Hogere orde denkvaardigheden: metacognitie en problem solving

19 belangrijke vragen over Hogere orde denkvaardigheden: metacognitie en problem solving

Hoe omschrijft Flavell metacognitie en welke variabelen duidt hij daarbij aan?

Metacognitie als denken over eigen denken, soort metacognitie.
Variabelen:
- persoon
- taak
- strategie


Hoe ziet Dillon metacognitieve kennis?

Als self- knowledge : kennis over onze eigen sterke en zwakke kanten. 

Brown schetste vier stromingen die de huidige stand van zaken rond metacognitie bepalen:

1. onderzoek m.b.t. introsectie.
2. onderzoek rond executive control. Auteurs  baseren zich op informatieverwerkend model. Later Global Problem Solver (GPS) aandacht gaat uit naar planningstaken bij het oplossen van problemen.
3. zelfregulatie waarbij lerenden eigen denken sturen.
4. regulatie door de ander Vygotsky benadrukt dat kennisverwerving gebeurt in de inter-individuele context. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke voorbeelden geeft Flavell aan om het onderscheid tussen metacognitie en cognitie aan te duiden?

-Vragen stellen over een bestudeerd hoofdstuk is cognitief gedrag omdat et de kennisverwerking versterkt. Het is ook metacognitief gedrag omdat het controleert in welke mate alle aspecten van het hoofdstuk gekend zijn. (monitoring)
- hoofdzaken opzoeken in een tekst leidt tot declaratieve kennis (cognitie), maar het is ook monitoren, of reflectie o eigen studieproces.

Wat zijn kenmerken van de taxonomie van Flavell?

onderscheid tussen metacognitieve kennis en metacognitieve ervaringen.

Bij metacognitieve kennis onderscheid: taak, persoon, strategische variabelen.

Persoons-variabelen:
  • Intra-individueel (ik ben goed in het werken met verbale informatie)
  • inter-indvidueel (ik ben knapper dan mijn ouders)
  • Universeel (een fout herkennen, werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit)
Taakvariabelen:
  • kennis van karakteristieken van kennis-verwerkingstaken (compacte teksten verwerken vraagt veel aandacht, moeilijk te verwerken)
Strategische variabelen:
  • kennis over strategieën zodat ze kennisverwervings-doelen goed bereiken ( bij optelling handig om te herberekenen om zeker te zijn dat de som correct is)

Hoe meten we metacognitie?

Metacognitie voor (prospectieve meting), tijdens (concurrente meting) of na een concrete activiteit (retropectieve meting)
Concurrent meten is meest betrouwbaar en valide.

- Prospectief meten van de metacognitieve
  • algemente vrangenlijsten
  • specifieke vragenlijsten
  • papier en potlood test
  • inschatten van eigen kennis
- Concurrent meting van metacognitie
  • systematische observatie van leerlingengedrag bij aanpakken van problemen of studietaken
  • concurrent toetsen van metacognitie
  • voorspellen en evalueren
  • reageren op hypothetische problemen
  • peer tutoring.
  • invullen en ontbrekende woorden in teksten
  • opmerken van onvolledige instructies
- Retrospectieve meting van metacognitie
  • vragenlijsten

Welke stappen onderscheidde Wallas voor het oplossen van problemen?

1. Voorbereiding (preparation): het probleem leren kennen en informatie verzamelen die relevant zou kunnen zijn voor de oplossing van het probleem)
2. Incubatie (incubation): nadenken over het probleem.
3. Inzicht (illumination): moment dat de oplossing ineens in ons opkomt.
4. Controleren (verification): de tijd die we besteden aan het controleren van de bedachte oplossing om te kijken of dit juist is.

Model van Polya  beschrijft ook vier fasen bij het oplossen van problemen. Welke?

1. problemen onderkennen: probleem beschrijen
2. Plan ontwerpen
3. Plan uitvoeren
4. Resultaat evalueren

Wat vergeet Polya volgens meerdere auteurs?

De eerste stap, beseffen dat er een probleem is.

Welke kritiek kwam er op het model van Polya?

1. stelt oplossen van problemen teveel als lineair proces.
2. wordt gezien als vaste reeks
3. probleemcyclus teveel als techniek voorgesteld
4. nadruk ligt teveel op eindresultaat

Volgens Schunk en Zimmerman bestaat zelfregulerende leren uit drie feedback loops.(activiteiten van de lerene, die op hun eigen gedrag betrokken zijn en waarvan de uitkomsten meegenomen worden in verder leergedrag. Cyclisch

1. Voorbedachtheid: processen vooraf gaan aan feitelijke actie. Omdat opvattingen die aan de basis liggen van motivationele aspecten etc.
2. leergedrag en controle over wat men zelf wil: zelfobserveratie en self-monitoring
3. Zelfreflectie: alle processen die na uitvoering van een leertaak komen.

Biggs (metaleren, bewust worden van eigen metacognitie functioneren). Biggs bouwt verder op theoretische concepten deep-learning en surface-learning van Marton. Wat is dit?

1. Surface learning (oppervlakte leren): lerenden willen voldoen aan verwachtingen van de instructieverantwoordelijke. Leidt tot bijbehorende strategie, kennis leert men uit het hoofd en reproduceert. oppervlakkige kennisbasis
2. Deep learning (diepte verwerving): intrensiek geïnteresseerd. Willen kennis begrijpen grondig lezen, relaties leggen. gestructureerde kennis
3. Achieving learning (score gericht): willen goede score behalen. Focus op time-management, efficiënte aanpak van leerproces. Hoog rendement, lage inspanning.goede eindscores

Wat is een brede kijk op metacognitie?

zie tabel 345

Wat is kenmerkend voor het CAME-project (cognitive acceleration in mathematics). In 5 stappen.

1. Concrete voorbereiding op de nieuwe terminologie.
2. Introduceren van een cognitie conflict. Lerenden krigen ervaringeen die niet aansluiten bij hun voorkennis.
3. Lerenden starten een construction zone activiteit. Ze worden gedwongen verder te kijken dan wat ze al weten.
4. lerenden reflecteren op wat ze tot nu toe hebben aangepakt.
5. lerenden passen het  geleerde toe op andere problemen.

Wat is het verschil tussen metacognitieve kennis en metacognitieve regulatie?

Metacognitieve kennis (ik weet en begrijp) is dat je begrijp en weet hoe je leert en onthoudt. Bijvoorbeeld ik begrijp dat kennis opgeslagen wordt in het lts door de leerstof te herhalen en er voorbeelden bij te zoeken. Dat ik door diepe verwerking de lesstof beter onthoud.


Metacognitieve regulatie (ik kan het toepassen) zegt iets over hoe goed ik om kan gaan met mijn geheugen en het leren van stof. Bijvoorbeeld als ik nieuwe begrippen moet leren dan bedenk ik hier voorbeelden bij, zodat ik aan diepe verwerking doe, daarnaast plan ik herhalingen in.

In welke twee basiscomponenten kunnen we megacognitie verdelen?

Metacognitieve kennis enerzijds en metacognitieve regulatie anderzijds.
Metacognitieve kennis en regulatie beïnvloeden elkaar. 

Waarvan is de conceptuele basis van het zelfgereguleerd leren afgeleid?

Van de social cognitive theory van Bandura (1986, 1997)
Andere begrippen zijn; zelfgestuurd leren, self-directed learning, self-regulated behaviour, self-determined learning.

Een typische toepassing van de probleemoplossing methode is die van Meichenbaum. Hoe ziet deze benadering er uit en voor welke doelgroep is dit geschikt/ ontwikkeld?

De kern van de aanpak is cognivistisch en rechtstreeks gesteund op het model van Polya. Lerende leren hun eigen probleemaanpak bewust sturen. Het probleemoplossingsproces is opgedeeld in 4 fasen die aan de hand van 4 vragen continu herhaald worden:

-Wat moet ik doen (het doel) (P: probleem begrijpen)
- Hoe ga ik het doen? (O: plan ontwerpen)
- Ik doe mijn werk (U: plant uitvoeren)
- Ik kijk mijn werk na. (R: reflecteren )

Ontworpen voor leerlingen met leer en gedragsproblemen.

Klopt het dat bij zelfregulerend leren de inzichten van heel wat theorieen en modellen benaderd en geïntegreerd worden?

Ja klopt, misschien leuk om een schema va te maken ;)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo