Geriatrie - d - Vallen

17 belangrijke vragen over Geriatrie - d - Vallen

Welke leeftijdsgroepen komen het vaakst om bij valongelukken?

Vallen komt wereldwijd op de tweede plaats van dodelijkste ongelukken: vooral ouderen, samen met kinderen onder de 17 jaar en jongeren van 17 tot 29 jaar.

Stelling: ouderen die in verpleeghuizen verblijven, vallen vaker dan degenen die nog thuis wonen.

Waar.

In welke frequentie valt er een oudere dusdanig dat hij of zij behandeling op de SEH nodig heeft?

In Nederland valt elke 5 minuten een oudere dusdanig dat behandeling op de spoedeisende hulp nodig is. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe vaak vallen bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen gemiddeld?

Bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen vallen gemiddeld twee keer per jaar. De kans is het grootst bij vrouwen tot 84 jaar.

Wat zijn de gemiddelde medische kosten voor behandeling per valincident?

Valongelukken resulteren vaak in ernstig letsel, zoals heupfracturen en hersenletsel.

De medische kosten voor behandeling liggen per incident gemiddeld op 8100 euro.

Stelling: de dynamische systeem analyse (DSA) biedt structuur voor de simpele zorg aan de kwetsbare, oudere patiënt.

Niet waar. De dynamische systeem analyse (DSA) biedt structuur voor de complexe zorg aan de kwetsbare, oudere patiënt.

Somatische kenmerken zijn te verminderen door te zorgen voor een betere conditie en mobiliteit. Welke factoren hebben invloed op een hogere valrisico?

  • Multimorbiditeit: heeft een versterkend effect.
  • Obesitas: kan leiden tot een verhoogd risico op vallen. Zelfde letsel als bij een niet-obese persoon.
  • Medicatiegebruik: polyfarmacie. Verdubbeling van het risico op vallen zelfs bij 1 soort medicatie.
  • ADL-beperkingen: verhoogt het risico.

Ouderen met cognitieve problemen, zoals dementie, hebben een verhoogd valrisico. Hoe komt dit?

Ouderen met cognitieve problemen, zoals dementie, hebben een verhoogd valrisico doordat het inschattingsvermogen, de aandacht en concentratie, het ruimtelijk inzicht, de loopsnelheid en het beoordelen en ontwijken van gevaarlijke situaties afnemen.

Wat zijn voorbeelden van beïnvloedende cognitieve factoren?

Voorbeelden van beïnvloedende cognitieve factoren zijn:
  • Disfunctioneren van het korte termijngeheugen: vergeten waar iets ligt.
  • Apraxie: moeite met dagelijkse handelingen.
  • Desoriëntatie: geen herkenning meer, angstig etc.
  • Delier: verstoring van bewustzijn, verwardheid en motorische onrust.
  • Zelfverwaarlozing: gebrek aan zelfzorg.

Het is van belang te achterhalen welke persoonlijkheidsfunctiekenmerken van een specifieke oudere invloed hebben op het valrisico. Welke twee beïnvloeden het risico op vallen?

De volgende twee beïnvloeden mogelijk het risico op vallen:
  • Afhankelijkheid.
  • Ontwijkgedrag.

Welke belevingsfunctiekenmerken dragen aan een verhoogd valrisico bij?

Belevingsfunctiekenmerken: de gemoedstoestand en het vermogen om met de beperkingen om te gaan. Veel ouderen lijden aan depressies, voelen zich somber of angstig en beleven hun situatie als uitzichtloos. Beleving in gedrag geuit, zoals paniekaanvallen, bemoeilijkt valpreventie. Een negatieve beleving kan uiten in sommatie.

Wat zijn voorbeelden van sociale omgevingskenmerken bij een valrisico?

Sociale omgevingskenmerken, zoals een laag inkomen, onaangepaste en/of verouderde woningen en een verminderde toegang tot sociale en medische diensten dragen bij aan het verhogen van het valrisico.

Hoe observeer je zintuigelijke systemen?

  • Vraag tijdens de anamnese altijd naar pijnklachten en welke impact de pijn op het activiteitenprogramma heeft. Dit kan door middel van de Numeric Pain Rating Scale.
  • Observeren van gedrag, vragen naar de visus mogelijkheden en de ogen observeren geven een indruk van de visus.
  • Het observeren van mensen met voetproblemen (blote voeten) geeft informatie over afwijkingen. Het schoeisel dient ook beoordeeld te worden.

Hoe observeer je het neurologische systeem?

  • Bij duizeligheid een assistent van de werking van orgaansystemen, onderzoek naar medicatie en de werking ervan en het meten van orthostatische hypotensie.
  • Bij vermoeden cognitieve problemen contact opnemen met huisarts. Eventuele testen zijn: Mini-Mental State Examination en de kloktekentest.
  • Bij erkennen valangst dien je verder te vragen naar de oorzaak. De Short Falls Efficacy Scale-International kan gebruikt worden.
  • Bij geen duidelijke verklaring herhaald vallen dienst verwezen te worden naar de valpolikliniek.

Aan welke eisen moeten valpreventieve interventies voldoen?

Valpreventieve interventies moeten multifactorieel, wetenschappelijk onderbouwd en multidisciplinair van aard zijn.

Een efficiënte valpreventie interventie of efficiënt verpleegplan moet er niet alleen voor zorgen dat een oudere niet valt. Waar dient het nog meer voor?

Een efficiënte valpreventie interventie of efficiënt verpleegplan moet er niet alleen voor zorgen dat een oudere niet valt, maar ook dat consequenties van de val of de ernst van het letsel verminderd worden.

Welke mogelijke curatieve interventies zijn er?

Mogelijke curatieve interventies zijn:
  • Advisering ten aanzien van hulpmiddelen.
  • Mobiel alarm.
  • Medicatie-evaluarie.
  • Vitamine D- en calciumsoppletie.
  • Visus.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo