Beinvloedem van leerprocessen - Opvattingen over het leren - Kenmerken van leren

11 belangrijke vragen over Beinvloedem van leerprocessen - Opvattingen over het leren - Kenmerken van leren

Welke omschrijving van leren past het beste bij de huidige opvatting over leren?

Leren is een constructief, cumulatief, doelgericht, gesitueerd, cooperatief en individueel verschillend proces van kennisverwerving, betekenisgeving en vaardigheidsontwikkeling.

De informatieverwerking verschilt van persoon tot persoon. Daardoor vertoont het verloop en het eindresultaat van verwerking ook verschillen in effecientie en effectiviteit. Welke factoren spelen daarbij een rol?

1. leeftijd
2. thuismilieu
3. sekse
4. intelligentie
5. faalangst
6 persoonlijkheid
7.cognitieve leeractiviteiten

Welke vormen van intelligentie bepalen mede de efficientie en effectiviteit van de informatieverwerking?

1. traditionele intellectuele capaciteiten
2. linguistische int.
3. logisch-mathematische int.
4. ruimtelijke int. : leidt tot snellere waarneming van complexere figuren
5. muzikale int.
6. motorische int. : leidt tot nauwkeuriger bewegen
7. interpersoonlijke int.
8. intrapersoonlijke int.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kan de leeftijd een belangrijke rol vervullen bij het verwerken van informatie?

De leeftijd bepaalt het vermogen tot het leren.
1. fluid intelligence: is vooral tijdens de jeugd en jonge volwassenheid actief en kenmerkt zich door snelheid en behendigheid in het intellectuele functioneren. Deze vorm van int. komt tot uitdrukking in de reactiesnelheid en het abstracte redeneren.
2. Crystallized intelligence: manifesteert zich in de volwassenheid. Het betreft de toename van kennis en ervaring en wordt gemeten in tests voor verbale vermogens, algemene informatie en voor concreet redeneren.

Het individuele gebruik van leeractiviteiten heeft ook een invloed op het verwerken van informatie

1. sturing van de cognitieve activiteiten: betreft de manier van verwerken van informatie en het oplossen van problemen.
2. affectieve leeractiviteiten: verschilllen in waardering en beleving van leren en in de motivatie en attitude.
3. regulatieve leeractiviteiten: de vaardigheid het eigen leren te plannen, te bewaken en te evalueren.

Bij de geleidelijke ontw. van kennis, vaardigheden en attituden wordt voortgebouwd en gebruikgemaakt van al verworven kennis en vaardigheden. Deze voorkennis heeft invloed op het leerproces. Onder welke voorwaarden kan deze voorkennis leiden tot zinvol leren (volgens Ausubel, 1990)

1. de aanwezige cognitieve structuur moet voldoende en geschikte aanknopingspunten of ankerbegrippen bevatten waaraan de nieuwe kennis kan worden gekoppeld.
2. het activeren van de relevante voorkennis is een voorwaarde voor een goed begrip en effectief leerresultaat.
3. het leermateriaal moet betekenis hebben voor de lln. (als dit niet het geval is kan de lln slechts door herhalen de leerstof voor kortere tijd onthouden). Zodoende kunnen verbanden worden gelegd met de voorkennis waardoor het leermateriaal langer beklijft.

Waarop heeft de kwaliteit van de voorkennis betrekking?

1. hoeveelheid van de voorkenis: compleet of minder compleet
2. gestructureerd en georganiseerd zijn van de voorkennis: hangt de kennis als los zand aan elkaar of is het een helder geheel van relaties.
3. beschikbaarheid van de voorkennis: komt de voorkennis op het juiste moment beschikbaar
3. de juistheid van de voorkennis

Bij kennisverwerving gaat het niet zomaar om opnemen en opslaan van informatie, maar wel om de eigen constructie van de betekenis en de eigen interpretatie van de ontvangen informatie. Verklaar!

De verwerking van informatie is geen letterlijke kopie van de aangereikte informatie en ook niet voor iedereen gelijk. De informatie wordt getransformeerd in kennis waarbij persoonlijke ervaringen, waarden en opvattingen worden geincorporeerd. Het organisme, de mens is actief betrokken bij de verwerking. De informatie wordt bewerkt en geinterpreteerd in interactie met de al aanwezige kennis en verwachtingen en behoeften.
Wat en hoeveel een lerende opsteekt heeft te maken met wat de lerende tijdens het leerproces denkt en doet.

Hoe wordt onderwijzen opgevat binnen de constructivistische visie van leren?

Onderwijzen = creeren van een omgeving waarin lerenden worden gestimuleerd, geholpen en ondersteund bij het zelf opbouwen van waardevolle kennisinhouden en vaardigheden.
De lln komen in een leeromgeving met hun alledaagse ervaringen en een geheugenstructuur die gebaseerd is op deze ervaringen. Als gevolg van inpassing van nieuw aangeboden informatie zal de lln. opvattingen en concepties veranderen. Ze maakt gevolgtrekkingen, legt relaties tussen oude en nieuwe kennis en opvattingen.

Wat wordt verstaan onder de zone van naaste ontwikkeling?

Het heeft betrekking op prestaties en activiteiten die de lerende nog niet autonoom kan uitvoeren, maar waarin hij wel slaagt met de nodige ondersteuning van en interactie met een meer bekwame persoon (medelln. of onderwijzende).
Ouders benutten ook dit principe in hun interactie met het kind.
Interactie en samenwerking versterken het leerproces en leiden tot een hogere opbrengst.

Aan welke kenmerken moet de samenwerking tussen lln. voldoen om in groepsverband succesvol te zijn?

1. wederzijdse afhankelijkheid wordt als positief ervaren.
2. er is sprake van individuele verantwoordelijkheid en van directe interactie
3. er is aandacht voor samenwerkingsvaardigheden.
4. er is tussentijdse evaluatie van de groepsprocessen met reflectie achteraf.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo