Samenvatting: (Onderwijs)Sociologie Als Wetenschaps-/onderzoeksdomein
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van (onderwijs)sociologie als wetenschaps-/onderzoeksdomein
-
1 Sociologie: de wetenschap van mens en maatschappij
-
1.2.2 Macht en ongelijkheid
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Verduidelijk (sociale) stratificatie.
Wanneer men in deze hiërarchie duidelijke 'lagen' kan onderkennen die zich in meerdere opzichten van elkaar onderscheiden.
-
1.2.4 Structuur en cultuur
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.4
Laat hier meer flashcards zien -
Tussen welke vier elementen maak men een onderscheid binnen sociale cultuur?
- waarden: centrale maatstaven ter beoordeling van gedrag.
- normen: richtlijnen die bepaald gedrag voorschrijven of afkeuren.
- doeleinden: opvattingen over wat wenselijk is.
- verwachtingen: opvattingen over hoe iemand zich zal gaan gedragen.
-
2 Sociologie en onderwijs
-
2.1 Onderwijs sociologisch bekeken
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat onderscheidt sociologen van bv psychologen of pedagogen?
de eigen sociologische zienswijze, de sociologische optiek, of met een deftiger woord: het formele object.
-
2.2 Onderwijs als georganiseerde en geprofessionaliseerde socialisatie
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Geef de sociologische definitie van onderwijs.
De meest gehanteerde sociologische omschrijving van onderwijs bevat drie elementen: socialisatie, organisatie en professionalisering. Samen vormen zij een sociologische definitie van onderwijs: onderwijs is een georganiseerde en geprofessionaliseerde socialisatie.
-
2.3 Onderwijs en maatschappij: determinanten en functies
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Schets het politieke sociologie afgeleide model van Leune (1980) dat de relatie schetst tussen maatschappij en onderwijs.
samenleving-----------> onderwijs-------------> samenleving
'determinanten' <--------------------------------- 'functies'
Onderwijssociologie wordt hier omschreven als een studie gericht op de sociale determinanten en sociale functies van het onderwijs.
-> enerzijds onderwijsverschijnselen verklaren uit de werking van sociale factoren.
-> anderzijds het maatschappelijk leven mede verklaren uit de invloed die uitgaat van het onderwijsbestel.
het gaat erom onderwijs als afhankelijke, te verklaren grootheid te begrijpen en tergelijkertijd als onafhankelijke, zelf invloed uitoefenende factor.
Tussen 'determinanten' en 'functies' bevindt zich nog een studiegebied, 'de processen'. Deze processen beschrijven en verklaren is nodig, anders gevaar dat er gezegd wordt dat er gewerkt wordt met een 'fabrieksmodel' of ze onderwijs zien als een 'black box'.
-
We kunnen externe en interne beïnvloedende factoren of determinanten onderscheiden.
We spreken van externe factoren als invloeden van buiten het onderwijsbestel; het zijn maatschappelijke factoren. (het sociale systeem, het economische systeem, het politieke systeem en godsdienst en wo-factoren). (zie schema van Idenburg).
We spreken van interne factoren als invloeden die binnen het onderwijsbestel zelf op verschillende niveaus kunnen worden gesitueerd. (opvattingen over onderwijs en opvoeding bij ouders en leerkrachten, organisatie van het stelsel,...).
-
Tot welke twee opvattingen leiden de posities die in het denken over de relatie tussen onderwijs en maatschappij worden ingenomen?
In de eerste is het onderwijs bijna volledig maatschappelijk bepaald en volgt het als het ware blindelings de maatschappelijke ontwikkelingen. Sporen van deze opvattingen zijn in de functionalistische en de 'radicalere' sociologische stroming terug te vinden.
De relatie tussen onderwijs en maatschappij wordt meestal gezien als een directe relatie: het onderwijs is een soort afspiegeling van de maatschappij.
In de tweede opvatting is het onderwijs niet afhankelijk van de maatschappij of van belangrijke groepen daarin. Onderwijs heeft een zekere mate van zelfstandigheid en vrijheid van handelen; een relatieve autonomie.
-
2.4 Doelen en functies van onderwijs
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer het onderwijs ook een andere manier van betekenis kan hebben dan die is bedoeld door de staat, het ministerie of de leerkrachten; wat bedoelen sociologen daar dan mee?
Sociologen spreken in dit verband dan over de functies van het onderwijs (al dan niet geformuleerde doelen). We spreken van functies als we willen aangeven wat het onderwijs 'doet', wat het uitzicht en welke betekenis het heeft voor de samenleving.
In de onderwijssociologie is het gebruikelijk om een drietal hoofdfuncties van het onderwijs te onderscheiden: kwalificatie, differentiatie en integratie.
-
Wat bedoeld men wanneer men zegt dat het onderwijs bestaande verhoudingen- ongelijkheid en verschillen in macht- legitimeert?
De de derde functie van onderwijs; integratie zorgt ervoor dat aan leerlingen kennis en - min of meer algemeen geldende- normen en waarden worden overgedragen. Deze gemeenschappelijke basis is een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijke samenhang. De leerlingen maken zich dergelijke kennis en normatieve overtuigingen als vanzelfsprekend eigen: het identificatieproces. (= proces van verinnerlijking waardoor bestaande verhoudingen in het onderwijs en de samenleving worden bevestigd, ze leveren weinig discussie op, waarmee de samenhang, continuïteit en stabiliteit van een samenleving worden bevorderd).
-
3 Onderwijssociologie: ontstaan en ontwikkeling
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
3.2.1 kenmerken van stelsels en scholen
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
De aandacht van onderwijssociologen voor het mesogebied van de schoolorganisatie is de laatste jaren, na een vrij lange periode van slechts marginale belangstelling, weer wat toegenomen. Een tweede benadering is gebaseerd op het werk van Bourdieu. Bespreek deze.
Het uitgangspunt is dat ook voor scholen het marktbeginsel geldt. Op elk onderwijsniveau is een school op zoek naar een positie op de markt van scholen en tracht ze deze positie te handhaven. Gegeven hun marktpostie, rekruteren scholen leerlingen uit bepaalde sociale groepen; omgekeerd zoeken sociale groepen een school uit die past bij hun toekomstperspectief. Dit perspectief zal volgens Bordieu per klasse verschillen en binnen elke klasse tussen groepen van die klasse met een meer economische dan wel een meer culturele oriëntatie.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden