Naar een referentiekader voor onderwijskunde - Begrippenlijst

19 belangrijke vragen over Naar een referentiekader voor onderwijskunde - Begrippenlijst

Welke dimensies spelen een rol in het referentiekader?

  • actoren (randvoorwaarde): al dan niet georganiseerde personen of geinstitutionaliseerde personen. Het zijn stakeholders, hebben bepaalde belangen vanuit de rol
  • aggregatieniveau (randvoorwaarde): micro (klas), meso (school), macro (my, beleid OCW)
  • organisatie: tijd, ruimte, budget / geld, infrastructuur
  • didactisch handelen: concrete activiteiten die actoren opzetten om leeractiviteiten uit te lokken. Componenten didactisch handelen: doelstellingen, leerstof, instructie activiteiten / didactische werkvormen, media, toetsing
  • leeractiviteiten vd leerlingen

Het geheel wordt beinvloedt door de context.

Wat zijn de verschillende dimensies binnen het referentiekader van onderwijskunde?

1. actoren2. aggregatieniveau3. organisatie4. didaktisch handelen5. leeractiviteiten1 en 2 zijn beinvloedend voor de volgende dimensies. Het referentiekader in zijn geheel wordt continu beinvloed door de context.

Wat betekent het begrip meta-analyse?

Een meta-analyse is een onderzoek waarin onderzoeken van een bepaald fenomeen worden samengevoegd om één secuurdere uitkomst te verkrijgen.
Door de resultaten uit eerdere onderzoeken gezamenlijk te analyseren kunnen uitspraken gedaan en inzichten verkregen worden die op basis van elk van de afzonderlijke onderzoeken niet mogelijk waren.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarvan is de opstelling afhankelijk van de stakeholders?

Dat is afhankelijk van hun belang die op het spel staan bij het probleem. Dus elke stakeholder zal zich anders opstellen.

Wat houden de verschillende dimensies in?

1. Actoren = stakeholders, zoals tutor / begeleider, leerlingen, ouders, educatief uitgever, enz.
2. aggregatieniveua's = micro (klas, groep, directe interactie tussen lerende en instructieverantwoordelijke), meso (school, instelling, universiteit, enz. ) macro (maatschappij, politiek, inrichtende machten/besturen, enz.)
3. organisatie = de rol en plaats van de actoren, variabelen en processen bij leren en instructie zijn van beïnvloed door beschikbare tijd, ruimte, budget, infrastructuur)
4. didaktisch handelen = concrete activiteiten die actoren omzetten om leeractiviteiten uit te lokken. De 5 componenten zijn: doelstellingen, leerstof, instructieactiviteiten/didactische werkvormen, media en toetsing
5. leeractiviteiten = bepaalde en gewenste leeractiviteiten die aansluiten op het didactisch handelen

Wat is de definitie van een actor/stakeholder?

Personen, georganiseerde personen of  geinstitutionaliseerde personen die bepaalde rollen op zich nemen (in het onderwijskundig kader)

welke dimensies zijn belangrijk vanuit ons referentiekader?

  • actoren: stakeholders.(ouders, leerlingen, vakbonden, schoolbestuur etc.)
  • aggregatieviveaus: micro- meso- macro niveau
  • organisatie: tijd, ruimte, budget, infrastructuur
  • didactisch handelen: concrete activiteiten die actoren opzetten
  • leeractiviteiten: leeractiviteiten van leerlingen die aansluiten bij het didactisch handelen.
  • context: bepalend voor alle actoren/niveaus

Wat houdt het meso niveau in?

de aanpak, en visie die voortvloeit uit de organisatie, school, faculteit instelling etc.

de organisatie eenheid.

Waarom wordt een referentiekader als geheel continu beïnvloedt, op elk aggregatieniveau, door de context?

De context is een externe variabele die invloed heeft op het ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren van de instructie.
- in welke wijk staat de school
- hoe zijn de ouders van de ll.
- wat is er in de omgeving te doen

Wat wordt er bedoelt met de componenten van het didactisch handelen?

Het is een ordeningsbegrip, verschillende visies op leren en instructie benaderen deze componenten telkens anders.
Voorbeelden van componenten (ieder model heeft zijn eigen componenten, dus is het variërend)
-leerdoelen
-leerinhoud/ leerstof
- instructiestrategie/ werkvorm
- media
- toetsing
-etc

Model van Van Gelder e.a.  (1973)

klassiek didactisch model voor ontwerpen van instructie op micro niveau, populair jaren 70, bestaande uit de componenten: leerdoel, beginsituatie, leerstof, didactische werkvormen, leeractiviteit, onderwijs- en leermiddelen, bepaling resultaten.
Stelt kernvragen waarmee hij de componenten naar voren schuift.

Wat wordt er bedoelt met 'self- and peer evaluation'?

lerende krijgt de kans zelf de doelstelling te kiezen en te bepalen. De nadruk ligt vooral op de lerende ipv de Iv'er. In het referentiekader zie je dan ook een 2-koppige pijl tussen Iv'er en Lerende

Wat zijn variabelen? en leg daarbij het verschil uit tussen interne en externe variabelen (op microniveau)

Variabelen verwijzen naar kenmerken, karakteristieken van actoren en / of processen:
Intern: motivatie, self-efficacy (zelfvertrouwen), IQ, persoonlijke variabele (geslacht, leeftijd)
Extern: omgevingsvariabele (klasse grootte, docent), context variabele (thuiscontext: betrokkenheid ouders, financiën)

Wat is interventiewetenschap? en noem een voorbeeld van discipline van interventiewetenschappen.

een wetenschap die zelf kennis ontwikkelt en kennis toepast afkomstig uit andere wetenschappen, met het oog op professionele interventies in de praktijk.

Bijvoorbeeld onderwijskundigen passen theorie uit de psychologie en sociologie toe op onderwijskundige problemen.

Wat betekent het begrip Leren in onderwijswetenschap?

activiteiten van het individu die in interactie met de omgeving  leiden tot duurzame veranderingen in de gedragsmogelijkheden van dat individu.

Geef een voorbeeld van formeel leren en formele instructie en doe dit ook van informeel leren en informele instructie.


Formeel leren en formele instructie: leiden tot officieel diploma's en certificaten gegeven door bijvoorbeeld scholen, bedrijfsopleidingen.

Informeel leren en formele instructie: zijn educatieve tentoonstellingen en vrijwilligerscursussen.

Wat wordt er binnen de onderwijswetenschap met proces bedoelt?

de opeenvolgende activiteiten, gebeurtenissen of situaties die waarneembaar zijn bij een subject, objectofsysteem.

Wat wordt er binnen de onderwijskunde met het begrip systeembenadering bedoelt?

Bij het nemen van beslissingen op bijvoorbeeld meso niveau dan heeft dat ook gevolgen de andere niveaus, in dit geval bijvoorbeeld micro niveau. Als je op meso niveau bepaald dat de klassengrootte groter wordt, dan heeft dat invloed op de instructie op micro niveau.
- dus het aanpassen van een component in het ene niveau, heeft gevolgen/ beïnvloeden de componenten op de andere niveaus.

Wat is didactiek op microniveau en op mesoniveau

voorbereiden, uitvoeren en toetsen van instructieprocessen op micro niveau.
op mesoniveau zijn het bijv. rendementsproblematieken

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo