Samenvatting: Onderneming En Recht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Onderneming en Recht

• 1 Bedrijfswetenschappelijke perspectieven op de onderneming

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe wordt de onderneming beschreven volgens het naaischool arrest?

  Een zaak, die men opzet of drijft, om geldelijke voordelen te behalen.

• Welke begrippen staan er centraal bij een organisatie?

  Productie, organisatie en zelfstandig

• Wat is een nexus of contracts?

  Zo wordt in economische ondernemingstheorieën een onderneming aangeduid als knooppunt van contracten. Zo zie je dus hoe het recht en de economie samenhangen.

• Wat is de continuïteitsveronderstelling of het going-concern principle?

  Dit is een beginsel dat stelt dat een onderneming kan blijven bestaan indien de vergoedingen van voldoende niveau zijn.

• Wat is het moment dat een onderneming insolvent is?

  Juridisch: Het niet kunnen nakomen van contractuele verplichtingen
  Economisch: Het niet creëren van waarde

• Wat is het criterium volgens Coase om te bepalen of activiteiten door de markt of de onderneming worden georganiseerd?

  Dit zit in de transactiekosten. Activiteiten kunnen beter door ondernemingen worden gecoördineerd wanneer op de transactiekosten kan worden bespaard.

• 2 Het financiele plan als onderdeel van het ondernemingsplan

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat geeft de winst- en verliesrekening aan?

  De kosten en opbrengsten over een bepaalde periode en het verschil hiertussen, de winst

• 3 De balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem het verschil tussen risicodragend vermogen en risicomijdend vermogen

  Risicodragend vermogen is het EV. Het is onduidelijk wat ermee wordt verdiend.
  Risicomijdend vermogen weet je dit wel. Denk aan een rente op een hypothecaire lening

• Wanneer gebruik je de winst- en verliesrekening?

  Dit gebruik je wanneer het eigen vermogen van de onderneming verandert.
  Er wordt een overzicht gegeven van verkregen en opgeofferde waarden.

• Wanneer wordt er een post op de winst- en verliesrekening gezet?

  Dit moet wanneer het eigen vermogen verandert en deze verandering bedrijfsmatig is. Dit wil zeggen dat het niet het gevolg is van kapitaalverkeer. (uitzondering hierop is bijvoorbeeld herwaardering van de activa)