Evaluatie en assessment - Hoe evalueren - Verzamelen van informatie: instrumenten

Zij richten zich in hoofdzaak op het in beeld brengen van de kennis van lln. en ze hebben een belangrijke functie bij het antwoord op de vraag of de lln. de leerstof hebben begrepen. Het antwoord op deze vraag bepaalt hoe verder wordt gegaan in het onderwijs.

De toetsen gaan het onderwijs sturen. De lln. worden van de ene naar de andere toets gestuurd. Het behalen van voldoendes dreigt de enige motivatie te worden.

1. het vaker gebruiken van formatieve toetsen kan onder bepaalde voorwaarden leiden tot een sterkere en breder gerichte motivatie van de lln. en tot meer diepgaand leren.

- de vraagvormen spelen daar een rol: meerkeuzevragen zijn nuttig wanneer we een groot aantal lln. bevragen, maar ze werken het reproductief en oppervlakkig leren in de hand.

- Essayvragen vergen meer correctietijd en zijn minder objectief, maar ze leiden tot een meer diepgaande verwerking.

- een alternatief voor de bovengenoemde vraagmogelijkheden zou een combinatie van meerkeuze- en open vragen kunnen zijn.

Via observatie kan vooral kwalitatieve informatie worden verkregen.

Observatie = het systematisch beschrijven van het gedrag van de lln.

De informatie kan nuttige informatie opleveren als er aanwijzingen zijn van een specifieke problematiek, bvb. als er twijfel bestaat over een evntuele doorverwijzing naar een taaklkr. of naar speciaal onderwijs.

Observaties zijn zeer tijdrovend,

maar bij regelmatig toepassen kunnen ze interessante profielen opleveren (steeds terugkomende eigenschappen in het gedrag)

en verklaringen geven voor andere observaties (demotivatie, agressie)

of minder goede toetsen.

1. PA doet altijd een beroep op de uitvoering van vaardigheden, d.w.z. de lln. kan niet alleen op basis van kennis een goed resultaat halen.

2. relevantie: de probleemstelling moet door de lln als relevant en motiverend worden gevonden

3. authenticiteit: de probleemstelling moet zoveel mogelijk ingebed zijn in een concrete levensechte context.

4. meestal is er binnen de correcte uitvoering van een taak ruimte voor meerdere alternatieven. Eventueel kan de lln haar oplossing duiden of verantwoorden. Zo ontstaat een rijker beeld van wat iedere lln. kan.

1. Hands-on toetsen:

- de taken komen rechtstreeks uit de beroepssetting waarin de lln. later als werkkracht zal functioneren

- deze toetsvorm heeft een hoge relevantie

- vb een electrisch circuit maken

2. Simulatietoetsen:

- er wordt gebruik gemaakt van acteurssimulatie

- de relevantie is gemiddeld

-vb een slechtnieuwsgesprek voeren

3. Hands-off toetsen:

- het gaat om computersimulaties of om pen-and paper toetsen waarbij de lln moet aanvoeren wat hij of zij in een bepaalde situatie zou doen- de relevantie is laag

- vb. beschrijven van het ingrijpen in een een specifieke verkeersituatie

1. Wat zijn de meest opvallende karakteristieken van elk antwoordniveau?

2. Welke fouten rechtvaardigen het toekennen van een lagere score?

Portfolio stamt uit de wereld van de kunst: de kunstenaars verzamelen voorbeelden, afbeeldingen, krantenknipsels over hun eigen werk. Daarmee proberen ze potentiele opdrachtgevers of subsidieverstrekkers van de kwaliteit van hun werk te overtuigen. De kunstenaar gaat zijn portfolio met werk van een zo hoog mogelijke kwalitet vullen.

1. Door het longitudinale karakter van de portfolio is deze onvergelijkbaar met traditionele instrumenten. Er is geen momentopname.

2. Productfolios kennen het risico dat ze worden gezien als een vergaarbak, zeker als er geen essentieel assessmentgesprek is waar wordt ingegaan op de diverse producten in de portfolio.

3. Reflectieverslag vraagt om nauwkeurige feedback aan de lln. Zoniet worden de lln. reflectiemoe en zien het nut ervan niet in. Ze gaan proberen om reflectieverslagen te kopieren

1. Reflective journal:

- persoonlijke dag- of logboek bevat ervaringen en gevoelens die gekoppeld zijn aan het studeren.

2. Learner report:

- een in de tijd beperkte verslaggeving van de eigen leerervaringen, veelal op basis van stimuluszinnen: d.w.z. vb van het bezoek aan het museum vanmorgen heb ik geleerd.......