Samenvatting: Ondernemingsrecht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ondernemingsrecht

• Hoorcollege 1

  Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/01/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 2 soorten recht heb je in NL? Wat vallen hier onder?

  Publiekrecht = staats-, bestuurs, en strafrecht
  
  Privaatrecht = personen-, proces- en vermogensrecht

• Wat is het kenmerken van het publiekrecht?

  Je hebt altijd te maken met 2 ongelijke personen = personen en overheid

• Wat is het burgelijk wetboek?

  De basis van het burgelijk/privaatrecht. Dit is dus het geheel van de regels gelden dus tussen personen onderling.

• Hoe duid je aan artikel met een lid aan in het BW (burgelijk wetboek?) Hoe een afdeling?

  Artikel, lid = (artikel 2:203, lid 1 BW)
  Boek.titel.afdeling (afdeling 2.5.3 BW)

• Wat geeft de a aan in artikel 92a?

  Dat dit een later ingevoerd artikel is. De a is hier toegevoegd om te voorkomen dat de nummering moet worden omgegooid.

• Wat is de route van een rechtbank naar de hoge raad = de rechterlijke macht?

  Men gaat naar de rechtbank spreekt vonnis uit
  
  -> Partij gaat in hoger beroep
  
  Men gaat naar het gerechtshof en deze spreekt arrest uit
  
  -> Partij gaat in cassatie
  
  Men gaat naar hoge raad en deze kan vonnis of arrest casseren=breken, deze uitspraak heet ook een arrest

• Wat voor een instanties zijn de rechtbank en het hof? Licht toe

  Feitelijke instanties = ze werken enkel met bewezen feiten

• Hoe refereer je naar jursprudentie?

  Instantie - datum uitspraak - vindplaats - roepnaam
  
  (HR 06 april 1979, NJ 1980, 34 Kleuterschool Babbel)

• Welke 2 oorzaken van/soorten nuliteiten zijn er? Leg ze uit inclusief een voorbeeld.

  - nietigheid = een rechtshandeling bestaat juridisch niet; in het openbaar belang VB. Als je huurmoorderenaar inhuurt en deze doet zijn werk niet kun je niet naar de rechter stappen.
  
  - vernietigbaarheid =  een rechtshandeling bestaat, maar er zitten gebreken aan waar een beroep op kan worden gedaan ter bescherming van een persoon. VB. Iemand die onder curatelen staat

• Welke 3 acties heb je a.d.h.v. Tekortkomingen?

  Nakoming (3:296) = nieuwe kans om na te komen
  Ontbinding (6:265)
  Schadevergoeding (6:74) -> toerekenbaarheid vereist, dus bij overmacht geen schadevergoeding