Samenvatting: Onderwijskunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Onderwijskunde
-
1. Ontwikkelingskenmerken
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/12/2018
Laat hier meer flashcards zien -
In welke fase zitten kinderen uit groep 3/4 van de cognitieve ontwikkeling volgens Jean Piaget en welke kenmerken horen hierbij?
Concreet operationele fase 6 – 11 jaar
* Actief en juist gebruik van logica
* Minder egocentrisch denken
* Concrete, fysieke realiteit (minder fantasie)
* Conservatie, decentreren en reversibiliteit -
Wat houden de begrippen conservatie, decentreren en reversibiliteit, gekoppeld aan Jean Piaget, in?
Conservatie: het inzicht dat kwantiteit gerelateerd is aan de opstelling en de uiterlijke verschijningsvorm van objecten.
Decentreren: het vermogen om rekening te houden met verschillende aspecten van een situatie.
Reversibiliteit: het vermogen een uitgevoerde handeling in gedachten weer terug te draaien. -
Wat zijn de belangrijke ideeën van Lev Vygotsky over de cognitieve ontwikkeling van kinderen?
* Zone van naaste ontwikkeling
* Interactie is belangrijk (taal!)
* Actief participeren
* Samenwerken -
Wat is opwaartse en neerwaartse vergelijking in de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen?
Opwaartse vergelijking: kinderen vergelijken zich met mensen beter dan zij. Dit zorgt voor betere prestaties.
Neerwaartse vergelijking: kinderen vergelijken zich met mensen die minder goed zijn dan zij. Beschermt het zelfbeeld. -
Wat houdt de zone van naaste ontwikkeling van Lev Vygotsky in en welke eisen horen hierbij?
De zone van naaste ontwikkeling is het aanspreken van het kind op een niveau dat net buiten bereik is van wat een kind op eigen kracht kan.
Activiteiten die het kind nog niet zelfstandig kan, maar wel wanneer het sociale ondersteuning krijgt bij de uitvoering ervan.
Als je de zone van naaste ontwikkeling van een kind aanspreekt, doe je dit door (ondersteund) aanbod dat net boven het niveau van het kind ligt. -
Wat betekend sociale probleemoplossing bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen?
Het gebruik maken van strategieën die zowel voor jezelf als anderen bevredigend zijn. -
In welk ontwikkelingsstadium zitten kinderen van groep 3/4 volgens Erik Erikson in de sociaal-emotionele ontwikkeling en wat houd dit stadium in?
Vlijt-versus-Minderwaardigheid 6 – 12 jaar
Hierin probeert een kind competenties te ontwikkelen waarmee het leert omgaan met eventuele problemen met ouders, leeftijdsgenoten, school en de wereld om hen heen. -
Op welk niveau van morele ontwikkeling zitten kinderen vangroep 3/4 volgens Lawrence Kohlberg in de sociaal-emotionele ontwikkelingen welke stadiums horen hier bij?
Niveau van conventionele moraliteit (6 – 12 jaar)
Niveau van preconventionele moraliteit (3 – 6 jaar)
Stadium 1: oriëntatie op straf en gehoorzaamheid
Stadium 2: oriëntatie op eigenbelang en beloning
Niveau van conventionele moraliteit (6-12 jaar)
Stadium 3: oriëntatie op goedkeuring en respect
Stadium 4: oriëntatie op het doen van je plicht als lid van een groep/samenleving -
2. Observeren
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/12/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de kenmerken van een professionele observatie?
* Zakelijkheid; wat zie je feitelijk
* Gedetailleerdheid; nauwkeurig beschrijven
* Objectiviteit; geen mening
* Geen conclusies trekken; feitelijk beschrijven
* Deskundigheid; kennisontwikkelingsgebieden -
Wat zijn de 4 observatiemanieren die je kan gebruiken tijdens een observatie?
* Participerend
* Niet-participerend (Doe je mee of niet)
* Gestructureerd
* Ongestructureerd (Staat het gedrag/aspect al vast of is het open )
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden