenomen bij een COPD patiënt. Welk buisje bevat arterieel bloed en wat kan je zeggen van de ph?
A: het linker buisje bevat arterieel bloed en heeft een lagere ph.
B: Het rechterbuisje bevat arterieel bloed en heeft een lagere ph
C: Het linker buisje bevat arterieel bloed en heeft een hogere ph
D: Het rechter buisje bevat arterieel bloed en heeft een lagere ph.

Het linker buisje bevat arterieel bloed en heeft een lagere pH.
Het linker buisje bevat arterieel bloed omdat arterieel bloed zuurstofrijk is en een lagere pH heeft dan veneus bloed.

Wat gebeurd er bij Linker hartfalen?

Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden. Het plots optreden van felle benauwdheid wijst op een ernstige achteruitgang van de toestand ( 'longoedeem' of 'water op de longen' ).

Kenmerken bloedig CVA

  • Verlamming of minder kracht in arm of been
  • Minder goed zien (ineens blind zijn aan één oog)
  • Evenwicht (ineens hevige draaiduizeligheid)
  • hevige hoofdpijn of epileptische aanval
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het verschil tussen linker en rechter hartfalen?

  • Bij linkszijdig hartfalen hoopt zich vocht op in de longen. De patiënt is eerst alleen bij inspanning kortademig, maar later heeft hij ook bij platliggen last van kortademigheid en prikkelhoest.
  • Bij rechtszijdig hartfalen hoopt zich vooral vocht op in de voeten, enkels, benen, lever en buik.

Wat is een subdurale bloeding?



Bij een traumatische acute subdurale bloeding is er door ongevalsletsel aan het hoofd een bloedvat kapot gegaan onder (sub) het hersenvlies (de dura). Vandaar de naam subdurale bloeding. Dit in tegenstelling tot een bloeding boven (epi) het hersenvlies, een zogeheten epidurale bloeding.

Het bovenste plaatje is een gezond beeld van de erythrocyten, daaronder van een tekort aan en te kleine erythrocyten.
A: past bij macrocytaire anemie door ijzertekort
B: past bij microcytaire anemie door vit. B12 tekort
C;' past bij macrocytaire anemie door vit. B 12 tekort
D: past bij microcytaire anemie door ijzer tekort

D past bij microcytaire anemie door ijzer tekort

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo