Incontinentie en obstipatie
9 belangrijke vragen over Incontinentie en obstipatie
Wat is anale incontinentie?
Er moet volgens de NHG-standaard voor obstipatie aan twee of meer bepaalde criteria worden voldaan. Welke zijn dit?
- Hard persen bij defecaties.
- Keutelige of harde ontlasting.
- Gevoel van onvolledige lediging.
- Gevoel van anorectale obstructie/blokkade.
- Minder dan drie defecaties per week.
- Handelingen van de vingers noodzakelijk om ontlasting te verwijderen.
Wat zijn somatische kenmerken bij incontinentie?
De zelfstandigheid en snelheid waarmee iemand het toilet kan bereiken, correleren in hoge mate met continentie. Belangrijk daarbij: zicht zelfstandig kunnen voortbewegen en de snelheid, opstaan en gaan zitten en het manipuleren van kledingstukken, de conditie en pijn bij bewegen.
Evenwichtsproblemen in het donker kunnen ook een probleem zijn: goede verlichting en bewegingsalarm zijn een uitkomst, vormen voor inwonende mantelzorger vaak een probleem.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn cognitieve functiekenmerken bij incontinentie?
Van belang zijn: initiatief om naar de toilet te gaan, het vinden van de toilet, het toilet kunnen gebruiken, kledingstukken kunnen uitdoen, interpretatieproblemen en verminderde visus.
Aanpassing van de omgeving bij cognitieproblemen (bijv. Niet herkennen van spiegelbeeld > wc bezet) is van belang.
Wat zijn persoonlijkheidsfunctiekenmerken bij incontinentie?
Leeftijd is geen risicofactor. Continentie is afhankelijk van een goed bereikbaar toilet. Bij een lage SES zijn de woonomstandigheden echter vaak slechter. Ook de financiële draagkracht om hulpmiddelen aan te schaffen is bij deze groep lager. De copingstijl is van belang bij het optreden van icontinentie.
Wat zijn belevingsfunctiekenmerken bij incontinentie?
Ouderen met incontinentie scoren vaker hoger op depressieschalen.
Kun je nog andere specifieke risicosituaties met betrekking tot incontinentie benoemen?
Chronische ziekten die een relatie hebben met incontinentie en obstipatie zijn: dementie, artrose en artritis, diabetes mellitus, hartdalem, COPD, ziekte van parkinson en parkinsonisme, CVA, delier, normal pressure hydrocephalus (NPH), ouderen met fecale impactie, ouderen met operaties aan de darmen of het urogenitale stelsel.
Daarnaast kunnen geneesmiddelen incontinentie en obstipatie in de hand werken. Bij polofarmacie (het gebruik van 2 of meer geneesmiddelen) is er een vergroot risico op incontinentie.
Welke preventieve interventies kun je bij incontinentie toepassen?
Heeft te maken met het onderhouden van goede mobiliteit en met preventie van cognitiestoornissen door leefregels.
Welke curatieve interventies zijn allemaal nodig bij incontinentie?
De volgende interventies kunnen gedaan worden om verbetering te bereiken:
- Optimaliseren van de behandeling van bijkomende ziektebeelden.
- Verbeteren van de ADL-functie en de toegankelijkheid van het toilet waar mogelijk.
- Saneren van de bestaande medicatie in overleg met de arts.
- Behandelen van een urineweginfectie.
- Behandeling van een delier.
- Hulp bij toiletgang.
- Blaastraining.
- Bekkenbodemtherapie.
- Medicatie.
- Condoomkatheter.
- Incontinentieabsorptiemateriaal.
- Anale plug.
- Operatie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden