Stencil toetsmethoden

38 belangrijke vragen over Stencil toetsmethoden

Wat is een toets en wat voor soort toetsen zijn er?

Een toets is een middel om de voortgang van studenten te boordelen.
Certificerende toets & Summatieve toets : ook wel cijfertoets, formele toets en afsluitende toets genoemd. Wanneer een toets gevolgen heeft voor het behalen van een certificaat dat spreken we dan tentamen of examen.
Formatieve toets & diagnostische toets: ook wel informatieve toets: wanneer de toets feedback moet geven over de vordering zodat het studiegedrag bijgestuurd kan worden.

Met een toets willen we de vordering van de student beoordelen. Welke toetsmethoden kunnen daarvoor gebruikt worden?

Gesloten vragen
Open vragen
Interactieve vragen
Gedragsobservaties
Werkstuk
Leerverslag
Biografische gegevens

Welke vier typen gesloten vragen zijn er?

Meerkeuze vragen
Juist-Onjuist vragen
Ordeningsvragen
Sorteervragen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Leg uit wat toetsen door gedragsobservaties er uit ziet.

bv student observeren tijdens het uitvoeren van een practicum, stage, presentatie etc. Observatoren (docent, tutor, medestudenten) beoordelen en geven score.

Leg uit wat de toetsmethode werkstuk inhoud en in welke vormen dus kunnen voorkomen.

een werkstuk van verbale aard (scriptie, beleidsdocument ect) en non-verbale aard (kunstwerk, 3-d model)

Wat is een leerverslag (toetsmethode)?

Een verslag van eigen activitieiten en reflecties daarop, bv stage verslag.

Wat wordt er bedoelt met de toetsing methode Biografische gegevens?

het registreren van bibliotheek bezoek, login webpagina, aanwezigheid conferenties, deelname practicum etc

Wordt frequent gebruikt als bewijs voor EVC-procedures (eerder verworven competenties)

Voordelen:
- makkeljk te verzamelen

Nadelen:
-validiteit is onzeker

Waar moeten toetsen en tentamens die leiden tot een certificaat of diploma aan voldoen?

Ze moeten betrouwbaar, valide en adequaat georganiseerd zijn/

Wat verstaan we onder betrouwbaarheid (van de toetsmethode)?

de mate waarin de meting (de score) het ware niveau van beheersing door de student weergeeft en vrij is van niet bedoelde toevallige invloeden (denk aan invloed beoordeling door een bepaald persoon, kiezen van de juiste/ verkeerde onderwerpen).

oftewel bij het nieuw afleggen van een vergelijkbare toets (paralleltoets) moet onder de zelfde omstandigheden dezelfde resultaten behaald worden.

Welke twee factoren beïnvloeden de betrouwbaarheid van de toets?

Objectiviteit (score moet onafhankelijk zijn van de beoordelaar, dus iedere beoordelaar geeft zelfde score door duidelijkheid in antwoordmodel)
Lengte van de toets (langere toets is betrouwbaarder dan een hele korte toets).

Welke soorten van validiteit kun je onderscheiden?

Inhoudelijke validiteit: toets het de na te streven leerdoelen
Predicatieve validiteit: probeer beroepssucces te voorspellen
Ecologische validiteit: de mate waarin de toetsing een afspiegeling is van de realistische praktijk.

Wat wordt er bedoelt met de adequate organisatie van toetsing?

Betreft de transparantie van de beoordeling: studenten moeten geïnformeerd worden over welke lesstof beoordeeld gaat worden en hoe dat gebeurt, niveau, toegestane hulpmiddelen. Daarnaast moet het efficiënt georganiseerd zijn: als de herkansing 3 weken later is, moet de uitslag ook niet pas na 3 weken komen. Daarnaast bepaald de groepsgrootte ook de vorm van het tentamen. Bij veel studenten zijn openvragen misschien niet een goed idee.

Wat wordt er bedoelt met tentamenkwaliteit en accreditatie?

Is, volgens de wet, het keurmerk die uitdrukt of de opleiding positief beoordeeld is. Uiteraard heeft de kwaliteit van de tentamens invloed op deze beoordeling.

Door wie wordt de accreditatie verleend?

Door NVAO Nederlands, Vlaamse Accreditatie Organisatie die de feitelijke beoordeling over laat aan VBI Visiterende en Beoordelende instantie.

De VBI (Visiterende en Beoordelende Instantie) van de Nederlands Universiteiten (de Quality Assurantie Netherlands Universities) QANU heeft een aantal criteria opgesteld die globaal de eisen weergeven waaraan toetsen en examens aan moeten voldoen om als opleiding geaccrediteerd te kunnen worden. Hoe luiden deze eisen?




  • toetsen, beoordelingen en examens evalueren of de beoogde eindkwalificaties van de opleiding ook zijn gerealiseerd.

Omschrijf hoe je de toetskwaliteitseisen in de QUANU-criteria terugkomen.




In de QUANU-criteria herkennen we de toetskwaliteitseisen van
- validiteit,
  • toetsen, beoordelingen en examens evalueren of de beoogde eindkwalificaties van de opleiding ook zijn gerealiseerd.
    De toetsing sluit aan op en past bij de inhoud en de leerdoelen van de verschillende programmaonderdelen.


- betrouwbaarheid

De beoogde eindkwalificaties (ook eindtermen of eindleerdoelen genoemd) van een academische opleiding zijn in vijf categorieën ondergebracht tijdens een conferentie in Dublin van de Europese landen die de Bologna-verklaring hebben ondertekend. Hoe worden deze 5 categorieën genoemd?

Deze vijf categorieën worden de Dublin-descriptoren genoemd.

Uit welke 5 categorieen bestaan de Dublin- descriptoren?

kennis en inzicht,
toepassen van kennis en inzicht,
oordeelsvorming,
communicatie vaardigheden
leervaardigheden.

Op welke 3 niveau situeren tentamenkwaliteit zich?

Opleiding, tentamen en tentamenvragen.

Wat is een toetsplan en waarom moet deze opgesteld worden?

Een opleiding stelt een toetsplan op waarin alle toetsen van een opleiding staan gerelateerd aan de te toetsen doelstellingen of competenties.
Bij het toetsplan hoort een verantwoordingsdocument waar de keuzes worden toegelicht.


Vb PTA op school.

Voor elk tentamen wordt een tentamenprofiel opgesteld. Leg uit wat dat is.

Het profiel beschrijft de tentamenonderdelen, de vraagtypen, de afname wijze, de duur, het antwoordmodel, de correctiewijze, de toegestande hulpmiddelen, de cesuur bepaling. 

Voor wat voor soort toetsen/ tentamens moet een toetsmatrijs opgesteld worden en leg uit wat dat is.

Voor tentamens met vooral gesloten vragen. Een toetsmatrijs bepaalt welke vragen uit een stembank getrokken worden om het tentamen samen te stellen.

In welke 3 type vragen kunnen toetsmethoden categoriseren? Geef bij elke categorie de toetsmethoden die daar binnen vallen.

1. toetsmethoden waarbij vragen worden gesteld aan de student: openbaren, gesloten vragen en interactieve vragen
2. toetsmethoden waarbij de student opdrachten moeten uitvoeren: gedragsobservatie, werkstuk en leerverslagen
3. toetsmethoden waarbij de simpelweg geregistreerd wordt wat de student doet: biografische gegevens

Hoe kun je bij meerkeuzevragen de gokkans compenseren?

een toets met vierkeuzevragen moet uit minimaal veertig vragen moet bestaan,
een toets met driekeuzevragen uit minimaal zestig vragen
en een toets met tweekeuzevragen uit minimaal tachtig vragen.

Waarom worden stellingvragen sterk afgeraden?

Omdat het gekunstelde juist  en onjuist vragen zijn die tot ongenoegen leiden bij studenten. Ook worden er 2 vragen gesteld en als de student  1 van de 2 fout heeft worden er geen punten toegekend.

Wat is het nadeel van sorteervragen?

Dat deze vragen vaak uit meerdere vragen stelt en bij een fout antwoord alle punten verloren gaan, tenzij er gedifferentieerd wordt/

Hoe vindt de scoring en feedback plaats bij gesloten vragen?

Scoring aan de hand van de sleutel en als feedback krijgen studenten deze sleutel en daarnaast verwijzing naar de bron of een korte uitleg op de vraag.

Welke soorten open-vragen zijn er?

Kort-antwoord-vragen KAV
- aanvulvraag of invulvraag

Lang-antwoord-vragen LAV

Welke twee typen LAV zijn er?

LAV die gescoord worden aan de hand van modelantwoorden
- en LAV die gescoord worden aan de hand van beoordelingscriteria.

We kennen dus:
- LAV met modelantwoord
- LAV met criteria

Wat zijn de voor en nadelen van Lang-antwoord-vragen?

Voordelen:
- geschikt voor het toetsen van bijna alle leerdoelen
- studenten voelen zich vaak meer serieus genomen
- open-boek tentamen zinvol
- vaak betere aansluiting bij opgave en taken uit de cursus

Nadelen:
- veel correctie tijd
- objectief scoren lastig
- correctoren worden beïnvloed door aspecten als schrijfstijl en handschrift
- slechts een beperkt aantal vragen kunnen opgenomen worden ivm beperkte tijd

Het huidige onderwijs krijgt steeds meer een competentiegericht karakter. Welke vragen zijn hiervoor meer geschikt? Open of gesloten?

Openvragen passen beter bij competentiegericht onderwijs.

In welke vormen kun je interactieve vragen tegenkomen?

In mondeling dialoog, schriftelijk dialoog en gesimuleerde dialoog (via de computer)

Wat zijn de voor en nadelen van mondelinge en schriftelijke dialoog?

Voordelen:
- examinator kan direct reageren op student
- geschikt voor het beoordelen van communicatieve vaardigheden
-felxibel te organiseren
- weinig voorbereiding

Nadelen:
- niet objectief, tenzij je het gaat opnemen
- halo-effect (uistraling)
- tijdrovend en lastig te organiseren met grote groepen

Wat zijn de voor en nadelen van gesimuleerde (computer)dialoog?

Vergt veel ontwikkeltijd. Is voornamelijk geschikt voor formatief toetsen, minder voor summatief toetsen.

Welke varianten zijn er op de klassiek gesloten, open en interactieve vragen?

Clustervragen: zijn vragen die bestaan uit meerdere open en of gesloten subvragen die betrekking hebben op hetzelfde onderwerp en beginnen met een gemeenschappelijke inleiding. (denk aan een aantal ja / nee vragen over het zelfde onderwerp.

Casusvragen: lijkt op cluster vragen maar nu betreffen het meerdere vragen over dezelfde casus. Dit kunnen dan verschillende soorten vragen zijn. Gesloten, open, invul etc.

Multimediale vragen: zijn interactieve vragen waarbij multimedia wordt gebruikt. Denk aan een vraag met een afbeelding waarbij je de verschillende onderdelen moet nummer.
Als een visuele ondersteuning niet nodig is, dan wordt het afgeraden dit te doen.

Welke aanbevelingen worden gegeven tov toetsen?

Gebruik geen stellingenvragen, juist-onjuist vragen, sorteervragen of ordeningsvragen
Maak toetsen met minimaal 60 3 keuze vragen wanneer afleiders moelijk te vinden zijn
Gebruik multimedia bij CBT- vragen alleen indien noodzakelijk
Neem maatregelen tegen fraude bij werkstuk, leerverslag en portfolio.

De kernkaders van PO en VO bestaan uit 45 indicatoren, deze zijn onderverdeeld in 5 domeinen. Welke domeinen worden genoemd?

opbrengsten – onderwijsleerproces – leerlingenzorg – kwaliteitszorg – wet- en regelgeving.

Waar staan de letter CIPO voor van het referentiekader van de (Vlaamse) onderwijsinspectie?

Met het CIPO-referentiekader verzamelen en ordenen we alle vaststellingen tijdens een doorlichting.

De ordening bestaat uit vier delen:
  • Context: Is het een grote of een kleine school, centrum of academie? Ligt de instelling in een stad of in een landelijke omgeving?
  • Input: Welke leerlingen of cursisten zijn er ingeschreven? Hoe ziet het personeelsbestand eruit?
  • Proces: Op welke manier streeft de school, het centrum of de academie haar doelstellingen na? En welke acties onderneemt de instelling daarvoor?
  • Output: Wat is het resultaat van de leerlingen of de cursisten?

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo