Samenvatting: Ondersteunend Onderwijs C

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ondersteunend Onderwijs C

  • 2 Casus 2: familie Versteeg

  • 2.1 H. 1 - Evidence-Based Practise

    Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Binnen de menswetenschappen worden drie wetenschapsopvatting onderscheiden. Welke zijn dat?

    1. De empirische-analytische
    2. De interpretatieve
    3. Het kritische paradigma
  • 2.2 H. 2 - Evidence Based Practise

    Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Binnen evidence-based practice wordt de 'PICO-regel' gehanteerd. Wat houden de letters van PICO in?

    1. Patient of Probleem (wie): beschrijving van de toegepaste en/of het probleem, zoals diagnose, leeftijd en geslacht.
    2. Interventie (wat): beschrijving van de toegepaste en/of onderzochte interventie.
    3. Comparison of controle-interventie: eventuele andere (alternatieve) interventie, due vergeleken wordt met de interventie.
    4. Outcome of resultaat (waarom): beschrijving wat men hoopt te bereiken en het beschrijven van resultaten die voor de client belangrijk zijn.
  • Door welke drie aspecten wordt bepaald of een onderzoek het beste beschikbare bewijs is?

    1. Het type onderzoek.
    2. De kwaliteit van het onderzoek.
    3. De vraag van de behandelaar en/of client. 
  • 4 Casus 4 - Muriel is zwanger

  • 4.1 H. 12.1 Psychologie - Hagenbeek E. & Giancoli

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Het begrip allochtoon staat ook wel wel voor een typisch Nederlandse beleidscatergorie. Wat houdt dit in?

    Voor een beleidscategorie worden duidelijke criteria opgesteld zodat iemand, in dit geval, allochtoon genoemd kan worden.
  • Welke personen behoren volgens de begrippen tot 'niet-westers'?

    Personen uit alle landen buiten Europa, Noord-Amerika en Oceanie. 

    Bij de niet-westerse allochtonen zijn personen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse etniciteit apart onderscheiden.
  • Waarop kunnen mensen elkaar classificeren tot een ras?

    Op basis van fysieke kenmerken, zoals huidskleur, gezichtskenmerken, haarstructuur en lichaamsbouw.
  • Wetenschappers die het begrip ras meer dan een eeuw geleden introduceerden, probeerden de fysieke diversiteit in drie typen onder te brengen. Welke waren dit?

    • Caucacoide: mensen met een lichte huid en dun haar.
    • Negroide: mensen met een donkere huid en kroeshaar.
    • Mongoloide: Mensen met een gele of bruine huid en opvallende plooien onder de oogleden.
  • Hoe belangrijk is ras voor de samenleving?

    Vanuit biologisch oogpunt gezien heeft een raciale categorie bijzonder weinig voorspellende waarde.
  • Waarom houden samenlevingen zich zoveel met rassen bezig?

    Omdat ras een samenleving de mogelijkheid geeft om mensen in te delen en in een rangorde te plaatsen. De ene groep kan zich op die manier ook boven de andere plaatsen.
  • Welke twee belangrijke kenmerken hebben minderheden?

    • Zij delen een identiteit die gebaseerd is op fysieke of culturele kenmerken.
    • Zij hebben te maken met achterstelling en achterstand.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart