Mondhygiëne
10 belangrijke vragen over Mondhygiëne
Afweersysteem
Een gezonde mond heeft een orale flora waarbinnen bacteriën in een symbiotische relatie met het speeksel leeft. Bacteriën kunnen zich snel vermenigvuldigen en zo inspelen op een veranderende omgeving.
Wanneer het natuurlijk evenwicht binnen de mond wordt verstoord doordat al aanwezige bacteriën ziekmakers kunnen worden, vormen zich drie bedreigingen volgens Tada en Hanada. welke zijn dit?
- Verminderde weerstand in de mond.
- Vermindering van normaal aanwezige bacteriën in de mond.
- Groei van orale biofilm.
Waaruit bestaat het digestief systeem bij mondzorg?
Het digestief systeem bestaat bij mondzorg uit inname/behoefte, afbraak/vertering en transport (slikken).
Voor een goede zelfzorg met betrekking tot voedselinname moet worden voldaan aan: een helder bewustzijn, mobiliteit, hongergevoel en een intacte slikreflex.
Mogelijke verstoringen kunnen worden verergerd door een slechte mondhygiëne en andersom.
Wat zijn de functies van de mondholte?
De mondholte heeft als functies:
- Het voelen en onderzoeken van het eten.
- Het verwerken van materiaal.
- Het bevochtigen van het voedsel met speeksel.
- Het beginnen van het verteringsproces door dit speeksel.
- 1 & 2 - Het afhappen van voedsel en kauwen kan ongemakkelijk zijn en lastig bij het (deels) ontbreken van tanden.
- De smaak kan aangetast zijn.
- Het bevochtigen (3) van voedsel is belangrijk voor het doorslikken, maar ook voor het verteren (4).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Uit welke vier fasen bestaat het slikken volgens Bakker?
- Orale fase (naar achteren in de mond).
- Transportfase (naar de keel).
- Faryngaele fase (langs het strottenhoofd naar de slokdarm).
- Oesofageale fase (komt in slokdarm).
Hierbij zijn 50 spiergroepen betrokken. Bij het ouder worden veranderen de kracht en spiercoordinatie bij het slikken. De heffing van het strottenhoofd is minder: zorgt voor verslikking.
Wat zijn de somatische functiekenmerken?
- Minder goed voor zichzelf en dus mond zorgen. Door krachtverlies in armen en handen.
- De aanwezigheid van gebitsprothesen: het onderhoud is complex.
- Bepaalde ziekten beïnvloeden de mondgezondheid, zoals diabetes, parkinson en cognitieve problemen.
Wat zijn cognitieve functiekenmerken?
Last van verminderde cognitieve vermogens. Kunnen daardoor minder voor zichzelf zorgen. Zelfzorg voor de mond neemt daarmee af (de mogelijkheid tot en hoe het gebeurd).
Wat zijn sociale omgevingskenmerken en de levensgeschiedenis?
De staat van het gebit en de mondgezondheid zijn voor een groot deel toe te schrijven aan de sociale kenmerken van een persoon en zijn levensgeschiedenis. Ook hoe er in het verleden voor het gebit is gezorgd is van belang.
De gevolgen zijn ook aanwezig op het sociale vlak: slechte adem, smaakstoornissen, pijn en tongbranden.
Effectieve mondzorgprogramma’s voor ouderen zijn in intramurale setting gebaseerd op drie pijlers. Welke zijn dit?
- Onderzoek van de mondgezondheid.
- Professionele mondzorg.
- Dagelijkse mondzorg.
Wat zijn de preventieve interventies bij mondhygiëne?
Mondhygiëne heeft vooral als doel om problemen te voorkomen.
Pace en McCullough maken een indeling naar chemische en mechanische interventies. Chemische zijn gericht op het gebruik van tandpasta en verschillende mondspoelingen. Binnen mechanische interventies is de tandenborstel het eerste insturen. Een elektrische is aan te bevelen.
Wat zijn de curatieve interventies?
De behandeling van problemen zal worden overgenomen door professionals als de arts, tandarts en mondhygiënist. Kennis over mondhygiëne is belangrijk. Pace en McCullough noemen scholing, organisatie en timemanagement als sleutelfactoren bij goed mondhygiëne.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden